Zou Glenn Close al spijt hebben van haar rol in Hillbilly Elegy? In dit Netflixdrama uit 2020 speelt ze de taaie grootmoeder van een jongen uit een Amerikaans white trash-gezin, die zijn arme milieu mede dankzij haar steun weet te ontstijgen. Het verhaal is gebaseerd op de memoires van JD Vance, de huidige vicepresident van de Verenigde Staten. Toen de film in productie was stond Vance nog bekend als een maatschappijkritische ondernemer, die in Donald Trump een potentiële Hitler zag. Niet veel later volgde zijn radicale omkeer.
Close kreeg een Oscarnominatie voor de rol, maar moet op z’n minst gemengde gevoelens hebben over haar bijdrage aan Vance’ succesverhaal. Uit haar oeuvre spreekt immers een uitgesproken sympathie voor onderdrukte, onbegrepen en onconventionele figuren – zie films als The House of the Spirits, Serving in Silence, Albert Nobbs en The Wife. In wezen past ook de volkse oma uit Hillbilly Elegey in dat rijtje. Wat het extra ironisch maakt dat juist de opgeklommen held uit dat verhaal nu zelf iemand is die genadeloos omlaag trapt.
In de documentaire De gedaanten van Glenn Close licht Glenn Close zelf toe waarom ze dit soort personages graag een stem geeft. De actrice groeide op in een verstikkende omgeving; haar ouders waren lid van de zogenaamde Moral Re-Armament, een ideologische beweging die Close omschrijft als een sekte. Tot in haar twintiger jaren was ze zelf ook nog sterk betrokken bij deze groep, waar ijzeren regels bestonden over goed en fout en wie er wel en niet deugde. Pas nadat ze ging studeren en het theater ontdekte, besloot Close er rigoureus mee te breken. Vervolgens ontwikkelde ze een drang om verhalen te vertellen over autonome figuren en morele grijstinten. Niet voor niets speelde ze zoveel sterke vrouwen – echte kenaus ook wel, of zelfs regelrechte schurken, die toch ook altijd iets kwetsbaars houden. Het moet die nuance zijn, haar neiging om altijd iets dieper te graven, waar Close haar status als alom bewonderde vakvrouw aan dankt.