Jon Bluming was dé karatemeester van Nederland. Hij vocht zijn leven lang tegen zijn oorlogstrauma’s, zo laat deze ontroerende documentaire zien.

‘Ik vond het geweldig: beuken, gooien, smijten. Na de judotrainingen sliep ik als een roos. Hoe kon ik niet houden van iets dat mijn nachtmerries verdreef?’ Zo omschrijft Jon Bluming – ook bekend als ‘het Beest van zijn Amsterdam’ – zijn eerste schreden op de judomat. Nadat Bluming jarenlang als vrijwilliger had gevochten in de Korea-oorlog, schreeuwde hij zijn moeder elke nacht wakker. Zijn Koreatrauma kwam nog bovenop dat van zijn harde jeugd in de Tweede Wereldoorlog, waar hij vele Joodse vriendjes verloor en een straatvechter was geworden.

Vanwege zijn oorlogsnachtmerries begon Bluming met ’s nachts hardlopen over de Amsterdamse grachten. Daar viel zijn oog op een affiche van een judoschool; de rest is geschiedenis. Het bleef niet bij judo voor Jon Bluming (1933-2018): hij haalde de karatesport naar Nederland, richtte de Nederlandse Karate Associatie op en ontwikkelde zijn eigen mengvorm van beide vechtsporten: een voorloper van wat free fight of mixed martial arts is gaan heten. In de documentaire Het Beest van Amsterdam ontmoeten we ook allerlei grote Nederlandse karatenamen, getraind door en fan van Jon Bluming: Jan de Bruin, Chris Dolman en Sem Schilt. 

Maar Het Beest van Amsterdam is zeker geen sportdocumentaire of -biografie. Regisseur Vuk Janic focust op het thema geweld: welke rol heeft dat gespeeld in het leven van Jon Bluming? Hoe verhouden zijn oorlogstrauma’s en zijn passie voor vechtsport zich tot elkaar? Janic onderzoekt dit via een intieme voice-over vanuit Bluming, in combinatie met prachtige, door Lucky Versloot getekende animaties. De voice-over is ingesproken door acteur Matteo van der Grijn, die precies de juiste rauwe toon treft. De teksten baseerde Janic op interviews met Bluming en op diens boek Van straatschoffie tot 10de dan.

‘Zodra je geweld omarmt, wordt het je schuilplaats. Een kooi,’ stelt Bluming, die uiteindelijk, nadat zijn beste vriend overleed, hulp van een psychiater kreeg voor zijn trauma’s. De filmploeg is ook bij de grootmeester op bezoek geweest in zijn laatste levensjaren. We zien hem met zijn vrouw Albertine in hun grote, oude huis, dat helemaal is volgestouwd met boeken, foto’s, prijzen en Oost-Aziatische beelden. Er was ten tijde van de opnames al alzheimer en parkinson bij Bluming geconstateerd, veel zegt hij dan ook niet meer. Des te ontroerender zijn de korte momenten waarop het oude vuur in de tachtigplusser oplaait, en hij met zijn broze, gecraqueleerde maar nog steeds imposante vuisten voordoet hoe het Beest van Amsterdam in zijn glorietijd te werk ging. 

de nieuwste documentairetips in je mailbox?