Edward Hopper schilderde het moderne Amerikaanse leven: benzinestations, motels, restaurants. Hij hield niet van geklets over kunst.

‘Ik geloof niet dat er een andere stad op aarde zo mooi is als Parijs,’ schreef de schilder Edward Hopper vanuit Parijs in 1906 in een brief aan zijn moeder, ‘of dat er een volk bestaat met zo’n grote liefde voor schoonheid als de Fransen.’ Hopper was tussen 1906 en 1910 regelmatig in Parijs, maar zat niet tussen de bohémien artiesten op Montmartre. Terwijl Matisse, Picasso en Modigliani wijn dronken en prostituées bezochten, logeerde de jonge Hopper bij een religieuze gemeenschap aan de andere kant van de Seine, de rive gauche.

Die afzondering was typisch voor de solitaire Hopper (1882-1967), wiens schilderijen dikwijls eenzame figuren afbeelden – of in elk geval mensen in hun eentje. Vandaag zendt Avrotros in Close Up de documentaire Edward Hopper - An American Love Story uit. De kunstenaar trouwde in 1924 trouwde met collega-schilder Josephine Nivison. Zij gebruikte levendige expressieve kleuren, hij nam dat over. Zij was heel extravert, hij juist niet. Hopper schilderde veel leegte, ook midden in de stad. Een voorbeeld daarvan is zijn beroemdste werk Nighthawks uit 1942: een surrealistisch nachtcafé met eenzame figuren aan de bar.

Zijn verstilde personages en ietwat sombere interieurs worden vaak van de zijkant beschenen door een schitterend, warm licht, bijna alsof Hopper op een filmset een paar lampen heeft neergezet. ‘Als ik zou kunnen,’ zei Hopper, ‘zou ik alleen zonlicht schilderen zonder het object dat het beschijnt.’ Het doek dat het dichtst in de buurt komt bij dat ideaal is vast Sun in an Empty Room (1963): een schilderij dat precies verbeeldt wat de titel zegt. En neem zijn schilderij Cape Cod Morning (1950), waarop een vrouw te zien is die uit het raam kijkt in de ochtendzon. Voor Hopper was het geen werk over een eenzame vrouw, horen we in de documentaire. ‘In mijn ogen kijkt ze gewoon uit het raam,’ aldus de kunstenaar, die niet hield van geklets over kunst. ‘Het hele antwoord is daar, op het doek,’ zei hij. ‘Als je het in woorden kon zeggen, was er geen reden om te schilderen.’