Waar was jij op 9/11? Vrijwel iedereen die voor 1990 is geboren, zal zich de televisiebeelden nog wel herinneren van een gekaapt vliegtuig dat zich in het New Yorkse World Trade Center boort – twintig minuten later gevolgd door een tweede toestel. Maar hoe was deze dag voor de inwoners van de stad? Wat gebeurde er op straat?

Op de plek waar vroeger de Twin Towers stonden, bevindt zich nu de Oculus – een futuristisch gebouw van de Spaanse architect Santiago Calatrava. Het witte complex lijkt op het skelet van een walvis en huisvest het metro- en treinstation World Trade Center. De lichte hal, met daarin een Apple Store en een winkelpassage, is de toegangspoort tot Jersey City.

Maar twintig jaar geleden kwamen hier plotseling duizenden mensen vast te zitten in de wolkenkrabbers, die door dikke, donkere rookwolken omgeven waren.

In de indrukwekkende documentaire 9/11 – Life Under Attack geeft filmmaker Karen Edwards deze historische gebeurtenis een gezicht. Ze maakte een reconstructie aan de hand van nooit eerder vertoonde videobeelden die New Yorkers op die dag maakten. ‘Toen ik met jongeren over 9/11 sprak bleek dat ze natuurlijk op de hoogte waren van de ramp, alleen hadden ze er geen idee van hoe het moet zijn geweest. Daarom wilden we een film maken die laat zien wat het betekende voor de mensen die daar waren, zonder commentaar en interviews,’ vertelt de Britse filmmaker. ‘Er zijn heel veel documentaires over 9/11 gemaakt. Meestal bestaan ze uit interviews met getuigen die hun ervaringen navertellen. Die verhalen hebben vaak hun impact en emotionele waarde verloren. Wij wilden de rauwe intensiteit van die dag vatten.’

Intieme inkijkjes

Neem Anthony Paris, die op de ochtend van de ramp zijn vrouw Kyra en hun zeven weken oude zoon Daschiel filmt. Dankzij deze intieme inkijkjes ga je met personen meeleven. De beelden kreeg Edwards dankzij ‘detectivewerk’ van researchers die ooggetuigen opspoorden die beelden of foto’s hadden gedeeld of verklaard hadden die dag in de buurt te zijn geweest. ‘Mobiele telefoons hadden in 2001 nog geen camera’s,’ legt Edwards uit. ‘We moesten dus op zoek naar personen die kleine camera’s hadden gebruikt. Ze moesten niet alleen de torens hebben gefilmd, want we zochten verhalen die zich voor je ogen ontvouwen. Dus opnamen van mensen die vertellen wat ze op dat moment denken, die ons meenemen in hun radeloze pogingen om aan de dood te ontsnappen of op zoek zijn naar hun geliefden, terwijl ze ondertussen de chaos om zich heen proberen te begrijpen.’

We zien beelden van New Yorkers die onderweg naar hun werk zijn. Burgemeesterskandidaat Mark Green maakt zich op om te gaan stemmen bij de voorverkiezingen. Tegelijkertijd horen we een stewardess de meldkamer van American Airlines vertellen dat er in de cockpit met traangas is gespoten. ‘Ik denk dat we worden gekaapt.’ De kapers manen passagiers rustig te blijven. Door de ogen van onder anderen student Megan Hodges – die met vrienden wodka-appelsap drinkt in haar nabijgelegen appartement – en brandweercommandant Pfeifer – die drie straten verderop een gaslek onderzoekt – zien we hoe om 8.45 uur lokale tijd het eerste vliegtuig de westelijke toren binnenvliegt.

'Holy Shit'

Student Josh Good komt naar buiten met vrienden en filmt de rookwolken vanaf zijn dakterras. Eerst doen ze nog lacherig. ‘Holy shit!’ roepen ze vol ongeloof. Ze vragen zich hardop af wat het is: een autobom, een vliegtuig, een helikopter? ‘Dat kan niet,’ zegt een van hen, ‘vliegtuigen vliegen niet zo laag.’ Daarna horen we via de opnamen van de meldkamer van de brandweermannen dat het bijna onmogelijk is om met de lift de hogere verdiepingen van het gebouw te bereiken. Er zijn op dat moment naar schatting 50.000 mensen aan het werk in het World Trade Center. De paniek is hoorbaar in de stem van de vrouw die naar de alarmcentrale belt. Op de beelden van Good zien we de eerste mensen naar beneden springen uit de ramen. Het is alsof de ramp zich voor je ogen voltrekt. Terwijl de seconden wegtikken, groeit de ontreddering.

Om 9.03 uur boort het tweede vliegtuig zich in de andere toren. Dan daalt het besef in dat het mogelijk om een gecoördineerde aanval gaat. ‘Ik wil niet meer op de 32ste verdieping van dit gebouw zijn,’ gilt Megan Hodges, die probeert via het trappenhuis weg te komen.

Stomp in je maag

‘Door de verhalen van gewone mensen met elkaar te verweven, inclusief alle rauwe emoties en reacties, willen we de kijker naar die dag en plek transporteren,’ vertelt Edwards. Daarin is ze opvallend goed geslaagd. Na de apocalyptische beelden van de ineenstortende torens en de puinwolken die de straten vullen, volgt een ware exodus van mensen die te voet Brooklyn proberen te bereiken over de bruggen. ‘Het ziet eruit alsof we nu in onze kelder zouden moeten zitten om wapens te verzamelen,’ zegt muzikant Chris Ryan, terwijl hij naar de rook kijkt. Hij fietst langs het getroffen gebied. ‘Ons land lijkt het doelwit te zijn van een goedgeorganiseerde aanval,’ vervolgt hij. ‘Dit is niet voorbij.’ Een commentator vertelt hoe as en puin Zuid-Manhattan bedekt, als een dikke laag sneeuw.

‘Mensen die deze dag in New York waren beschrijven de film als “een stomp in je maag” omdat hij zo realistisch en authentiek is,’ zegt Edwards.

We zien de paniek bij ouders die hun kind moeten ophalen van school en bij geliefden die elkaar urenlang kwijt zijn. Mensen verzamelen zich ondertussen op straat om bloed af te laten nemen of spontaan geld te doneren. Anthony en Kyra Paris kunnen met hun zeven weken oude baby niet meer terug naar hun appartement. ‘Veel mensen raakten op die dag getraumatiseerd en lijden daar nog altijd onder,’ zegt Edwards. ‘Huwelijken zijn stukgelopen en mensen zijn nog steeds angstig, enkel omdat ze daar op dat moment aanwezig waren.’

Tijdens de aftiteling worden we eraan herinnerd hoeveel mensen het leven lieten bij de aanslagen: 2973.

de nieuwste documentairetips in je mailbox?