Af en toe kom je zo’n verhaal tegen: een vereenzaamd mens dat met herrie en stank de buren tot wanhoop drijft. Dat leeft met een huis vol rommel en wantrouwen tegen alles en iedereen. Wat als die vrouw je moeder is?

Filmmaker Allard Detiger maakte een documentaire over de band met zijn moeder Ineke. Zij lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, waardoor ze haar zoon aan de ene kant verstikt met aandacht en aan de andere kant als oud vuil behandelt. Een vader is niet in beeld en Detigers acht jaar oudere broer is zodra het kon naar Amerika verhuisd, waardoor de verantwoordelijkheid op hem neerkomt. Ineke werkt niet mee met zorgverleners en instanties, gedraagt zich verongelijkt, boos en wanhopig en belt tientallen keren per dag op: de ene keer vloekend en tierend, de andere keer huilend en verdrietig. Haar leven is letterlijk en figuurlijk een puinhoop.

Allard Detiger

De documentaire is gefilmd over een periode van tien jaar. Als tegenwicht voor het huis vol troep en de deprimerende linoleum vloeren van de zorginstellingen wisselt Detiger de rauwe beelden af met droomachtige scènes waarin hij onder water zweeft in zijn tennisoutfit of met zijn oude teddybeer.

Langzaam kom je steeds meer te weten over Detigers jeugd, waarin hij aan de ene kant verwend werd met allerlei speelgoed, maar waar geen veiligheid was en de verwachtingen onrealistisch hoog waren. Tegelijk met de praktische kant van het vinden van passende zorg wordt duidelijk hoe Detiger worstelt met de traumatische erfenis van een geesteszieke moeder; wat heeft ze op hem overgebracht, en hoe kan hij ervoor zorgen dat hij de ellende niet aan zijn eigen kind doorgeeft?

De scènes waarin Ineke overstuur, onredelijk en onuitstaanbaar is zijn moeilijk om naar te kijken. Het is ook volkomen begrijpelijk dat Detiger af en toe zijn geduld verliest en terugsnauwt. Slechts heel af en toe schemert er van een van beide kanten een glimpje liefde of genegenheid door. Maar dat is lang niet genoeg om de puinhoop te bedekken.