In de nieuwe aflevering van VPRO Cinema Extra gaat Noa Johannes langs bij een gespecialiseerd castingbureau en spreekt ze filmfiguranten over de kunst van het niet opvallen.

Het Engelse woord voor figurant is extra, een vertaling die mooi de lading dekt van de manier waarop figuranten vaak worden beschouwd en behandeld in de filmwereld. Op de set krijgen ze meestal koud en veel minder lekker eten dan de rest van de cast en crew. Ze werken bijna altijd vrijwillig of voor een habbekrats. En de taak die figuranten krijgen is vaak precies tegengesteld aan die van de acteurs: probeer zo min mogelijk op te vallen.

Het is natuurlijk logisch dat een regisseur – zeg, een Martin Scorsese – zich meer bekommert om hoe Leonardo DiCaprio zijn rol vertolkt dan dat hij zich druk maakt om de achtergrondacteurs, die vaak toch maar luttele seconden te zien zijn in de uiteindelijke film. Evengoed is het te begrijpen dat ze veel minder betaald krijgen dan de acteurs. Toch mag de rol van de figurant zeker niet worden onderschat.

Een regisseur die de functie uiterst serieus nam was Stanley Kubrick. De Amerikaanse cineast stond bekend om zijn perfectionisme. Dus ook de figuranten in zijn films moesten precies doen wat hij voor ogen had. Een van de scènes uit Kubricks Spartacus (1960) speelt zich af op een slagveld, waar meer dan honderd figuranten een groep gesneuvelde soldaten spelen. Ieder van hen kreeg een klein wit bordje met daarop een nummer, zodat Kubrick op afstand extra aanwijzingen kon geven aan ieder van hen afzonderlijk.

Figuranten op de set van Spartacus (1960)

Ook de Oostenrijkse filmmaker Michael Haneke is zo’n pietje-precies. Voor de opnames van Das weisse Band (2009) liet hij zo’n honderd figuranten overkomen uit Roemenië, omdat hij nergens anders mensen kon vinden met zulke mooie ‘door weer en wind doorleefde boerengezichten’ als daar.

De laatste jaren is de rol van de figurant sterk veranderd. Waar regisseur David Lean voor zijn epische filmklassieker Lawrence of Arabia (1962) nog honderden, zo niet duizenden figuranten moest optrommelen om overtuigende veldslagen op beeld te krijgen, hebben moderne filmmakers CGI tot hun beschikking, waarmee ze beelden van groepjes figuranten oneindig kunnen dupliceren. Door de opkomst van AI dreigen figuranten nog overbodiger te worden. In de afgelopen maanden kwam in de media naar voren dat Hollywoodstudio’s als Disney scanners gebruiken om de gezichten en lichamen van figuranten te registreren, waarmee ze digitale replica’s van hen maken die ze op allerlei manieren kunnen inzetten.

Maar is het wel zo wenselijk om figuranten te vervangen door computerbeelden? Voor filmstudio’s is het ongetwijfeld veel goedkoper, maar er gaat ook een hoop menselijk werk verloren. Bovendien is gebleken dat figureren vaak ook fungeert als springplank voor acteurs om in het acteerwereldje terecht te komen. Zo zijn bijvoorbeeld Renée Zellweger en Cuba Gooding Jr. ooit begonnen als figurant. Door figuranten en achtergrondacteurs overbodig te maken, wordt de toegang tot de filmindustrie ook bemoeilijkt.

Het werk van figuranten staat centraal in een nieuwe aflevering van VPRO Cinema Extra, waarin presentator Noa Johannes een castingbureau bezoekt, en een aantal figuranten interviewt over het vak.

elke vrijdag