Na De Slag om de Schelde keren we in docudrama Het grote offensief opnieuw terug naar Zeeland in de Tweede Wereldoorlog. ‘Zeeuwen zijn bescheiden en praten niet graag over het onheil dat ze is overkomen.’

Producent Alain de Levita (1959) en regisseur Matthijs van Heijningen jr. (1965) hebben hun sporen allang verdiend wanneer ze in 2020 voor het eerst samenwerken voor oorlogsfilm De Slag om de Schelde. De Levita produceerde onder meer de films De storm, Bankier van het verzet en Tonio, en voor televisie de series Baantjer, Penoza en In therapie. Van Heijningen ging na een handvol internationaal onderscheiden commercials naar Hollywood, waar hij onder meer horrorfilm The Thing maakte.

De Slag om de Schelde is een groot succes. De film trekt in 2021 – ondanks corona – een half miljoen bioscoopbezoekers en wordt later een van de bestbekeken niet-Amerikaanse titels op Netflix.

Ook de samenwerking is een groot succes en in 2023 besluiten de twee het productiebedrijf Dark Alley op te richten. Dat bedrijf is gevestigd aan de Herengracht in Amsterdam, waar we de heren begin juni spreken over het door Dark Alley geproduceerde docudrama Het grote offensief. Hierin wordt verteld hoe Zeeland als speelbal van de geallieerden en de nazi’s tussen september en november 1944 goeddeels van de kaart geveegd werd. Een verhaal dat maar weinig mensen in Nederland kennen.

‘Als je er een beetje in duikt zie je hoe verwoestend de oorlog voor de Zeeuwen is geweest’

Matthijs van Heijningen jr.

Het grote offensief

Voor Het grote offensief zijn jullie – na De Slag om de Schelde – weer terug in Zeeland.
De Levita: ‘Ik had daarvoor ook al twee andere films in Zeeland gedaan: De storm en Weg van jou, een van de beste romkoms van Nederland, dat durf ik gerust te zeggen. Voor die laatste heb ik samengewerkt met twee Zeeuwse financiers, die later ook meebetaalden aan De Slag om de Schelde, en ook nu weer aan Het grote offensief. Want voor hen is het belangrijk dat ze de regio onder de aandacht brengen. Zeeuwen zijn bescheiden en praten niet graag over het onheil dat ze is overkomen. Maar ze zijn ook trots en ze zijn het een beetje zat dat iedereen hen altijd maar links laat liggen.’

Van Heijningen jr.: ‘De afgelopen maanden hebben ze daar een heel grote bevrijdingscampagne gehouden. Ze wisten dat natuurlijk twee jaar geleden ook al en daarom zijn ze destijds naar ons toe gekomen met de vraag of we een alomvattende documentaire konden maken over wat zich daar aan het eind van WO II allemaal heeft afgespeeld. In De Slag om de Schelde beperkten we ons tot één slag, die om de Sloedam, in Het grote offensief kijken we nu naar wat er toen in heel Zeeland is gebeurd. Als Hollander denk je dat de Hongerwinter het ergste was wat Nederland aan het eind van WO II is overkomen, maar als je er een beetje in duikt zie je hoe verwoestend de oorlog voor de Zeeuwen is geweest. Echt alle steden zijn verwoest. Middelburg is weer mooi authentiek opgebouwd, maar ben je wel eens in Vlissingen geweest? Daar dachten ze in de jaren zestig: laten we er iets mooi moderns van maken, à la Zandvoort, terwijl het vroeger zo’n prachtige kade had met hotels zo groot als het Amstel Hotel. Hotel Britannia stond daar, zo’n prachtig Schevenings hotel. Volledig weggevaagd. In Zeeland is toen ook een D-Day-achtige invasie geweest. Op 1 november 1944 zijn zo’n 170 Britse schepen naar Walcheren gevaren. Een megaoperatie, maar niemand boven de rivieren weet dat.’

Michael Krass als generaal Eisenhower in Het grote offensief

Waarom niet?
Van Heijningen jr.: ‘Ik denk omdat de Zeeuwen daar zelf niet zo mee te koop liepen, bovendien kwam daar in 1953 de Watersnoodramp nog eens overheen. Maar het komt natuurlijk ook doordat Noord-Holland altijd de geschiedenis heeft bepaald. Het is heel interessant dat we nu kunnen vertellen wat daar toen gebeurd is en waarom, want het was echt niet alleen de good guys tegen de bad guys. De geallieerden, met Eisenhower bij de Amerikanen en Montgomery bij de Britten, hadden onderling ruzie en hebben er een enorme puinhoop van gemaakt.’

De Levita: ‘Montgomery was ijdel en roekeloos en wilde zo snel mogelijk doorstoten naar Berlijn. De Britten waren na vijf jaar oorlog volledig uitgeput en het vertrouwen in the Empire was op een dieptepunt. Daarom wilde Montgomery per se als eerste in Berlijn aankomen, terwijl Eisenhower wilde laten zien dat Amerika de nieuwe wereldleider was.’

Het grote offensief is een docudrama geworden en daarin zien we die ruzies ook terug. Als regisseur kozen jullie Victor D. Ponten, van onder meer Rabat en Mocro Maffia. Waarom ?
Van Heijningen jr.: ‘Omdat nagespeelde scènes er vaak zo knullig uitzien in documentaires wilden we juist een fictieregisseur. En Victor is ook een history buff. Hij speelde op zijn twaalfde in de zandbak al de gevechten van D-Day na.’

De film gaat landelijk in première op 19 juni, maar werd op 1 mei al vertoond in Vlissingen. Hoe reageerde het jonge publiek daar op de film?
De Levita: ‘Ons hoofd productie had haar veertienjarige neefje meegenomen en die vond het hartstikke vet. Natuurlijk groeien kinderen tegenwoordig op met korte filmpjes op TikTok en al die andere sociale media, maar dat wil nog niet zeggen dat ze geen langere dingen aan kunnen. En je hebt nu ook Gaza en de Oekraïne. Ik denk dat een jonger publiek steeds meer geïnteresseerd is in de oorlog, juist omdat die de laatste tijd zo dichtbij is gekomen.’

Het grote offensief in de bioscoop

Het grote offensief draait vanaf donderdag 18 juni in de Nederlandse bioscopen

elke vrijdag