Opnieuw haalt een prachtig familiedrama uit Japan de Nederlandse bioscopen: Love Life. Regisseur Kôji Fukada: ‘Ik had nog nooit een film met een doof personage gemaakt.’

Het genre melodrama heeft een slechte naam onder filmjournalisten. Begrijpelijk, want hoeveel onverwachte familietragedies kan een mens aan? Waarom staren de personages – zelfs als ze met elkaar praten – altijd in de verte en kijken ze elkaar niet in de ogen? En bovenal: waarom dat eeuwige tranen trekken?

Maar niet alle melodrama’s zijn gelijk. Neem de Japanse klassieker Tokyo Story uit 1953, waarin een ouder echtpaar op bezoek gaat bij de kinderen en kleinkinderen in Tokyo, maar daar krijgen ze nauwelijks aandacht van hen.

‘Net als Yasujirô Ozu kan ik behoorlijk wreed zijn voor de families in mijn films’

KÔJI FUKADA

Regisseur Yasujirô Ozu noemde de film zelf een melodrama, maar desondanks eindigt Tokyo Story steevast hoog in de beste-film-aller-tijden-lijstjes van filmrecensenten. In 2012 stond hij zelfs op nummer 1, toen het Britse filmblad Sight & Sound aan ruim 300 regisseurs vroeg wat zij de beste film aller tijden vonden. Waarom? Omdat Ozu zijn film koud opdient. Tokyo Story heeft geen sentimenteel plot, de grote emotionele momenten spelen zich veelal buiten beeld af en de acteurs sturen onze emoties niet met dik aangezet spel. En toch voelen we een enorme empathie voor de personages.

Tokyo Story is alweer zeventig jaar oud, maar de nalatenschap is groot. Nog steeds bevatten de meeste Japanse films die de Nederlandse bioscopen halen melodramatische elementen. Denk maar aan de disfunctionele families in de films van Hirokazu Kore-eda (Shoplifters, en onlangs nog Broker) of het hartverscheurende Drive My Car van Ryûsuke Hamaguchi. En daar kan deze week weer een nieuwe titel aan toegevoegd worden: Love Life van regisseur Kôji Fukada (1980).

Makoto (Tomoro Taguchi) Myoe (Misuzu Kanno), Jirô (Nagayama Kento) en Taeko (Fumino Kimura)

Meester

In Love Life maken we kennis met een jong gezin, Jiro, Taeko en hun zesjarige zoontje Keita. Het lijkt een gelukkig doorsneegezin, maar waarom spreken Keita en zijn moeder Taeko wel in gebarentaal en Jiro niet? En waarom zijn de ouders van Jiro zo streng tegen Taeko? Vragen die snel beantwoord worden wanneer de kleine Keita al vroeg in de film onverwacht overlijdt en Jiro en Taeko steeds verder uit elkaar drijven.

Love Life ging in première op het afgelopen filmfestival van Venetië, waar we spraken met regisseur Kôji Fukada. Vaak wordt hij de opvolger van Ozu genoemd, maar dat is iets wat hij zelf nooit zou zeggen. ‘Ozu is een meester en dat ben ik niet, maar we houden wel beiden van familieverhalen en net als Ozu kan ik behoorlijk wreed zijn voor de families in mijn films [Love Life is Fukada’s negende film, red.].’

Love Life dankt zijn titel aan het gelijknamige nummer uit 1991 van zangeres Akiko Yano, dat destijds grote indruk maakte op de jonge Fukada. ‘Vooral het zinnetje: “Het maakt me niet uit hoeveel afstand er is tussen ons, niets kan me beletten van jou te houden.” In het liedje gaat het over de liefde tussen een man en een vrouw, maar je kunt het ook op alle andere vormen van liefde toepassen. Bijvoorbeeld op de liefde van een moeder voor haar kind. Van Taeko voor Keita dus.’

We volgen in de film vooral Taeko, die wordt gespeeld door actrice Fumino Kimura. Het casten van haar had grote gevolgen voor het personage. ‘Toen ik over Taeko schreef had ik nog geen idee wie haar zou moeten gaan spelen,’ zegt Fukada. ‘Aanvankelijk had ze nog een veel minder sterke persoonlijkheid. Ze was vooral somebody else’s something: de moeder van Keita, de vrouw van Jiro, de beschermer van haar ex-man Park. Toen Miss Kimura in beeld kwam veranderde dat meteen, want Miss Kimura heeft een sterke persoonlijkheid. Het leek me goed voor de film als Taeko dit ook zou hebben, zodat Taeko na de tragedie in de film niet “het slachtoffer van de tragedie” zou worden, maar zich daar juist tegen zou verzetten. Toen ik wist dat zij mijn Taeko zou worden, zijn we samen aan het personage gaan werken en werd het haar Taeko.’

Keita (Tetta Shimada) en Taeko (Fumino Kimura)

Gebarentaal

Park, de ex-man van Taeko en de vader van Keita, is doof en gebarentaal speelt een belangrijke rol in de film. ‘In 2018 werd ik uitgenodigd voor een workshop op het Tokyo International Deaf Film Festival. Het was voor het eerst dat ik intensief samenwerkte met dove mensen. Daardoor besefte ik hoe gek het eigenlijk was dat ik al zo veel films heb gemaakt, maar nog nooit een met een doof personage. Ik besloot toen dat ik dit in mijn eerstvolgende film wel zou doen. Vandaar dat Park doof is, wat ook inhoudelijk voordelen bood voor mij. Omdat Taeko en Keita gebarentaal beheersen en Jiro niet wordt het hun geheimtaal. Dat zorgt ervoor dat er een afstand tussen hen ontstaat. En afstand, letterlijk en figuurlijk, speelt een belangrijke rol in mijn film. In 2018 viel me op dat festival al op dat dove mensen elkaar altijd recht in de ogen kijken wanneer ze met elkaar praten. Nogal logisch, zul je denken, maar voor mij was dat een ontdekking. In Japan kijken de meeste mensen die kunnen horen elkaar nauwelijks nog aan. Meestal staren ze tijdens gesprekken wat voor zich uit. Doordat Taeko na Keita’s dood te maken krijgt met haar ex wordt ze weer gedwongen iemand in de ogen te kijken. Iets wat grote invloed heeft op haar relatie met Jiro. Niet voor niets fluistert ze aan het eind van de film tegen hem: “Kijk me aan.”’

Love Life

Love Life is te streamen op Pathé Thuis

Meer over Love Life

elke vrijdag