Welke twee boeken verdienen volgens P.F. Thomése (De onderwaterzwemmer) een plek in de minibieb van de VPRO Boekengids?

 

 

 

 

P.F. Thomése

wie is..

Moeten we echt nog uitleggen wie P.F. Thomése is? Natuurlijk niet. Dit is zo’n zeldzame schrijver die alle registers bespeelt: of je nu snikkend zijn Schaduwkind (2003) las, onder je stoel lag van het lachen om zijn avonturen met J. Kessels, aan het denken werd gezet door zijn beschouwingen in Verzameld nachtwerk (2016) of genoot van romans als De onderwaterzwemmer (2015), er is een Thomése voor elke lezer. Bovendien is hij een van de weinige goeie polemisten die we hebben.

De keuze van P.F. Thomése

P.F. Thomése over de onvolprezen boeken die hij toevoegt aan de minibieb

De meester en Margarita

Michail Boelgakov

Ik benijd de onwetende die De meester en Margarita voor het eerst mag gaan lezen, onvoorbereid, want op deze overdonderende roman kun je je niet voorbereiden. Aan de andere kant, deze tekst is zo rijk aan betekenissen dat je hem blijft herlezen. Je komt erin, maar je komt er nooit meer helemaal uit.

Michail Boelgakov (1891-1940) kwam er zelf ook niet meer uit. Hij schreef zijn meesterwerk in de sinistere dagen van de Stalinterreur, zonder hoop op publicatie. Dit verklaart de literaire ontketening, de gitzwarte humor, het absurdisme, de satire, maar ook de angst, de onmacht, de wanhoop, die uit dit zowel zwaarmoedige als bevrijdend lichtvoetige werk spreken.

De meester en Margarita begint met de aankomst van de diabolische ‘buitenlander’ Woland en zijn fantasiefiguren Behemoth, Korovjev en Azazello in de hoofdstad van het kwaad, Moskou. Deze ongevraagde visite lijkt verantwoordelijk voor een reeks onverklaarbare verdwijningen, dodelijke ongelukken en andere ophef veroorzakende ingrepen in de hypocriete, bureaucratische wereldjes van de journalistiek, de auteursbond, het theater en hun partijcommissarissen.

Parallel hieraan wordt het historische verhaal verteld van proconsul Pontius Pilatus, die in de Romeinse provincie Palestina te maken krijgt met een dossier dat hem letterlijk hoofdpijn bezorgt. Het dilemma laten kruisigen lijkt nog de minst ingewikkelde oplossing. Je krijgt warempel sympathie voor de duivel.

Legende van een zelfmoord

David Vann

Legende van een zelfmoord (2008) bevat zes verhalen, variaties eigenlijk op een thema. Het thema is een vader die verdwijnt.

Maar met zo’n flapteksttypering doe je David Vanns schrijfkunst geen recht. Zijn woorden zeggen iets niet, en zij doen dit heel precies. Wat zij zouden willen zeggen is namelijk te groot voor ze. Er is iets verdwenen. Wat dat is, valt niet zo gemakkelijk vast te stellen. Er is een jongen van twaalf, er is een scheiding, er is vaders nieuwe vriendin, er is een zelfmoord. En er is een desolaat landschap in Alaska dat niets terugzegt.

Iets herstellen wanneer het te laat is, wanneer de situatie hopeloos is geworden, iets wreken soms ook, wanneer de tijd de afstand onoverbrugbaar heeft gemaakt: daar komt het in de literatuur wel zo’n beetje op aan. Een schrijver is beurtelings archaeoloog en tovenaar, vandaal en dromer. Vanns verhalen, variërend van enkele bladzijde tot de omvang van een novelle, zijn op te vatten als reconstructies van mogelijke werkelijkheden, terwijl de werkelijkheid zelf allang is uitgewist als een tekening in het zand.

Een optelsom van verhaalelementen verklaart nooit de magische literaire leeservaring die Legende van een zelfmoord genereert. Het blijft iets ongrijpbaars. De ware werking van een boek begint pas wanneer je het uit hebt.