Gerda Blees kiest (Wij zijn licht) twee boeken die volgens haar een groter publiek verdienen.

 

 

 

 

Gerda Blees

wie is..

Het zou zomaar kunnen dat Gerda Blees een grote literaire prijs wint met Wij zijn licht (2020), want dat was een van de allerbeste romans van het afgelopen jaar. Eerder al publiceerde ze gedichten in Dwaallichten en verhalen in Aan doodgaan dachten we niet. Maar met haar vernuftige, veelstemmige en subtiele roman over de leden van een woongroep die stoppen met eten omdat ze geloven dat ze van licht kunnen leven, harkte ze alle ballen en sterren binnen die er te vergeven zijn.

Gerda's keuze

Gerda Blees over de onvolprezen boeken die zij toevoegt aan de minibieb

Dingen die we verloren in het vuur

Mariana Enriquez

Ik zou het zelf nooit van een stapel hebben gepakt, als ik het zou hebben zien liggen, met die tekening op de voorkant van een langharige vrouw met hoorntjes op haar hoofd en hoeven in plaats van voeten. En dat terwijl de titel alleen al zoveel moois belooft. Wie zou er niet over in het vuur verloren dingen willen lezen? Maar dat zeg ik achteraf, nu ik het gelezen heb en de titel in mijn hoofd is samengesmolten met de inhoud van het boek. En met het titelverhaal, het laatste verhaal van de bundel, over vrouwen die zichzelf in brand beginnen te steken als protest tegen mannen die hun vrouw in brand steken.

Sommige vrouwen verliezen hun leven in hun vuur, andere alleen hun mooie uiterlijk. De kracht van het verhaal, en van andere verhalen in de bundel, is dat er niet wordt uitgelegd waarom de personages zulke extreme keuzes maken. Het gaat erom de handelingen en gebeurtenissen zelf te laten zien. Het beeld van hoofdpersoon Silvina, die volgens haar moeder vast 'schitterend' zou verbranden, 'een echte bloem van vuur', staat, vergeef me de woordspeling, op mijn netvlies gebrand. Disclaimer: niet geschikt voor lezers met een gevoelige maag.

Veenland

Daisy Johnson

In de twaalf verhalen in Veenland schildert Daisy Johnson een zompige, drassige wereld die magische gebeurtenissen voortbrengt: een meisje verandert in een paling, een vrouw maakt voor zichzelf twee kinderen van klei, een man keert, overdekt met modder, terug uit zijn graf om bij zijn geliefde te gaan wonen, maar met ieder woord dat hij uitspreekt, of zelfs maar denkt, maakt hij haar letterlijk ziek. In een ander verhaal neemt een zoon juist langzamerhand de taal en herinneringen van zijn moeder weg, totdat ze niets meer weet en zelfs haar zoon een vreemde man voor haar geworden is.

De klei, de modder en het water die het veenland kenmerken, bepalen op onverklaarde wijze de loop van de dingen, en de personages hebben zich ernaar te schikken. Laconiek vertellend proberen ze het hoofd boven water te houden, terwijl de lezer ze langzaam in het moeras ziet wegzakken. Een prachtig boek over de kracht van een landschap, en van de taal waarmee de bewoners van dat landschap zichzelf overeind proberen te houden.