Bibi Dumon Tak kiest (De dag dat ik mijn naam veranderde) twee boeken uit haar boekenkast voor in de Minibieb der onvolprezen boeken.

 

 

 

 

Bibi Dumon Tak

wie is..

Sinds Bibi Dumon Tak in 2001 debuteerde met Het koeienboek schreef ze een plank vol non-fictie jeugdboeken bij elkaar. Soldaat Wojtek (2009) gaat over een beer die in het Poolse leger zat, Bibi’s Doodgewone Dierenboek (2013) juist over hele normale dieren. Maar ze schreef ook over jongeren in jeugdgevangenissen. In haar eerste volwassen boek, De dag dat ik mijn naam veranderde (2020), schrijft ze met virtuoze woede over een hartverscheurend drama dat zich in haar familie afspeelde.

De keuze van Bibi Dumon Tak

Bibi Dumon Tak over de onvolprezen boeken die zij toevoegt aan de minibieb

De geheime schrift

Sebastian Barr

Roseanne McNulty is ongeveer honderd jaar oud. De helft van haar leven woont ze al in een inrichting en nu ze zo oud is, nu ze ‘alleen nog maar een restant, een overgebleven vrouw is die er niet eens meer uitziet als een mens’ besluit ze haar geschiedenis op te schrijven. Het is een verhaal over Ierland, over haar familie, over het leed dat haar is overkomen. Haar woorden zijn zachtaardig van toon, maar onder die toon schuilt een pijnlijk verhaal dat je als lezer soms niet kunt bevatten. Je vraagt je af waarom deze Roseanne is opgenomen in een gesticht, maar gaandeweg begin je te begrijpen hoe dat heeft kunnen gebeuren. Ook haar behandelend psychiater schrijft zijn levensverhaal op en ook in zijn toon zit mededogen. Dat maakt dit boek zo aangrijpend. Dat je met een zachtaardige blik de kantelende wereld kunt beschouwen.

Sebastian Barry schrijft over zijn familie. Ieder boek een ander lid. ‘Ik probeer mijn personages te redden uit de koude handen van de geschiedenis,’ zei hij in een interview. Zo kan het zijn dat de hoofdpersoon van het ene boek een kleine rol speelt in het andere, want ja, als je eenmaal aan zijn oeuvre begint, wil je al zijn boeken lezen. De geheime schrift was mijn eerste Barry, maar je kunt met ieder deel beginnen. Zijn taal is zo rijk. De zinnen zo mooi dat ik soms een potlood moet pakken om iets aan te strepen: ‘Er zijn blijkbaar diepten van verdriet die alleen degenen die verdriet hebben kennen.’ Ze staan er achteloos, want de vaart van het verhaal heeft voorrang. Of nee: verhaal, vaart en schitterende zinnen gaan bij Sebastian Barry hand in hand. Ooit wint hij de nobelprijs.

Hier

Joke van Leeuwen

Wij kinderboekenschrijvers worden zelden tot de groep echte schrijvers gerekend. We zijn, vooral de vrouwen, een subvolkje dat tijdens lezingen wordt benaderd als leesmoeder, juf of hobbyist. Op de achterzijde van onze boeken staat geen foto, we worden dus nooit herkend en daarom vaak weggestuurd als we ons voor een bezoek melden bij de voordeur van een bibliotheek of boekwinkel wanneer die nog niet open zijn. We worden daar gezien als klant, en niet als de schrijfster op wie iedereen zit te wachten.

Maar dan Joke van Leeuwen. Ha! Joke van Leeuwen is, na een groot aantal kinderboeken te hebben geschreven op een goede dag toegetreden tot de hoofdcategorie: die der romanciers. Ze won er prijzen mee, en nóg moest ze zich verdedigen. Maar dat deed ze niet. Ze haalde haar schouders erover op. Joke van Leeuwen heeft een brug gebouwd tussen de kinderboekenwereld en die der volwassenen. Ze is van hier naar daar gegaan, maar ze kwam ook weer terug. Ze heeft zichzelf bevrijd van dat kinderboekenjuk omdat ze zich niets aantrok van die twee verschillende werelden, ze maakte er namelijk één van.

In haar roman Hier beschrijft ze een kleine wereld van een klein gezin waarvan de afzonderlijke leden wel willen uitbreken naar een daar, naar de overkant van de grens, maar iedere poging daartoe is gedoemd te mislukken. De brug naar die vrijere wereld blijkt te wankel, of te verboden, of te gemankeerd. Ontsnappen aan het hier lijkt onmogelijk, tot het besef doordringt dat je het daar ook naar het hier kunt halen. Er is dus hoop en Joke van Leeuwen geeft die ons. Hoop voor de hoofdpersonages en hoop voor kinderboekenschrijvers.