Filosoof en bergbeklimmer Fleur Jongepier wilde afscheid nemen van de vermoeiende neiging om alles te beschouwen. Ze vertrok uit de academische wereld en trok de bergen in. Wat ze daar vond, zette haar aan tot het schrijven van het essayistische Berghonger. ‘Pas als het lichamelijk veeleisend is, krijg ik mijn hoofd echt stil.’

Fleur Jongepier kan niet zonder bergen. Dat bergverlangen is zo sterk dat ze haar leven erop heeft aangepast, zodat er meer ruimte is voor berggeluk. Zo samengevat klinkt dat misschien wat overdreven, maar lees haar boek Berghonger en je begrijpt het.

Jongepier, die filosoof en ethicus is, werkte als universitair docent aan de Radboud Universiteit, waar ze onderzoek deed naar de impact van technologie op onze autonomie. In 2022 nam ze ontslag vanwege de manier waarop de faculteit meldingen over grensoverschrijdend gedrag afhandelde. Maar daar gaat haar boek niet over. Berghonger is een liefdesverklaring, filosofische verkenning en zelfonderzoek, waarin ze de berg in al zijn glorie én gevaren belicht. Ze beschrijft hoe ze intens kan genieten van dagenlang alleen lopen, maar ook hoe dat gevoel plotseling kan omslaan in eenzaamheid. Ze staat stil bij het ongemakkelijke gegeven dat de bergsport nog altijd wordt gedomineerd door witte mannen met geld die bezig zijn toppen af te vinken, maar noemt het ook ‘onrechtvaardige mazzel’ dat zij het zich kon veroorloven een huisje in Piemonte te kopen. Ze schrijft over de angst om te vallen bij het klimmen, de paniek die toe kan slaan als je verdwaalt, en over de hardnekkige behoefte om bij aankomst in zo’n afgelegen berghut onmiddellijk naar je telefoon te grijpen om dat spectaculaire uitzicht vast te leggen en te delen.

‘Dan zat ik in Italië en dacht ik: waarom zou ik hier nog over filosoferen? Ik kan ook gewoon in de bergen gaan lopen’

Fleur Jongepier

Dat zijn de persoonlijke ervaringen. Maar ze citeert ook royaal uit werk van andere schrijvers: Van Gerbrand Bakker tot Eva Meijer en van Nan Shepard tot Rebecca Solnit. Met een berg, zo leert Berghonger, kun je als bergminnende filosoof oneindig veel kanten uit.

Grip

‘Ik lees zelf heel graag van die alpinistenboeken, dat is een beetje mijn chicklit,’ vertelt Fleur Jongepier daags na de feestelijke presentatie van haar boek. ‘Je gaat omhoog, er zijn gevaren, soms gaat er iemand dood en het eindigt weer met een beklimming. Dat is een heel eendimensionale manier om over de bergen te schrijven. Ik heb ervoor gekozen om de bergen veel meer als decor of kapstok te zien. In sommige hoofdstukken staan de bergen op de voorgrond, in andere wat verder weg, maar het zijn allemaal onderwerpen waar ik iets bij voelde.

Ik heb lang aan de universiteit gewerkt en wilde afstand nemen van die objectieve, neutrale manier van schrijven. Mijn antwoord daarop is een boek dat juist persoonlijk en bij vlagen kwetsbaar is. Dat is best spannend, want als mensen er nu iets van vinden komt dat dichterbij dan bij een academisch artikel.’

Jongepier schrijft hoe ze is afgeknapt op de filosofie, maar het is toch niet helemaal gelukt om de filosoof in zichzelf te verloochenen want Berghonger is wel degelijk ook een filosofisch boek geworden.

‘Het is niet alleen genieten van de bergen maar ook genieten van wie ik ben in de bergen’

Fleur Jongepier

‘Het boek is in de loop van tweeëneenhalf jaar geschreven en de filosofie ging me eigenlijk steeds meer tegenstaan. Dan zat ik in Italië en dacht ik: waarom zou ik hier nog over filosoferen? Ik kan ook gewoon in de bergen gaan lopen. Ik bespeurde bij mezelf een reflex die veel mensen met een universitaire achtergrond zullen herkennen: dat je, als je iets mooi of belangrijk vindt, daar over na moet denken en daar boeken over moet lezen en eventueel boeken over moet schrijven. Bij die aanname begon ik steeds meer vraagtekens te stellen. Waarom kan ik niet gewoon iets mooi vinden in plaats van daar grip op proberen te krijgen? Voor veel hoger opgeleiden is dat een reflex, terwijl er heel veel dingen zijn die je mooi kunt vinden, zoals de bergen, waar je net zo goed geen boek over kan schrijven. Dat is waar ik zelf op uit ben gekomen. Maar toen was het boek al zo ver gevorderd dat ik dacht: dan ga ik het afmaken ook. Publieksfilosofie kun je ook zien als een hobbyactiviteit, iets leuks om te doen. Maar ik heb nu andere hobby’s. Ik schilder veel en ik klim fanatiek.’

Die beide hobby’s beoefent ze op een behoorlijk niveau. Haar boek is geïllustreerd met haar eigen aquarellen (helaas niet in kleur, maar die zijn te vinden op haar website en Instagram) en klimmen voelt pas echt goed als ze flink moet afzien. In Berghonger schrijft ze over de vermoeiende neiging om altijd alles te beschouwen. En hoe het haar alleen in de bergen lukt om die gedachtestroom uit te schakelen. Niet nadenken, geen zelfreflectie, gewoon je hoofd leegmaken door te lopen en te klimmen.

Ontleren

‘Al dat beschouwen kan je een bepaald type ervaring ontnemen. Daarom ben ik soms jaloers op de kinderen in mijn leven, die nog niet het vermogen hebben om dingen te bezien in abstracties. Die denken niet: goh, wat is dit mooi. Die zijn bezig een dammetje te bouwen. Dat is wat ik heb proberen te doen en daarvoor moest ik allerlei dingen weer ontleren. Ik weet dat veel mensen graag blokjes om lopen, maar ik red het daar echt niet mee. Juist als het fysiek zwaar is, en als het een beetje vervelend wordt, als ik moe word en honger krijg en er eigenlijk wel klaar mee ben, als het lichamelijk veeleisend is, pas dan krijg ik mijn hoofd echt stil. Het liefst loop ik meerdere dagen achter elkaar, dan kan ik de stilte bereiken die ik hier op de Utrechtse Heuvelrug niet vind. Het is dus niet alleen genieten van de bergen maar ook genieten van wie ik ben in de bergen.

Wat me opviel was hoe ik snel ik dat losliet zodra ik weer thuis was en weer ging werken. Ik begon me af te vragen of er manieren waren waarop ik dat gevoel op zeeniveau wat meer kon behouden. Dat het onderdeel van mijn leven zou zijn en niet alleen maar onderdeel van een vakantie. Dus ik heb ervoor gekozen om parttime te gaan werken, waardoor ik minder verdien maar wel meer ademruimte heb om dingen te doen waar ik blij van word, zoals schilderen. Maar ook om bijvoorbeeld meer tijd te hebben om er voor anderen te zijn. Ik heb gekozen voor een leven met minder werk, meer rust en minder zendingsdrang, maar het is niet zo dat ik alleen maar voor mezelf kies en in de bergen ga zitten om me aan de wereld te onttrekken. Daar zit iets escapistisch in dat mij te ver gaat. Want die wereld heeft ons juist heel erg nodig.’

Fleur Jongepier
Berghonger (De Bezige Bij)

de boekengids in je mailbox?