Het festival van Venetië – waar traditioneel grote Amerikaanse studiofilms in première gaan – is al jaren dé springplank voor de Oscars. Helemaal sinds streamergigant Netflix een belangrijke speler werd en hun films niet in Cannes kon vertonen, omdat Cannes alleen films selecteert die ook in de Franse bioscopen worden vertoond. Dat vond Netflix chantage en dus besloten ze hun films te presenteren op het oudste filmfestival ter wereld, Venetië, dat aanzienlijk minder moeilijk deed.
Dit jaar draaiden er weer drie grote Netflix-titels in Venetië: Noah Baumbachs melancholieke, tikkie zelfbevlekkende Jay Kelly, over een door George Clooney gespeelde Hollywoodster in crisis, Guillermo del Toro’s barokke en bijzonder fraai geschoten griezeldrama Frankenstein, en Kathryn Bigelows angstaanjagende kernoorlog-waarschuwing A House of Dynamite. Films die ongetwijfeld een paar handen vol Oscarnominaties gaan opleveren. Beste bijrol voor Adam Sandler in Jay Kelly bijvoorbeeld, of technische prijzen voor Frankenstein, en beste film/regie voor A House of Dynamite.
En dan draaide in Venetië ook nog het morele labyrint After the Hunt, met Julia Roberts als filosofieprofessor op Yale die in moreel drijfzand terechtkomt.
Stuk voor stuk mooie films, maar toch staan ze niet in mijn Top 3 van het festival. Want dat zijn: