Charles Simmons: Zoutwater (vert. Gerda Baardman & Jan de Nijs, Cossee) Deze cultklassieker uit 1998, een hervertelling van Toergenjevs Eerste liefde, had alleen al vanwege de openingszin eerder vertaald moeten worden. ‘In de zomer van 1963 werd ik verliefd en verdronk mijn vader.’ (De rest is ook prachtig.)
Olivia Manning: Het grote fortuin (vert. Johannes Jonkers, De Bezige Bij) Eerste deel van de bejubelde Balkantrilogie, over de pasgetrouwde Harriet Pringle die zich met flierefluitende echtgenoot in Boekarest vestigt, is een meesterlijk portret van een expatgemeenschap aan de vooravond van WO II. Deel twee volgt in het voorjaar.
Alasdair Gray: Arm Ding (vert. Robert-Jan Henkes, Koppernik) Genoten van de briljant krankzinnige verfilming Poor Things? De roman uit 1992 over de seksuele avonturen van de zogenaamd door chirurg/mad scientist Godwin ‘God’ Baxter geschapen Bella is nog veel gekker, ingenieuzer én feministischer.
Barbara Trapido: De minder bekende broer van Jack (vert. Roos van de Wardt, De Geus) Wanneer de achttienjarige Katherine in het bohemiengezin van haar filosofieprofessor terechtkomt, gaat er een wereld voor haar open. De swinging sixties gevat in een debuut uit 1982 vol seks en oer-Britse spitsvondigheden.
Margaret Laurence: De stenen engel (vert. Edith van Dijk, Cossee) Negentig is Hagar en chagrijn is altijd de motor van haar vreugdeloze bestaan geweest sinds ze haar dominante vader verruilde voor een huwelijk met een lompe boer. In deze verrukkelijke Canadese roman uit 1964 rekent ze af met iedereen die haar mislukte dromen heeft gedwarsboomd.
Ernest Hemingway: De oude man en de zee (vert. Peter Bergsma, Atlas Contact) Eindelijk fatsóénlijk vertaald, de parabel over Cubaan Santiago en zijn tragiheroïsche visvangst. De eindeloos herdrukte poging uit 1953 zat vol fouten en omslachtigheden; Peter Bergsma doet Hemingways bondige, ritmische proza meer recht.