VPRO Gids 26

26 juni t/m 2 juli
Pagina 34 - ‘Een volgeboekte zomer’
papier
34

Meer boekentips?

Je leest dit artikel gratis. Wil je elke week boekentips van de VPRO Gids? Neem dan een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euroIk wil meer boekentips →

Een volgeboekte zomer

Katja de Bruin

We mogen weer op reis, dus neemt het traditionele zomerboekenoverzicht van de VPRO Gids lezers dit keer mee naar een Fins avonturenpark, een Chileense wijngaard, een boorplatform in de Noordzee, een Ethiopisch slagveld en een Zuid-Afrikaanse boerderij.

Vos & ik

Catherine Raven

Catherine Raven is een geboren einzelgänger die al sinds haar vijftiende alleen woont en in het ruige Montana een afgelegen huisje betrekt. De dichtstbijzijnde stad is negentig kilometer verderop, dus als ze door een slang wordt gebeten of een been breekt, heeft ze pech. Haar enige gezelschap is een vos die elke dag rond dezelfde tijd langskomt en zich een paar meter van haar stoel oprolt. Hoewel Raven als bioloog heel goed weet dat je dieren geen menselijke trekjes mag toedichten, raakt ze toch in de ban van Vos en zijn non-verbale communicatieve vaardigheden. Hij accepteert dat zij zich op zijn territorium bevindt. Dat geeft haar de kans hem minutieus te bestuderen, met een prachtige wildernismemoir tot gevolg.

Het lied van de mistral

Olivier Mak-Bouchard

Dat deze roman begint met een schets van het gebied waar het verhaal zich afspeelt, is geen toeval. De Provence, meer precies de Luberon, is een wezenlijk onderdeel van deze vertelling over twee buurmannen die na een onweer scherven aardewerk ontdekken op hun terrein. De verteller vermoedt meteen een Romeinse villa of zelfs tempel. Hij haalt zijn buurman, een norse oude boer, over niemand iets te vertellen en samen te gaan graven. Buurman en buurman raken steeds meer in de ban van hun vondst, tot een ijverige gemeentelijke inspecteur deze archeologische idylle komt verstoren. Het boek voelt, ruikt en smaakt Provençaals. Van de mistral tot de aïgo boulido, oftewel salieknoflookbouillon. Inclusief sfeerverhogende Provençaalse zinnetjes.

Het eiland van Arturo

Elsa Morante

Procida is een eilandje voor de kust van Napels. Hier groeit Arturo op, zonder moeder en met een grotendeels afwezige vader. Met een kast vol oude boeken en zijn witte herdershond als enig gezelschap leidt hij een vrij leven in een vervallen palazzo vol vleermuizen, zwaluwen, ransuilen en hagedissen. Totdat zijn verafgode vader terugkeert met een nieuwe vrouw, die maar twee jaar ouder is dan Arturo zelf. De gevolgen laten zich raden. Deze roman dateert uit 1957, maar is op geen enkele manier gedateerd. Morantes stijl is hypnotiserend en haar vermogen door te dringen in de geest van een veertienjarige jongen fenomenaal. Geen wonder dat ze een van Elena Ferrantes grote voorbeelden is.

Arto Paasilinna

De huilende molenaar

Deze moderne klassieker van Finlands bekendste auteur speelt zich af in Fins Lapland, begin jaren vijftig, en vertelt het verhaal van de boomlange zonderling Gunnar Huttunen. Hij koopt een oude molen en toont zich een harde, zij het nogal manische werker, die soms al om vier uur ’s nachts planken staat te zagen. Zijn zonderlinge gedrag maakt hem weinig geliefd bij zijn dorpsgenoten. Zo houdt hij hen ’s nachts uit de slaap door urenlang te huilen als een wolf en smijt hij in blinde drift de weegschaal van de kruidenier in een put. Verplichte opname in het gesticht lijkt onafwendbaar, maar hoe gek is Huttunen nou precies? Deze tragikomedie heeft sprookjesachtige elementen, maar is ook verrassend aards.

Daniel Sánchez Areválo

Alice op het eiland

Zwangere Alice krijgt midden in de nacht een telefoontje: haar man Chris is tijdens een zakenreis verongelukt op een plek waar hij helemaal niet had moeten zijn. Wat deed hij daar? De gedachte dat Chris geheimen voor haar had, laat Alice niet los en dankzij de uitgekeerde levensverzekering heeft ze tijd en geld om dat uit te zoeken. Deze Spaanse pageturner speelt zich gek genoeg af in een oer-Amerikaans decor: dat van de luxe vakantieoorden Martha’s Vineyard en Nantucket. Zoek je een lekker spannend verhaal dat je in één ruk uitleest, maar dat meer voldoening biedt dan een standaardthriller, dan zit je helemaal goed bij Alice en haar eiland.

Lionel Shriver

Tot de dood ons scheidt

Lionel Shriver heeft al tal van moderne problemen in fictie gegoten: van de overspannen huizenmarkt tot morbide obesitas, en van sportverdwazing tot het Amerikaanse ziektekostensysteem. Ze schopt graag heilige huisjes omver en is ook in haar romans vaak bijtend grappig. Veel van haar boeken komen voort uit persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp. Zo ook deze nieuwe roman. Shriver is 64, maar haar beide ouders leven nog, min of meer. Het vooruitzicht zelf mensonwaardig af te takelen, inspireerde haar tot dit verhaal over vroege vijftigers Kay (verpleegkundige) en Cyril (huisarts), die afspreken er gezamenlijk een eind aan te maken als Kay tachtig wordt. Makkelijk gezegd, als je nog dertig jaar voor de boeg hebt, maar wat doe je als het moment daar is? Het spul staat klaar in de koelkast, maar neem je het ook?

Caroline Albertine Minor

Het pantser van de kreeft

De prachtige verhalenbundel Zegeningen van deze Deense deed verlangend uitkijken naar een volgend boek. Dat is er nu. In deze familieroman volgen we de belevenissen van Ea, Sidsel en Niels, die na de dood van hun ouders uit elkaar zijn gegroeid. Alleenstaande moeder Sidsel werkt als museumconservator in Kopenhagen, broertje Niels slaapt na terugkeer van een lange reis bij gebrek aan een eigen huis al maanden bij diverse vrienden op de bank en leeft hoofdzakelijk op havermout en linzensoep. Zus Ea woont in San Francisco, waar ze rondkomt door zelfgemaakte potjes glijmiddel te verkopen voor 55 dollar per stuk. Het drietal komt nader tot elkaar als Ea een helderziende raadpleegt over de raadsels rondom hun overleden moeder.

Emma Brodie

Janie Q

Muziekromans zijn een hachelijk genre, zeker als ze gaan over verzonnen bands. Je kunt er nog zo gloedvol over schrijven (‘The Breakers hadden een geweldige sound, een mix van prog en psychedelische rock vol vervormde noten en galmende akkoorden’), echt tot leven komen die fictieve nummers maar zelden. Toch is Janie Q ook zonder soundtrack een sfeervolle roman over de muziekindustrie. Het is 1969 als een lokaal bandje mag invallen voor de verhinderde hoofdact. Zangeres Jane Quinn, in het dagelijks leven afwisselend verpleger, hulpje in een kapsalon en barvrouw, laat zien wat ze in huis heeft en krijgt al snel een platencontract aangeboden. Jane is de nuchterheid zelve, maar droomt heimelijk toch van een toekomst als popster.

Erfgoed

Miguel Bonnefoy

Wie houdt van een historische roman die uitwaaiert over diverse continenten en eeuwen zit gebeiteld bij deze geboren Fransman van Chileens-Venezolaanse ouders. Een wijnboer uit de Elzas is eind negentiende eeuw op weg naar Californië, maar blijft in Chili hangen. Zijn drie zoons melden zich in 1914 om te vechten voor het vaderland, dat ze enkel uit de verhalen van hun ouders kennen. Alleen de oudste keert terug, zwaargewond in alle opzichten. Bonnefoy gebruikt volop typische latino-elementen (een sjamaan met poncho en riem vol ratelslangen, getatoeëerde inheemsen die zilveren sieraden en hagedissen verkopen), maar blijft verre van magisch-realistische clichés.

Meld je aan voor de tweewekelijkse nieuwsbrief van de VPRO Boekengids

Beest

Lisa Taddeo

Joan is 37 als ze New York verlaat en naar Californië rijdt, nadat haar jaloerse, getrouwde minnaar zich in een vol restaurant door zijn hoofd schoot. (‘Wanneer een oudere man geobsedeerd door je is, krijg je zowat op celniveau inzicht in de menselijke natuur.’) Dit is het type vrouw dat je vaker tegenkomt in boeken en films: zo’n verloren ziel die haar demonen bestrijdt door haar laatste restje jeugd in te zetten voor troosteloze seks. Cynische Joan beschrijft zichzelf als ‘verdorven’, maar ook als ‘overlever’, omdat er in haar jeugd vreselijke dingen zijn gebeurd. Wat precies blijft lang onduidelijk, want dit is een roman met een plot en Joan is een vrouw met een missie. Beest is spannend, lekker soepel geschreven en ligt niet al te zwaar op de vakantielezersmaag.

Levensmuren: De wereld rond mijn zomerhuis

Nina Burton

Dat Nina Burton literatuurwetenschapper en dichter is, en lof oogstte met een essay over Erasmus maakt haar niet onmiddellijk een logische zomerboekenauteur. Maar lees haar prachtige observaties over de natuur rondom haar Zweedse zomerhuisje en je snapt waarom ze op deze lijst staat. Burton is zo iemand die werkelijk overal iets vanaf weet: van ons heelal, maar ook van koolmeesjes, hommels en vleermuizen. Die jaloersmakende kennis deelt ze met ons terwijl ze op zoek is naar een grashark of een visschotel in de oven zet: dat koolmeesjes de intelligentie van een chimpansee hebben, dat kraaien zo goed gezichten kunnen onthouden dat het Amerikaanse leger heeft geprobeerd ze in te zetten bij de jacht op Osama Bin Laden en dat trekvogels tot op de gram nauwkeurig weten hoeveel ze moeten eten.

Zeespiegel

Tabitha Lasley

Nooit in je lezersleven dacht je: goh, ik zou wel eens een boek over booreilanden willen lezen. Maar toen was daar Tabitha Lasley, die er een fantastisch boek over schreef. Niet alleen omdat de offshore-industrie zo’n beetje de enige sector is waar laagopgeleide mannen nog goed betaald worden, of omdat het een extreem machobolwerk is met eigen wetten en regels, maar ook omdat Lasley hier geen zuiver journalistiek boek van maakte, maar een intieme memoir die bij vlagen leest als een roman. Al vroeg in de research knoopt ze een stomende relatie aan met een gespierde boorplatformjongen, die uiteraard getrouwd is. Het ene moment lig je met Lasley in bed, het volgende moment doet ze een verbijsterend boekje open over gesjoemel met veiligheidsprocedures door perfide oliemaatschappijen.

Jonge vrouw in blauw bij avondlicht

Alena Schröder

Evelyn Borowski is 94, maar klampt zich aan het leven vast, ‘alsof het nog bij haar in het krijt stond’. Kleindochter Hannah bezoekt haar wekelijks in het Berlijnse bejaardenhuis, waar een pianist in de hal een Richard Clayderman-medley zit te spelen. Als Evelyn een brief uit Israël krijgt waarin staat dat ze een gestolen kunstcollectie heeft geërfd, wil ze er niks mee te maken hebben, maar Hannah wel. Waarom heeft haar oma recht op het onteigende bezit van kunsthandelaar Goldmann? Daarvoor keren we terug naar 1922, waar de achttienjarige Senta zwanger raakt van een oorlogsheld met een open Adler. Inderdaad, dit is een Duitse familiegeschiedenis over naziroofkunst, maar ook over de (ongelukkige) liefdes van drie generaties vrouwen.

De schaduwkoning

Maaza Mengiste

Waarschuwing vooraf: dit is geen makkelijk boek waar je op een luie zomerdag even doorheen vliegt. Dit is een historische roman over oorlog in al zijn wrede gruwelijkheid, met beelden die je niet loslaten en scènes die je liefst zou doorspoelen. Het vertelt het verhaal van Hirut, een Ethiopisch weesmeisje dat zich ontwikkelt van eenvoudige bediende tot aanjager van de strijd tegen de Italianen die onder leiding van Mussolini het keizerrijk van Haile Selassie willen inlijven. De belevenissen van Hirut staan centraal, maar ze is niet de enige vrouw die een rol van betekenis speelt in de bloedige strijd. Mengiste laat zien dat de geknechte Ethiopische vrouwen tot meer in staat waren dan koken voor soldaten en gewonden oplappen.

De haasfactor

Antti Tuomainen

Henri Pekka Olavi Koskinen is begin veertig, vrijgezel en verzekeringswiskundige. Ratio is de belangrijkste leidraad in zijn leven, maar dan wil zijn nieuwe chef van hem af en erft hij geheel onverwacht het avonturenpark van zijn broer. Henri begint zijn verhaal met een doldwaze achtervolging in een donker en uitgestorven speelparadijs: van het Aardbeienlabyrint naar de Maskertunnel, om via het Kunstjeskasteel en de Wankeltrap uit te komen bij een metershoge kunststof haas met een afgebroken oor, dat als handig wapen dient. Komisch bedoelde thrillers zijn zelden zowel komisch als spannend, maar De haasfactor is beide. En nog uitstekend geschreven ook.

De belofte

Damon Galgut

Het was alweer even geleden dat er een echt goeie Zuid-Afrikaanse roman voorbijkwam, maar dit is er een. Voor je het weet zit je midden in een huiskamer vol rouwende Afrikaners. Rachel is vlak voor haar dood teruggekeerd naar haar Joodse roots, tot afgrijzen van haar man Manie, die juist flink in de Heer is geraakt na een leven vol drank, prostituees en gokschulden. Hun jongste dochter Amor heeft gehoord hoe haar vader haar stervende moeder beloofde het huis na te laten aan Salomé, de zwarte hulp die haar bloed, stront, pus en pis heeft opgedweild. (‘Laat Salomé het maar doen, daar wordt ze toch voor betaald?’) Je voelt hem al aankomen: van die belofte herinnert hij zich niets. Een zinderende, rauwe, geweldige roman.

Meer boekentips?

Je leest dit artikel gratis. Wil je elke week boekentips van de VPRO Gids? Neem dan een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euroIk wil meer boekentips →

naar de vpro boekengids