Margaret Laurence
De stenen engel
Negentig is Hagar, en ze woont al zeventien jaar in bij haar zoon en schoondochter. Als die opperen dat het wellicht tijd wordt dat Hagar naar Huize Avondrood verhuist, ontsteekt ze in woede en gaat ze er vandoor. Chagrijn is altijd de motor van haar vreugdeloze bestaan geweest en ze is gewend alles en iedereen met grimmig venijn te becommentariëren. Terugblikkend op haar jeugd in een stoffig Canadees stadje als rebelse dochter van een strenge vader, en op haar ondoordachte huwelijk met een lompe boer, komen er barstjes in dat harnas. De stenen engel (Cossee) van Margaret Laurence verscheen in 1964 maar het relaas van Hagar, met haar tong als een scheermes, is nog steeds uiterst vermakelijk.
(Katja de Bruin)