VPRO Gids 42

15 oktober t/m 21 oktober
Pagina 30 - ‘Hete thee en punky pop’
papier
30

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Hete thee en punky pop

Robert Lagendijk

Deze week verschijnt Green Dream in F# van het Welshe trio The Bug Club. De debuutplaat bevat veertien puike punkpopliedjes met slimme breaks die soms de twee minuten niet eens aantikken. ‘In Glasgow beseften we dat het menens werd.’

The Bug Club (vlnr): Dan Matthews, Sam Willmett en Tilly Harris

Lang hoeven Sam Willmett (gitaar/zang) en Tilly Harris (bas/zang) van The Bug Club niet na te denken als ze gevraagd worden naar drie hoogtepunten uit hun nog prille bestaan als band. Als eerste noemt Willmett in het voorprogramma spelen van de zielsverwanten van Pip Blom. ‘Dat was onze eerste echte tour en zo hadden we meteen heel veel optredens. Pip Blom is echt een geweldige band en het zijn leuke mensen.’ Op twee staat volgens hem de laatste show van de eerste echte eigen tour, dus als hoofdact. ‘Dat was in Cardiff. Het concert was uitverkocht en het werd een fantastische show met het beste publiek ooit.’ Harris komt met het derde hoogtepunt. ‘De eerste keer dat we ver van huis optraden, in The Hug and Pint in Glasgow. ‘We deden de soundcheck en gingen ervanuit dat er ’s avonds niemand zou komen, maar de zaal was goedgevuld. We keken elkaar aan en dachten: wie zijn al deze mensen? Waarom kennen ze ons? Toen beseften we dat het menens werd.’

‘Francis Rossi noemde mij een gobshite. Ik denk dat hij dat als compliment bedoelde’

Sam Willmett

The Bug Club uit het plaatsje Caldicot in Wales maakt aanstekelijke garagepunkpop. Het aantal akkoorden dat de drie op Green Dream in F# gebruikt is op één hand te tellen, maar ze worden stuk voor stuk briljant ingezet: catchy liedjes met een eenvoudig, stampend ritme eronder. Slimme breaks doen je verlangen naar wat er daarna komt. Yes! Weer zo’n puike popsong en weer net onder de twee minuten. Je kunt er prima op pogoën of dansen. Harris: ‘Maar dat doet ons publiek niet. Ze zingen mee en dat is best bizar. Soms zingen ze zo hard dat ik mezelf niet eens meer kan horen.’ Willmett: ‘En we spelen al zo hard, dus dat is erg knap, haha.’

Status Quo

En dan is er nog dat andere geinige feitje: het derde optreden van The Bug Club was in het kasteel in thuishaven Caldicot, als voorprogramma van de legendarische Londense rockers Status Quo. Een hoogtepunt werd het alleen niet. Willmett: ‘Het was een rare speling van het lot. Zij wilden per se in een kasteel spelen, en dat werd Caldicot. En als opener wilden ze een lokale band. Dat werden wij dus. Francis Rossi noemde mij een gobshite [lulhannes, red.]. Ik denk dat hij dat als compliment bedoelde. Maar in 2016 waren we nog een totaal andere band. Tilly speelde toen nog gitaar en we waren met z’n vijven – niet te vergelijken met wat we nu doen. We hadden toen ook nog niets uitgebracht.’

The Bug Club van dat optreden in het kasteel leidt uiteindelijk nergens toe en als Harris, Willmett en drummer Dan Matthew besluiten om als trio verder te gaan, blijft alleen de naam behouden. Willmett en Matthew leerden elkaar kennen op het BIMM Institute in Bristol, de grootse muziekopleiding van Europa. Willmett studeerde gitaar, Matthew drums. Studeren was niets voor Willmett, maar Matthew maakte de opleiding af en ze kwamen weer met elkaar in contact toen Willmett en Harris een drummer voor hun band zochten. Willmett: ‘Vervolgens heb ik hem met mijn torenhoge studielening gekocht. Haha. Sindsdien spelen we samen.’

Hij vervolgt: ‘Het plan was: met zo weinig mogelijk mensen zo veel mogelijk voor elkaar krijgen. Daarnaast klinken we als trio een stuk strakker en vormen we meer een eenheid.’

Als vervolgens de pandemie uitbreekt en de lockdowns van kracht worden, besluiten de drie er hard aan te trekken. Er wordt zo goed en zo kwaad als het gaat geoefend en als het even kan, duikt The Bug Club de studio in. Sindsdien verschijnt er af en toe een single of een ep, soms digitaal, soms fysiek. En nu verschijnt dan eindelijk het frisse, prettig ontregelende debuut Green Dream in F# op Bingo Records, een slagkrachtig label uit Sheffield met hoofdzakelijk lekkere, enthousiaste bandjes.

Spytty the Dog

Willmett, Matthew en Harris houden er een eigenaardige manier van werken op na. Af en toe sluit Willmett zich op in een kamer, waar hij non-stop teksten en muziek schrijft. ‘Ik maak een kop idioot hete thee en probeer een liedje af te hebben voor de thee is afgekoeld. Op die manier schrijf ik er zo veel mogelijk op een dag en dat doe ik zo veel mogelijk dagen achter elkaar.’

Het ene liedje dat zo ontstaat leidt tot het volgende. Na een snel punknummer, volgt iets rustigs. ‘Ik ga telkens verder waar ik gebleven was. Zo ontstaan ook de korte tussenliedjes. Op een gegeven moment kom ik naar buiten met teksten en akkoorden. Dan kleuren Tilly en Dan de muziek verder in. Wat ik schrijf is op veel manieren te interpreteren. En uiteindelijk krijgt iedereen credits, dan zijn de nummers van ons drieën.’

‘We zijn altijd blut, maar daar zijn we aan gewend. In Wales is iedereen altijd armer dan in Engeland’

Tilly Harris

Willmett en Harris wonen met hun hond Ted – een kruising tussen een greyhound en een terriër – in Caldicot. De twee zijn een stel en ze zijn supporters van Newport County, een voetbalclub uit Zuid-Wales die uitkomt in de Engelse competitie. Vooral vanwege de goede sfeer, de clubkleuren en de mascotte, een hond. Ze kennen de man die in het pak van Spytty the Dog zit persoonlijk en Spytty heeft beloofd naar concerten van The Bug Club te komen. ‘Maar eigenlijk hebben we geen verstand van voetbal,’ bekent Harris, die sinds haar veertiende een relatie heeft met Willmett: highschool lovers. Net zo lang als ze samen muziek maken, wat meteen verklaart waarom hun stemmen zo prettig versmelten. Willmett: ‘En als we nu op tournee gaan, hoeven we elkaar niet te missen.’

Gouden tijden

Het leven in Wales is aangenaam, vinden Willmett en Harris. ‘Ook al zijn we altijd blut,’ zegt Harris. ‘Maar daar zijn we aan gewend. In Wales is iedereen altijd armer dan in Engeland. Daar hebben ze er dan ook meer moeite mee dat het ze nu even niet voor de wind gaat.’

De twee hebben hun bijbaantjes al een tijdje gedag gezegd omdat het goed gaat met de band: veel optredens, goede recensies en ze worden omarmd door het nationale muziekstation BBC Radio 6 Music. Inmiddels zijn het ook gouden tijden voor de veelkleurige muziekscene van Cardiff, een prettige stad die dertig kilometer verderop ligt en waar iedereen elkaar lijkt te kennen. Alle goede bars en clubs zitten in hetzelfde straatje. Spin in het web is ene Tom Rees, de flamboyante frontman van de band Buzzard Buzzard Buzzard uit de Welshe hoofdstad. Hij heeft een eigen geluidsstudio en produceert onder meer The Bug Club.

Daarnaast is er het buurthuis-slash-taalcentrum Clwb Ifor Bach, ook bekend als The Welsh Club. Hier kunnen lokale bands optreden en de zaal biedt ook ondersteuning bij managementstaken. Het niveau van de bands in Cardiff is hoog en er gebeurt nu echt iets voor veel groepen, vertelt Willmett. ‘We steunen elkaar enorm en van afgunst is geen sprake. We doen allemaal ons eigen ding en de taart is groot genoeg.’

Met de release van het debuut breekt er een drukke tijd aan voor de band. In oktober en november doet de bus van The Bug Club zo ongeveer alle hoeken van Groot-Brittannië aan en op 23 oktober mag het drietal in de prestigieuze Londense zaal The Roundhouse het voorprogramma verzorgen voor de indiegoeroes van Pavement. Tussen de bedrijven door zien ze ook nog kans Nederland aan te doen voor vier optredens.

Leuk voor The Bug Club, maar slecht nieuws voor Ted de hond. Die moet het even zonder Willmett en Harris stellen. Hij blijft in Caldicot, want als echte buitenhond haat hij concertzalen.

Green Dream in #F

The Bug Club
Bingo Records

meer muziek