VPRO Gids 12

19 maart t/m 25 maart
Pagina 14 - ‘Opeens oorlogsverslaggever’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Opeens oorlogsverslaggever

Tara Lewis

Hoe werken VPRO-makers in oorlogstijd? Journalisten Maaike Schoon van Buitenhof en Michiel Driebergen van Bureau Buitenland vertellen over hun roerige weken, hun dilemma’s en werkwijze.

Oekraïense vluchtelingen in de Poolse stad Przemysl wachten bij een bus die naar Duitsland gaat, 8 maart 2022

Maaike Schoon is namens de VPRO een van de drie presentatoren van Buitenhof

‘De oorlog hing al weken in de lucht, we hadden er vier uitzendingen op rij aandacht aan besteed. De status quo was vrij lang dat de Amerikanen en Russen allebei iets anders zeiden. Het was daardoor heel onduidelijk wat er precies aan de hand was, en je wist niet hoe de oorlog eruit zou komen te zien. Mensen hielden bijvoorbeeld rekening met een cyberoorlog, maar dat is allemaal onzin gebleken.

Ik deed de uitzending in het weekend voor de inval. Twan Huys belde die vrijdag 17 februari, dat ze bezig waren met wapenoefeningen. En Lieke Kwant, onze eindredacteur, belde zaterdagochtend dat het haar niet lekker zat. Zij heeft tien jaar bij Nieuwsuur gewerkt, dus ze heeft een goed ontwikkeld nieuwsgevoel. Alleen feitelijk was er nog niks gebeurd. Die dag hebben we nog gebeld met Eva Hartog, een correspondent in Rusland. Die zag bijvoorbeeld nog geen verschuivingen op de staatstelevisie. Toen hebben we toch besloten om haar de volgende dag kort even in de uitzending te halen.

‘We houden nu met alles rekening: wat als Kiev valt, wat als er kernbommen vallen? Welke duiding moet je dan hebben?’

Maaike Schoon

Die nacht bleek dat Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de NAVO, tijdens een conferentie in München had gewaarschuwd voor een zeer hoog risico op een grootschalige Russische inval van Oekraïne. Om zeven uur ’s ochtends appte ik met Lieke dat we toch de uitzending van die dag gingen omgooien. Want het ging gebeuren die oorlog, dat wisten we.

De avond daarvoor hadden we nog gebeld met Kati Piri, PvdA-kamerlid, die op de NAVO-conferentie was; alleen zondagochtend kregen we haar niet meer te pakken. Ze woont in Den Haag en onze studio is in Amsterdam, dus Lieke besloot om een taxi te sturen. Als ze dan niet bleef opnemen, kon de taxichauffeur aankloppen en haar onze redacteur aan de telefoon geven. Uiteindelijk nam ze net op voordat hij aankwam. Ze twijfelde nog wel even, maar uiteindelijk is ze in de taxi gestapt. Normaal bereiden we zo’n gesprek een paar dagen dagen voor, nu hadden we een kwartier. 

Uiteindelijk was het omgooien van de uitzending een journalistieke gok, want het had ook nog weken rustig kunnen blijven, maar de volgende dag gaf Poetin zijn beruchte speech en wisten we dat we de juiste keuze hadden gemaakt. De uitzending daarna stond natuurlijk volledig in het teken van Oekraïne, met Frans Timmermans, Steven Lee Myers en Derk Sauer. Onze redactie onderhoudt goed contact met bepaalde sprekers, presentatoren spelen daar ook een rol in. Dat betaalt zich uit als je een crisis hebt, dan zijn de lijnen kort.

Normaal zijn we van de verdieping en een stukje actualiteit. Nu het oorlog is, word je meer een actualiteitenprogramma. Omdat we wekelijks uitzenden is onze werkwijze altijd al om voorbij het nieuws naar overkoepelende, grotere thema’s te kijken, en naar wat er de komende weken zal gebeuren. Lieke is gelukkig goed in het maken van scenario’s, dat deed ze ook tijdens corona: wat doe je als een gast ineens uitvalt? Dus nu houden we met alles rekening: wat als Kiev valt, wat als er kernbommen vallen? Welke mensen heb je dan nodig en welke duiding moet je hebben?

Het onderscheidende van Buitenhof is dat we de tijd hebben om mensen uitgebreid te interviewen. En het lukt ons om grote, internationale gasten in de uitzending te hebben. We hebben kijkers die veel informatie aankunnen én willen. We spelen echt de rol van duider, niet van entertainer.’

Michiel Driebergen is freelancer bij VPRO’s Bureau Buitenland en bij dagblad Trouw

‘Begin maart ben ik in Nederland aangekomen. Mensen denken dat ik dan “thuis” of “terug” ben, maar mijn werk en een groot deel van mijn leven is al acht jaar in Oost-Europa, afwisselend in Krakau en Kiev, dus de vraag is juist wanneer ik weer terug zal gaan.

Eigenlijk is het al heel lang oorlog in Oekraïne, in de Donbas. Daar zijn tot nu toe 14.000 doden gevallen, veel meer dan nu sinds de “grote” oorlog uitbrak. Ik voelde al langer dat dit elk moment veel groter zou kunnen worden, omdat een frontlinie van 400 kilometer spannend is. Het vechten is nooit echt opgehouden, dus dat was een explosieve situatie.

‘Ik ben wel in de loopgraven geweest met een kogelvrij vest, maar daar zitten niet de echte verhalen’

Michael Driebergen

Mijn perspectief is wat dat betreft anders dan van veel journalisten, omdat ik al zoveel langer getuige ben van een gruwelijke oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Alleen was dat ook een vreemde oorlog, omdat Rusland ontkende daar aanwezig te zijn. De MH17-aanslag heeft heel veel aandacht getrokken voor de Nederlandse slachtoffers, maar gek genoeg niet voor het conflict. Ik heb daar wel alles aan proberen te doen, maar mijn platforms zijn ook beperkt; mijn boodschap is nooit aangekomen.

Nu is het volledig de andere kant opgeschoten met enorm veel aandacht, dat had ik dan weer nooit verwacht. Vanuit Oekraïne zag ik beelden vanuit Amsterdam vol met Oekraïense vlaggen. Pas toen begreep ik dat mensen echt met de oorlog bezig waren waar ik al zo’n beetje in zat. Ik kwam in Nederland en zag hier de vlag uithangen op de stadhuizen, de 555-actie en de aandacht die er is in het nieuws. Ik ben daar heel blij mee en het is ook terecht: dit heeft alles in zich om een nog veel grotere oorlog te worden.

Door de massale aandacht die er nu voor de oorlog is, zal ik nog meer de achtergrond en verdieping opzoeken. Ik kan me beter richten op documentaire-achtige producties dan nieuwsverhalen over vluchtelingen die je elke dag op tv ziet. Van de weeromstuit ben ik een oorlogsverslaggever geworden, maar dat was niet de bedoeling. Het heeft voor mij geen zin om de frontlinie op te zoeken, daar zijn anderen veel beter in. Ik ben wel in de loopgraven geweest met een kogelvrij vest, maar daar zitten niet de echte verhalen; die zitten daar net achter, waar mensen wonen en angstig zijn. Op hen wil ik me richten: waarom ze vluchten, of juist niet. Hoe hun economische toestand is, hoe relaties veranderen als mannen en vrouwen worden gescheiden. Verhalen over de pijn achter de oorlog.

Ik hoop over een week terug te gaan, het ligt er even aan hoe het dan met me gaat. Ik heb veel meegemaakt de afgelopen weken en ik ben een beetje moe. Ik heb een hele lange tocht gemaakt van Oost- naar West-Oekraïne met evacués, waarin ik mezelf ook heb geëvacueerd. Ik had daarna letterlijk geen ideeën voor verhalen meer. Het land waar ik al die jaren met plezier gewerkt heb is kapot aan het gaan, dus ik moet nu even bedenken hoe het verder moet. Ik moet een andere manier van werken verzinnen die ik ook vol kan houden. En ik heb veel vrienden en kennissen om wie ik bezorgd ben. Dus ik moet wel de afstand vinden om verhalen te kunnen blijven maken. Of dat kan weet ik niet, maar ik ga het wel proberen.’

Kijk op vprogids.nl/oekraine voor meer kijk-, luister- en leestips over Oekraïne