VPRO Gids 50

11 december t/m 17 december
Pagina 19 - ‘Berlijn smaakt naar meer’
papier
19

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Berlijn smaakt naar meer

Laurens Bluekens

De documentaire 'Verhalen van Berlijn' laat onder meer zien hoe Berlin Global tot stand is gekomen. Deze expositie over het moderne Berlijn werd opgezet door Nederlander Paul Spies, sinds 2016 directeur van de Berlijnse stadsmusea. Hij geeft de VPRO Gids een rondleiding. ‘Soms moet je gewoon keuzes maken.’

Het Humboldt Forum is gebouwd op de plaats waar ooit het Berlijnse stadsslot stond

Het is een kraakheldere, koude herfstavond. Op de achtergrond draait het verlichte reuzenrad van de kerstmarkt op Alexanderplatz, nog iets verder knipperen vredig de rode lampen op de piek van de Fernsehturm, een eindje boven de bekende zilveren bol. Ergens tussen de Berliner Dom en het Rotes Rathaus ligt het kolossale Humboldt Forum, zoals het stadsslot officieel heet, er sprookjesachtig bij.

‘Ik probeer de cultuur te behoeden voor oppervlakkigheid door oppervlakkigheid te omarmen en te gebruiken’

Paul spies

Het bouwwerk is deels een replica van het voormalige paleis van de Hohenzollerns, het vroegere vorstenhuis van Pruisen en Duitsland, dat eeuwenlang op dezelfde plek stond. Het slot raakte in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en werd daarna met de grond gelijkgemaakt door de communisten van de in 1949 opgerichte Duitse Democratische Republiek (ddr). Zij vonden het een symbool van imperialisme en kolonialisme en bouwden op dezelfde plek het Palast der Republik, met daarin het Oost-Duitse parlement en een cultuurcentrum waar het volk zich kon amuseren, compleet met bowlingbaan. Na de Duitse hereniging zat het Berlijnse stadsbestuur in zijn maag met het leegstaande Palast, dat herinnerde aan de Oost-Duitse dictatuur. Jarenlang duurde het getouwtrek over het al dan niet afbreken van het Palast en het herbouwen van het voormalige stadsslot. Uiteindelijk kwam het er toch van en afgelopen zomer opende het slot zijn deuren.

Drie van de vier gevels zijn reconstructies van de buitenmuren van het barokke stadspaleis. Maar wie door de poorten loopt, stuit op een reeks hagelwitte, strakke binnenpleintjes, bistro’s en musea. Binnen is het even modern, al hangen her en der ook voorwerpen die herinneren aan het Palast der Republik. Oude bewegwijzering bijvoorbeeld, of bolvormige lampen, waarvan er duizenden aan het plafond hingen – zo veel dat het gebouw in de volksmond ook wel Erichs Lampenladen werd genoemd, naar ddr-roerganger Erich Honecker. In het gebouw krioelen geïnteresseerden door elkaar en is het wat lastig navigeren, maar gelukkig zijn er tientallen vriendelijke suppoosten die de weg wijzen.

Curryworstsaus

Bovenaan de roltrappen die leiden naar de expositie Berlin Global rondt Paul Spies (61) net een werkbezoek af van twee chocolatiers. Zij werken aan pillen waarmee bezoekers straks kunnen proeven hoe Berlijn smaakt: curryworstsaus. ‘Eigenlijk hadden we de smaakpillen al eerder willen hebben, maar dat kon vanwege corona niet. Dan hadden we ze in het magazijn moeten laten liggen en waren ze aan elkaar gaan kleven,’ zegt Spies. Enthousiast laat hij op zijn telefoon het ontwerp zien van het toekomstige proefstation.

In de openingsruimte vergapen bezoekers zich aan een bonte, moderne muurschildering over Berlijn en de wereld. Zo is onder meer het verdelen van Afrika onder Europese grootmachten op de Koloniale Conferentie van Berlijn (1884-1885) te zien en elders zijn de gebroeders Humboldt afgebeeld, de wetenschappers en ontdekkingsreizigers naar wie het paleis is vernoemd. Om meer te weten te komen, kunnen bezoekers een soort draaiende monitor op details van de muurschildering richten. De schildering, de smaakpillen en de digitale foefjes, het is Berlin Global ten voeten uit: gericht op ervaringen, visueel spectaculair, weinig lappen tekst. Spies, die zijn sporen verdiende door het Amsterdam Museum nieuw leven in te blazen, is naast curator van Berlin Global ook directeur van vijf andere Berlijnse stadsmusea. ‘We wilden hier niet hetzelfde doen als in de andere musea en we richten ons vooral op jongeren,’ zegt hij. ‘99 procent van het overige aanbod is al gericht op cultuurliefhebbers. En op internet is van alles in de aanbieding, waardoor alles sneller en oppervlakkiger is geworden. Ik probeer de cultuur te behoeden voor oppervlakkigheid door oppervlakkigheid te omarmen en te gebruiken. Daar zijn sommige traditionele museumbezoekers enigszins verontwaardigd over, maar voor hen is de tentoonstelling ook niet per se gemaakt.’

Verliezers

Een voorbeeld van de manier waarop Spies oppervlakkigheid gebruikt, bevindt zich in een zaal waarin zeven thema’s worden geïntroduceerd die het moderne Berlijn typeren: van oorlog tot mode en van revolutie tot Freiraum. Op de voorkant van een zuil over revolutie is een overbekend beeld te zien: een feestende menigte op de resten van de zojuist gevallen Berlijnse Muur. Op de achterkant volgt de verdieping: daar wordt het cliché doorbroken. De val van de Muur mag dan de boeken in zijn gegaan als een vreedzame revolutie, er waren ook verliezers. Turken in West-Duitsland raakten hun baan kwijt aan goedkope arbeiders uit de ddr die beter Duits spraken, terwijl veel andere Oost-Duitsers het juist zwaar kregen doordat de economie vrijwel volledig was ingestort en Angolese gastarbeiders die in de ddr hadden gewerkt zonder pardon werden teruggestuurd naar Afrika. Spies werkte voor de expositie uitvoerig samen met Berlijners die de geschiedenis van de stad zelf meegemaakt hebben. ‘Het museum is altijd in beweging. We hebben drie plekken met tijdelijke tentoonstellingen en daarin laten we bepaalde groepen aan het woord. Zo is er net een expositie geopend over de positie van Sinti en Roma, iets waar we veel te weinig van weten en dit verhaal krijgen we helemaal van hen te horen. Het museum biedt daarvoor ruimte, budget en ondersteuning.’

‘De deur van Tresor staat niet alleen voor vrijheid, maar ook voor uitsluiting. De uitsmijters selecteren namelijk vaak op uiterlijk en herkomst’

De tentoonstelling zit vol met ingenieuze details die zonder de begeleiding van de museumdirecteur misschien niet zouden zijn opgevallen. Spies loopt naar de afdeling over Dora Richter, de eerste persoon die een volledige geslachtsverandering van man naar vrouw onderging, in het Berlijnse Institut für Sexualwissenschaft. Hij wijst naar de schermen waarop de geschiedenis van transgenders in Berlijn wordt verteld. ‘De schermen bewegen zich op een rail van voren naar achteren. Hoe liberaler het klimaat voor transgenders in een periode was, hoe verder de schermen van de bezoeker af komen te hangen, en andersom. Als we bij de Weimarrepubliek zijn, hangen de schermen verder weg en is er veel ruimte. Als het Derde Rijk aan de beurt is, hangen de schermen voor je neus en voel je je ingesloten.’

Tresor

Het meest instagrammable museumstuk is de voormalige toegangsdeur van undergroundclub Tresor. Onder de grond bij de Potsdamer Platz, waar het niemandsland langs de Muur tussen Oost- en West-Berlijn het breedst was, ontdekten een paar avontuurlijke Berlijners in 1991 de kluis van het vernietigde Joodse warenhuis Wertheim, gebouwd in 1852. Daarin werd Berlijns eerste technoclub geopend, die uitgroeide tot legendarisch symbool van de Technohauptstadt. Tresor bestaat nog, maar de club moest een paar keer verhuizen. Spies glimt van trots als hij de roestige ijzeren deur van de oorspronkelijke locatie laat zien. ‘Dit is de Berlijnse geschiedenis van halverwege de negentiende eeuw tot nu samengevat. Maar het is ook op een andere manier een metafoor. De deur staat niet alleen voor de vrijheid van de technocultuur, maar ook voor uitsluiting. De uitsmijters selecteren namelijk niet zelden op uiterlijk, herkomst en uitstraling.’

In een reusachtige discobol even verderop dansen bezoekers met silent-disco-koptelefoons op muziek die Berlijn met de wereld verbindt. De tentoonstelling schetst een levenslustig en zelfverzekerd beeld van een stad waarin ook veel gruwelijks is gebeurd. Dat heeft Spies vaker gehoord, zegt hij. ‘Mensen hebben het gevoel dat hier toch wel iets wordt gevierd. We kraken kritische noten, maar de grondtoon is dat deze tentoonstelling is opgezet door iemand die van deze stad houdt. Dat kan ik alleen maar toegeven.’

Besteedt de expositie bijvoorbeeld ook aandacht aan de Wannseeconferentie, waar in 1942 de ‘definitieve oplossing’ voor het ‘Jodenprobleem’ werd bekokstoofd? ‘We doen niet alles,’ pareert Spies. ‘Hoeveel tentoonstellingen over de Wannseeconferentie zijn er al in deze stad? Genoeg. Maar ik heb natuurlijk wel te maken met de wetenschappelijke raad en die heeft gezegd: Paul, je moet het ook over de Holocaust hebben. Daar moet ik dus wel iets mee, maar wel op mijn manier.’

Stevig statement

De Nederlander loopt naar een kleine vitrine met persoonlijke spullen die zijn opgegraven in vernietigingskamp Maly Trostenets in Wit-Rusland: brilmonturen, vingerhoedjes, een metalen steunzool. Het zijn eigendommen van Joden die er werden vermoord door de nazi’s, onder wie hoogstwaarschijnlijk ook Cora Berliner. Als pars pro toto voor de Holocaust koos men ervoor het levensverhaal van deze Duitse econoom en wetenschapper te belichten. Spies: ‘Bij het zien van die brilletjes en die steunzool lopen de rillingen over mijn lijf. Het is erg heftig. Sommige historici en tentoonstellingsmakers zeggen: dat moet je niet laten zien. Toch doe ik het.’ Ook stevige politieke statements schuwt de museumdirecteur niet blijkens een lege plek die afgezet is met paaltjes. ‘Hier staat het monument voor de genocide in Afrika en de slachtoffers van het kolonialisme,’ licht hij toe. De Duits-Ghanese kunstenaar Philip Kojo Metz liet voor de feestelijke opening van het project een aantal flinke houten dozen het museum in slepen: allemaal leeg. De boodschap is duidelijk: de gruwelijkheden in Afrika mogen wel een prominentere plaats krijgen in de Berlijnse herinneringscultuur.

‘Duitsers vinden het heel ingewikkeld om de juiste balans te vinden in de omgang met hun geschiedenis’

Zou een Duitse museumdirecteur ook zo’n eigenzinnige expositie met gedurfde keuzes in elkaar hebben gezet, nota bene in een paleis dat nogal omstreden is? Niet zo snel, denkt Spies. ‘Nederland is natuurlijk ook niet altijd braaf geweest, maar als Nederlander ben ik niet belast met de Duitse geschiedenis. Duitsers vinden het heel ingewikkeld om de juiste balans te vinden in de omgang met hun geschiedenis. Soms moet je alleen niet op zoek naar de balans, maar gewoon kordaat keuzes maken. Ik ben niet bang en dat is wat ze zochten, denk ik. Dan hoor ik altijd de kritiek: ja, maar je vergeet dit en dat, enzovoorts. Ik denk dan: less is more is een bewuste keuze. En als het me niet bevalt, kan ik gewoon terug naar Nederland.’