VPRO Gids 48

27 november t/m 3 december
Pagina 10 - ‘Ooit weer slapen’
papier
10

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Ooit weer slapen

Hugo Hoes

In ‘De slapelozen’ bezoekt Frits Spits de gasten die hij eerder dit jaar ontving in zijn nachtelijke radioprogramma. Chronische slapeloosheid is een onderschat probleem, weet onderzoeker Eus van Someren van het Nederlands Herseninstituut. ‘Slaap ruimt stress op.’

Professor Eus van Someren (1960) leidt de afdeling Slaap en Cognitie van het Nederlands Herseninstituut, waar hij al jaren onderzoek doet naar chronische slapeloosheid. De VPRO Gids ging met hem in gesprek over dit probleem en vroeg wat de oorzaken, gevolgen en oplossingen zijn.

Ik hoor steeds vaker over mensen die lijden aan slapeloosheid. Neemt het toe?

Van Someren: ‘Steeds meer mensen hebben chronische slaapproblemen. Dat komt denk ik door een bepaald type stress. Het soort dat veel aanspraak doet op communiceren, denken en met het brein bezig zijn. Als mensen daar gevoelig voor zijn gaan ze slecht of slechter slapen.’ 

‘Een goede behandeling van slapeloosheid halveert het risico op het ontstaan van een klinische depressie’

Eus van Someren
Om hoeveel mensen gaat het?

‘Een op de drie mensen heeft weleens een paar slechte nachten achter elkaar. Bij een op de tien echter is het chronisch. Dat is hartstikke veel en het is gek dat er zo weinig voor hen wordt gedaan. Je kunt geen behandeling vergoed krijgen als slapeloze. Ooit zaten slaappillen in de ziektekostenverzekering. Dat is niet ideaal, maar uiteindelijk voor een kleine groep wel nodig. De vergoeding daarvoor is afgeschaft en er is niets voor in de plaats gekomen. Politiek gezien bijzonder slecht beleid. Je zou slapelozen cognitieve gedragstherapie moeten aanbieden.’ 

Een miskend probleem?

‘Absoluut. Je komt pas in aanmerking voor een behandeling als je een depressie ontwikkelt en de kans daarop is aanzienlijk als je niet van je slapeloosheid afkomt.’ 

Als het kalf verdronken is…

‘Echt idioot. Een goede behandeling halveert het risico op het ontstaan van een klinische depressie. Als je alleen al denkt aan hoe ontwrichtend zoiets is voor iemand en voor zijn omgeving dan moet je toch gewoon alle slapelozen behandelen. Daar los je niet alles mee op, maar het draagt enorm bij aan onze maatschappij. Via ons slaapregister.nl zoeken we nu vrijwilligers om te kijken of men sneller herstelt van angsten en trauma’s als je beter slapend de behandeling hiervoor ingaat.’

Is slapeloosheid eerlijk verdeeld over de wereld?

‘Het is omgekeerd evenredig met inkomen en sociaal-economische status. Misschien omdat in lagere klassen minder kennis is over slaapverbeterende leefgewoontes, maar ook door verstorende factoren. Simpel gezegd: als je welgesteld bent en er wordt ’s nachts van en naar Schiphol gevlogen over je huis dan kun je verhuizen, maar niet iedereen kan aan dergelijke stressvolle omstandigheden ontsnappen. Vrouwen hebben 1,4 keer meer kans dan mannen om slapeloosheid te krijgen. Verandering van hormonen en nachtelijke opvliegers tijdens de overgang maken het er niet beter op. Als je slapelozen vraagt naar hun slaapervaringen als kind, hoor je dat de aanleg er al veel vroeger was. Dan wordt het niet herkend als een stoornis en pas verder in het leven wordt het problematisch. We hebben onlangs ontdekt dat genetische varianten die het risico op slapeloosheid verhogen de slaap zelfs bij peuters al merkbaar beïnvloeden.’

Het is dus erfelijk.

‘De kans dat je het krijgt wordt voor veertig procent door erfelijkheid bepaald. Dat wil niet zeggen dat je er dus niets aan kunt doen. Als je weet welke genen daarbij betrokken zijn, hebben wij onderzoekers weer wat om over na te denken. Wat doen die genen eigenlijk? In welke hersengebieden zijn die actief? Waar moeten we zoeken naar de kwetsbaarheden?’

Vertel.

‘In de hersenen zitten circuits die bepalen of je wakker bent of slaapt, zoals de biologische klok. Ik dacht altijd dat slapeloosheid daar moet zitten. Dat viel wel tegen. De genen waarvan de “verkeerde” variant je voorbestemmen tot slapeloosheid worden nauwelijks gebruikt bij de biologische klok of andere structuren in het brein die slaap regelen. We vinden ze veel meer in de hersenstructuren die aandacht en emoties regelen. Een mooi inzicht. Misschien gaat het best wel goed met de slaapregeling zelf, maar staat iets anders dit in de weg. Komt stress veel harder binnen en wordt die minder goed verwerkt. Dan moeten we niet proberen beter te slapen, maar de stress reduceren of voorkomen.’

Slaap en slapeloosheid liggen dus nogal ver uit elkaar.

‘Het is een ingewikkeld verhaal. Je kent de uitdrukking “er een nachtje over slapen”: de volgende dag blijkt een probleem dan eigenlijk wel mee te vallen en best oplosbaar. Slapen helpt. Goede slapers herkennen dat. Als hersenonderzoekers zijn we geïnteresseerd in hoe dat kan. Problemen en stressvolle ervaringen worden ’s nachts als een filmpje afgedraaid. Niet via een projectiescherm, maar die ervaringen zijn gerepresenteerd in verbindingen tussen vele zenuwcellen. Een voorbeeld. Als je bij een kruispunt een verschrikkelijk ongeluk hebt gezien, representeren ze vele verschillende dingen: visuele waarneming, je hebt iets gehoord, je hart ging sneller kloppen, het zweet stond in je handen, je had knikkende knieën en misschien werd je zelfs een beetje misselijk.’

Fysieke respons.

‘Ja, en als je later op de dag iemand over dat ongeluk vertelt, voel je dit waarschijnlijk weer. Heb je er een nachtje over geslapen dan is de fysieke respons van de ervaring afgepeld. Slaap ruimt stress op. Je weet nog dat het verschrikkelijk was en dat je voortaan extra alert moet zijn bij dat kruispunt. Die koude kennis ben je niet kwijt, maar de link naar datgene in het brein dat je hart sneller laat kloppen, je handen doet zweten en de knieën laat knikken ben je kwijt. Dat proces vindt ’s nachts plaats in de remslaap, vooral als die mooi rustig is. Bij mensen die onrustig slapen werkt dat proces niet goed. Sterker nog, het kan zelfs averechts werken. Denken ze een dag later aan dat ongeluk, dan raken ze nog meer van slag. Is de verbinding tussen de koude kennis en datgene in je hersenen dat de vervelende fysieke reactie aanstuurt versterkt in plaats van verzwakt. Slapeloosheid speelt niet alleen ’s nachts maar ook overdag. Mensen zijn gespannen, nemen de stress van gisteren mee naar vandaag en dan naar morgen. Het stapelt zich op en dan is het niet gek dat iemand een depressie ontwikkelt. Kun je daar nou iets aan doen?’

Goede vraag.

‘Met cognitieve gedragstherapie voor insomnie kun je de hoeveelheid rusteloze remslaap reduceren. Onder meer door de slaap korter te maken. Dat willen slapelozen niet, logisch, maar zo verminder je de verbrokkeling. Bijkomend voordeel is dat je een deel van de remslaap wegneemt want die zit aan het einde van de nacht. Ga je van zevenenhalf uur slecht slapen naar zesenhalf uur iets beter. Bijna iedereen denkt dat je acht uur slaap nodig hebt, maar ben je boven de vijftig, zestig jaar dan is dat vaak helemaal niet meer mogelijk en werkt dat proberen averechts. Ook is het niet raar om een paar keer per nacht wakker te worden. Verwachtingen moeten dus worden bijgesteld. En zorg ervoor dat je geen stress aanmaakt voordat je naar bed gaat. Nooit moeilijke gesprekken voeren met je partner in de avond. Wat doe je in de slaapkamer?’

‘Slechte slapers blijven overdag ook wakker, ook al zijn ze bekaf en doodmoe’

Seksen of slapen.

‘Precies, geen andere dingen. Dat is tegenwoordig lastig, nu er iPads of smartphones naast het bed liggen. Wordt toch even het nieuws of WhatsApp gecheckt. Dat hoort niet in de slaapkamer.’

Bij u ligt geen telefoon in de slaapkamer.

‘Nee, maar ik ben niet helemaal representatief. Laatst hoorde ik een van mijn kinderen lachend tegen een kennis zeggen: “Van mijn vader krijg je soms pas de volgende dag antwoord op een appje.” Ik ben niet altijd bereikbaar. Soms moet ik diep nadenken of iets ingewikkelds uitrekenen. Dan doe ik niet mee en ben ik er niet.’

Herkent u slapelozen?

‘Ze zijn vaak een beetje hyper. Goede slapers die een keer slecht slapen zie je bijvoorbeeld op een congres in het halfduister soms wegdommelen. Dat overkomt slechte slapers niet. Die blijven overdag ook wakker, ook al zijn ze bekaf en doodmoe. Maar dat is niet de moeheid die bij slaperig hoort.’

Er wordt weleens gezegd dat we er zonder slapelozen niet meer zouden zijn geweest.

‘Heel lang geleden lagen we ’s nachts niet op een matrasje in de slaapkamer, maar rond het kampvuur met onze stamgenoten. Tegen elkaar aan, in de rook. Dat kampvuur hield wilde dieren op afstand en de rook verjoeg muskieten en andere insecten. Natuurlijk mocht dat vuur niet doven. En wie zorgden ervoor dat het bleef branden? De slapelozen. Bovendien hielden zij alert en waakzaam eventuele naderende vijanden in de gaten. Zonder hen waren we als mensheid allang uitgestorven. Dit is natuurlijk helemaal geen wetenschap, maar ik vind het een mooi verhaal. We zouden dan ook best met wat meer respect naar de slapelozen kunnen kijken in plaats van ze te veronachtzamen.’