Erg veelbelovend klinken ze op het eerste oor niet, die uitspraken die Lieneke Frerichs (1944) bijna 25 jaar geleden deed in een interview in Trouw. ‘Als je Nescio wilt hebben,’ zei ze destijds, ‘dan heb je hem in zijn literaire werk. Hoe hij verder was, interesseert mij ook niet zo. Daar schiet je zo weinig mee op… hoe hij was? Een gesloten, soms wat onaardige man die op een kantoor zat en soms uitviel tegen de meisjes…’
Nescio op het terras van het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis in Amsterdam, 1941