VPRO Gids 44

31 oktober t/m 6 november
Pagina 34 - ‘Spaanse herfst’
papier
34

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Spaanse herfst

Katja de Bruin

Hoewel Spaanstalige auteurs tegenwoordig zelden een groot Nederlands publiek vinden, verschijnen er dit najaar veel boeken van Spanjaarden en Latijns-Amerikanen. ‘Ze schrijven niet allemaal magisch-realistisch.’

‘Dat ik er nog in geloof betekent dat ik óf knettergek ben óf grenzeloos enthousiast óf een totaal naïeve idioot – of alle drie ineen natuurlijk, kan ook nog.’ Dat mailt uitgever Nelleke Geel nadat ze net een lijst heeft gestuurd van alle Spaanstalige auteurs die ze de afgelopen vijftien jaar heeft uitgegeven. Bijna veertig namen telde ze in haar kast, maar van die hele lijst was Carlos Ruiz Zafón de enige gallina die massief gouden eieren legde.

Zafón overleed in juni jl. en er is vooralsnog nog geen nieuwe Spanjaard opgestaan die zulke torenhoge stapels verkoopt als hij. Klonen genoeg, dat wel. Dankzij het immense succes van De schaduw van de wind zijn er nu schrijvers als Ildefonso Falcones, die proberen dat kunstje te imiteren. Toch haalt De schilder van Barcelona, net verschenen, in de verste verten niet de verkoopcijfers van Zafón indertijd.

‘Voor commercieel succes hoeven uitgevers het niet te doen. Schrijvers die in Spanje grootheden zijn, doen het hier niet zo goed.’

Maarten Steenmeijer

Zoals je als boekenwatcher soms de indruk hebt dat er plotseling bovengemiddeld veel Italianen of Noren worden vertaald, zo lijkt het na het doorbladeren van de aanbiedingsbrochures alsof er dit najaar opmerkelijk veel boeken van Spaanstalige auteurs verschijnen. Op zichzelf niet zo gek, want er zijn twintig landen waar Spaans de officiële taal is, maar vraag de gemiddelde lezer vijf namen van Spaanstalige schrijvers te noemen en hij zal vermoedelijk moeite hebben verder te komen dan Isabel Allende en Gabriel García Márquez.

Toch zijn Nederlandse uitgevers de Spanjaarden en latino’s gunstig gezind, vindt Maarten Steenmeijer, hoogleraar aan de Radboud Universiteit en gespecialiseerd in moderne literatuur en cultuur van Spanje en Spaans-Amerika. Steenmeijer, die ook vertaler is, bespreekt al sinds jaar en dag Spaanstalige literatuur voor de Volkskrant en volgt de Spaanse letteren op de voet.

Volgens hem heeft de Spaanse literatuur onder Nederlandse lezers veel krediet. ‘Spanje geldt nog steeds een beetje als een exotisch land. Zeker door lezend publiek wordt het nog altijd geassocieerd met de Spaanse Burgeroorlog en Franco, maar tegelijkertijd kennen we het als een land waar het heel prettig leven is en waar we een goed gevoel van krijgen.’

Prachtlanden

Steenmeijer vindt dat de Nederlandse lezer goed bediend wordt. ‘De Spaanse literatuur heeft veel symbolisch kapitaal. Voor commercieel succes hoeven uitgevers het niet te doen. Schrijvers die in Spanje grootheden zijn, zoals Javier Cercas, doen het hier niet zo goed. Toch worden die in Nederland heel trouw uitgegeven.

Antonio Muñoz Molina is ook zo’n voorbeeld, die wordt al dertig jaar vertaald. De Geus heeft misschien wel twaalf boeken van hem uitgebracht, maar hij vindt hier maar geen echt publiek. Toch zie je bij uitgevers een geloof in die schrijvers.’

Als er iemand tegen de klippen op blijft geloven in haar Spaanstalige auteurs is het Nelleke Geel van uitgeverij Meridiaan wel. In haar lange uitgeversleven gaf ze naast veel Spanjaarden en Catalanen ook schrijvers uit Peru, Chili, Colombia, Mexico en al die andere prachtlanden uit. Sommige door haar uitgegeven boeken vertaalde ze zelf, waaronder alle acht titels van Zafón.

Voor dit najaar heeft ze haar hoop gevestigd op Samanta Schweblin, een Argentijnse met een naam die Duits klinkt, al is daarvoor in haar pas verschenen roman Duizend ogen geen enkele aanwijzing te vinden.

‘Vargas Llosa is heel populair in Vlaanderen. Spaanstalige literatuur doet het daar sowieso goed.’

Paloma Sanchez

‘Zuid-Amerika is zo’n containerbegrip dat eigenlijk niks betekent,’ zegt Geel. ‘Het is heel lastig duidelijk te maken dat Latijns-Amerika uit vrij veel landen bestaat die niet allemaal hetzelfde zijn, en dat het Iberisch schiereiland weer heel anders is. Lezers hebben vaak een bepaald beeld van Latijns-Amerikaanse romans en dat beeld is door de tijd heen uiteraard beïnvloed door García Márquez en Allende, maar ze schrijven daar niet allemaal over de jungle, of magisch-realistisch.

Een boek als Duizend ogen van Schweblin is totaal niet plaatsgerelateerd. Het gaat over de digitale wereld, waar we allemaal mee te maken hebben. Het is het belangwekkendste boek over dit onderwerp sinds The Circle van Dave Eggers, vond ZDF-programma het Literarisches Quarttet, alleen had die de mazzel dat hij Amerikaan is. Overigens speelt dit probleem niet alleen bij Spaanstalige schrijvers, maar net zo goed bij Franse of Duitse. Ik denk weleens dat bepaalde boeken het beter hadden gedaan als ze in het Engels waren geschreven. Dat is toch ons referentiekader, of je het nou leuk vindt of niet.’

Onwaarschijnlijk succes

Terwijl Geel veel spannende nieuwe schrijvers uitgeeft, werkt Paloma Sanchez als uitgever bij Meulenhoff, waar klassieke reuzen als Gabriel García Márquez, Mario Vargas Llosa, Eduardo Mendoza en Javier Marías verschijnen. De laatste roman van Vargas Llosa, 84 inmiddels, is net uit. Bittere tijden gaat over de staatsgreep in Guatemala in de jaren vijftig, volgens de auteur een sleutelmoment in de geschiedenis van Latijns-Amerika.

‘Dat boek hebben we net herdrukt,’ vertelt Sanchez. ‘Vargas Llosa is zo’n auteur die nog altijd een trouwe schare fans heeft. Bittere tijden gaat weer over politiek en Zuid-Amerika. Dat is wat lezers van hem verwachten en waar hij het beste in is. Hij is ook heel populair in Vlaanderen. Spaanstalige literatuur doet het daar sowieso goed.’

Meulenhoff huisvest van oudsher veel grote Spaanstalige schrijvers, wat voor nieuwe auteurs een reden is om ook voor deze uitgeverij te kiezen.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

‘Jesús Carrasco wilde graag bij ons omdat wij Javier Marías hebben. Van zijn debuutroman De vlucht, met die geit op het omslag, hebben we er 60.000 verkocht. Ook Nacht in Caracas, van Karina Sainz Borgo, heeft het goed gedaan terwijl dat over de opstand in Venezuela gaat. Maar we hebben haar begin dit jaar nog naar Nederland kunnen halen voor interviews, onder meer bij Mondo, dat heeft zeker geholpen.’

Ook de klassiekers van Márquez worden trouwens nog steeds verkocht. ‘Honderd jaar eenzaamheid hebben we drie jaar geleden opnieuw laten vertalen. Dat blijft gewoon doorlopen.’

Maarten Steenmeijer heeft zich verbaasd over het enorme succes van Carrasco. ‘Daar zijn er onwaarschijnlijk veel van verkocht, terwijl je van tevoren zou zeggen: zou je dat nou wel doen? Het was geen makkelijk boek.’ Zelf was hij overigens niet zo enthousiast. Iets te barok naar zijn smaak. Voor Steenmeijer is er één Spaanse schrijver die hoog boven de rest uittorent: Javier Marías.

‘Er is geen andere schrijver met een oeuvre dat zo consequent van kwaliteit is, zo origineel, en zo prachtig geschreven. Hij staat niet voor niets al jaren op de Nobelprijslijstjes. Wie nog nooit een boek van Javier Marías heeft gelezen, moest dat maar eens gauw gaan doen.’

Pas verschenen of in aantocht:

Carmen Laforet (Spanje): Nada (Orlando)

Klassieker met cultstatus uit 1945 die zich afspeelt in Barcelona vlak na de Spaanse Burgeroorlog.

Samanta Schweblin (Argentinië): Duizend ogen (Meridiaan)

Maatschappijkritische roman waarin mensen over de hele wereld troost en contact zoeken via een knuffelbeest dat door vreemde ogen wordt bestuurd.

Manuel Vilas (Spanje): Ordesa (Podium)

Autobiografische familiekroniek waarin het Spanje van de afgelopen vijftig jaar het decor vormt.

Mario Vargas Llosa (Peru): Bittere tijden (Meulenhoff)

In het Guatemala van 1954 wordt de regering door militairen omver geworpen, met steun van de CIA, die communistische sympathieën vermoedt.

Javier Cercas (Spanje): De koning van het schimmenrijk (De Geus)

Het verhaal van Cercas’ oudoom die in 1938 sneuvelde in de Spaanse Burgeroorlog en van familieheld veranderde in het zwarte schaap.

Arturo Barea (Spanje): De slag. Madrid tijdens de Spaanse Burgeroorlog (Schokland)

Autobiografische roman over het verzet van de Madrilenen tegen de staatsgreep van Franco’s fascistische militairen.

Agustina Bazterrica (Argentinië): Schitterend lichaam (AtlasContact)

Dystopische roman over een wereld waarin dierenvlees vanwege een virus niet langer eetbaar is.

Almudena Grandes (Spanje): De moeder van Frankenstein (Signatuur)

Roman over een psychiater, een patiënte en een jonge verpleegkundige die gebukt gaan onder de wrede dictatuur van de jaren vijftig.

Benjamin Labatut (Chili): Het blinde licht (AtlasContact)

Roman over natuurwetenschappers Fritz Haber, Werner Heisenberg en Alexander Grothendieck, die dankzij hun uitvindingen de mensheid dichter bij de afgrond brachten.

Eduardo Halfon (Guatemala): Duel (Wereldbibliotheek)

In Guatemala geboren en vanaf zijn tiende in de VS opgegroeide schrijver gaat op zoek naar zijn Joodse wortels in Polen, Libanon, Syrië en Egypte.