VPRO Gids 31

1 augustus t/m 14 augustus
Pagina 4 - ‘Van de clichés, verlos ons Heer!’
papier
4

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Van de clichés, verlos ons Heer!

Dirk-Jan Arensman

De Britse archeoloog Neil Price verdiept zich al 35 jaar lang in het Vikingtijdperk. Eind augustus verschijnt De Vikingen. Een nieuwe geschiedenis, een studie waarin hij talloze ingesleten clichés ontkracht.

Een vrouwelijke Vikingkrijger? Reconstructie van de persoon die in een graf in Birka werd gevonden. De kledingdetails zijn gebaseerd op andere vondsten in Birka en in de Kaukasus.

Je ziet het al aan zo’n gortdroog, (quasi)terloops zinnetje in een alinea over de vikinghelm, waarover al even terloops wordt gemeld dat er relatief weinig over bekend is.
Welgeteld één min of meer compleet exemplaar is er teruggevonden, bij de boerderij Gjermundbu, niet ver van de Noorse plaats Haugsbygd. Een ronde, ijzeren schedelkap met een gezichtsbeschermer die de neus bedekte en voor de ogen van een brilvormige constructie was voorzien, terwijl een maliënkleed hals en nek voor fatale schade moest behoeden.
Verder vallen uit opgegraven fragmenten en talloze afbeeldingen drie conclusies te trekken. Helmen waren behoorlijk wijdverspreid. Vooral de metalen varianten werden als dusdanig waardevol beschouwd dat ze zelden met de eigenaar het graf in gingen. ‘En,’ en nu komt het, ‘het behoeft geen betoog dat ze geen van alle hoorns hadden.’
Tovenaressen beschikten over ‘bezweringen om impotentie op te roepen, of het tegenoverstelde: een bloedstuwing die bijna ontwrichtend is’
Geen hoorns?!
Voor de argeloze lezer zal het even wennen zijn: het archetypische beeld van dat even afschrikwekkende als onpraktische hoofddeksel – bekend van feestwinkel, door strijdlustige baardmannen bevolkte schilderijen en kinderboeken en (teken)films over Wickie de Viking – achteloos terzijde geschoven. Maar als je je al zo lang bezighoudt met de (cultuur)geschiedenis van de víkingr als de Britse archeoloog Neil Price (1965) is het waarschijnlijk geen wonder dat je schouderophalend reageert op zo’n achterhaald cliché.

Reconstructie

35 jaar van zijn leven wijdde Price inmiddels aan de periode, ruwweg tussen 750 en 1050 n.Chr., die het Vikingtijdperk wordt genoemd. Hij schreef er vanaf The Vikings in Brittanny (1989) zes gezaghebbende deelstudies over en als hoogleraar aan de Universiteit van Uppsala kreeg hij in 2015 de leiding over het project The Viking Phenomenon. In het kader daarvan verstrekte de Swedish Research Council een groep onderzoekers zo’n vijf miljoen euro om zich tien jaar lang te richten op het ontstaan van dat tijdperk. Wie wáren die mensen precies? Dat noordse volk dat vanuit Scandinavië schijnbaar plotseling besloot de wereld in te trekken en al plunderend, koloniserend en handeldrijvend zijn stempel op de geschiedenis drukte? Waarom deden ze dat? En waarom juist op dat moment?
Opvallende bijbaan: de hoogleraar trad op als historical consultant voor de educatieve documentaireserie Real Vikings (2016) die History Channel Canada liet maken ter begeleiding van de succesvolle dramaserie waarover elders in deze gids te lezen valt.
Voorlopig culminatiepunt van Price’ wetenschappelijke inspanningen is de bijna 700 pagina’s dikke studie Children of Ash and Elm, die eind augustus zal verschijnen; ook in vertaling, onder de titel De Vikingen. Een nieuwe geschiedenis.
Een te rijk en gedetailleerd boek om er binnen dit bestek ook maar enigszins recht aan te kunnen doen. Maar een van de boeiendste aspecten ervan is hoe Price telkens weer ingesleten misvattingen ontkracht, stereotypen onder de loep neemt en er een rijker geschakeerde en genuanceerdere poging tot reconstructie van de werkelijkheid tegenoverstelt. Op basis van soms zeer recente archeologische ontdekkingen, een imposante bibliotheek aan secundaire literatuur en middeleeuwse bronnen, zoals de IJslandse verzamelingen mythologische verhalen en gedichten die de Poëtische Edda zijn gaan heten en de door geschiedschrijver en politicus Snorri Sturluson (1179-1241) samengestelde Proza-Edda.

Genderfluïde

Sprekend voorbeeld van het contrast tussen clichébeeld en realiteit is de passage over vrouwelijke Vikingkrijgers, die ook in de dramaserie figureren, maar die door ‘kenners’ lang veelal als een mengeling van negentiende-eeuwse fantasiebeelden en producten van een feministisch verlangen naar knokkende powervrouwen werden afgedaan. Totdat nieuwe inzichten rondom een tiende-eeuws kamergraf dat al in 1878 werd opgegraven bij het Zweedse Birka voor hevige (sekse)opschudding zorgde.
Een spectaculair graf was het, waarin een lichaam in kostbare kleding was begraven, daaromheen een volledige wapenset (wat uitzonderlijk is), inclusief twee rijpaarden. Een ongetwijfeld hooggeplaatste vechtjas, die daarom ‘evident mannelijk’ werd geacht en generaties lang als ‘een soort ultieme Viking’ werd opgevoerd.
De economie van de Vikingen was voor een deel gebaseerd op het buitmaken van mensen die tot slaven en (seks)slavinnen werden gemaakt
Maar in 2017 bevestigden DNA-tests waar eerder botonderzoek al op leek te wijzen: de overledene had xx-chromosomen. De ultieme Viking bleek geen bonkige macho, maar een Vikingvrouw!
Price gaat op een bepaalde manier zelfs verder, wanneer hij stelt dat het geslacht van de krijger er feitelijk niet toe doet: ‘Deze persoon had ook, in onze termen, een transgender kunnen zijn, of niet-binair of genderfluïde. Er zijn nog andere mogelijkheden, maar waar het om gaat is dat zij allemaal erkend moeten worden als mogelijke identiteiten van het Vikingtijdperk.’
In het hoofdstuk ‘Grensoverschrijdingen’ wordt dan ook uitgebreid ingegaan op het feit dat Vikingen ‘zeker bekend [waren] met wat we tegenwoordig genderqueer identiteiten zouden noemen’. Op hoe de rollenpatronen lang niet zo scherp afgebakend waren als je bij een patriarchale samenleving zou verwachten. En op de opmerkelijke seksuele vrijheid en leidende rol die vrouwen op bepaalde gebieden – zoals spiritualiteit en magie – hadden. Twee zaken die soms ook werden gecombineerd, blijkt uit de spreuken die tovenaressen tot hun beschikking hadden: ‘Er zijn bezweringen om impotentie op te roepen, of het tegenoverstelde: een bloedstuwing die bijna ontwrichtend is. Andere toverspreuken geven de ontvanger een ander uiterlijk om iemand in de gedaante van zijn of haar favoriete partner te verleiden.’

Globetrotters

Dat is ook een aardige kant van De Vikingen: Price streeft er nadrukkelijk naar vanuit het perspectief van zijn onderwerp te schrijven. Dat houdt onder meer in dat alles waarin zij geloofden als even reëel wordt gepresenteerd als het voor hen geweest moet zijn. Dat de goden Odin, Vili en Vé hun wereld schiepen door de rijpreus Ymir letterlijk uiteen te scheuren, bijvoorbeeld, en van zijn vlees het land te maken, van zijn bloed de meren en rivieren, enzovoort. Of de rotsvaste overtuiging ‘dat de man die verderop in het dal woont onder bepaalde omstandigheden in een wolf kan veranderen’. (Zelfs de grens tussen mens en dier was dus fluïde!)
Kortom: het leven als een vaak angstwekkende saga, ‘het universum als plaats delict’.
Een andere karikatuur waar Price korte metten mee maakt, is het in extreemrechtse kringen populaire fabeltje van de Vikingen als een soort raszuivere proto-Ariërs.
Al in de inleiding schrijft hij dat de Vikingwereld een buitengewoon multiculturele en multi-etnische omgeving was, inclusief ‘de daarvoor benodigde relatieve tolerantie’. En wanneer het voor die tijd verbijsterende globetrotten van de Vikingen aan de orde komt – naar onder veel meer Canada en Noord-Amerika (‘Vinland’), Bagdad en Constantinopel, waar ze als lijfwachten van de Byzantijnse keizer dienden –, benadrukt hij hoe ze zich door de kennis en cultuur van die uiteenlopende plekken lieten beïnvloeden.
Als exemplarisch voor dat laatste voert hij tegen het eind Gudríd Thorbjarnardóttir op, een vrouw van Noorse afkomst die in Vinland beviel van ‘het eerste Europese kind dat in Noord-Amerika werd geboren’ en daar in contact kwam met de inheemse bevolking. Die aanvankelijk de ‘oude religieuze overtuigingen’ aanhing, maar zich later bekeerde tot het christendom en tijdens een pelgrimage naar Rome ‘vrijwel zeker de paus ontmoette’. En die toen ze als christelijke non op IJsland stierf, ‘waarschijnlijk de meest bereisde vrouw van de planeet’ was.

Gruweltableau

Maar voor nu de indruk ontstaat van het soort kosmopolitische hipsters waarvoor ze óók wel zijn gehouden, de brute kanten van hun geschiedenis komen in De Vikingen eveneens ruimschoots aan bod. De voorspelbare gewelddadigheid van hun veroverings- en plundertochten, uiteraard, die hun in tiende-eeuwse Engelse poëzie de benaming wælwulfas, oftewel ‘verscheurende wolven’, opleverde. Maar ook het feit dat hun economie voor een niet onbelangrijk deel gebaseerd was op het buitmaken van mensen die tot slaven en (seks)slavinnen werden gemaakt. Of neem de regelrechte horrorscènes uit een verslag van de rituelen bij de uitvaart van een Vikingleider, in 922 opgetekend door Arabische soldaat/diplomaat Ahmed ibn Fadlan.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Om te beginnen wees een uitvaartleidster – de Engel des Doods – onder de slavinnen van de overledene iemand aan die als zijn bruid moest dienen en tien dagen lang at, dronk en ‘seks had’ met een groot aantal mannen in het kamp. Vervolgens werd de overledene opgegraven en in zittende positie op een praalbed op zijn schip geplaatst, dat op een doosvormige brandstapel was gehesen. Tijdens een dierenofferintermezzo werd een hond levend in tweeën gekliefd, kippen de kop afgerukt en paarden en runderen werden met zwaarden aan mootjes gehakt, waarna de delen eerst aan weerszijden van het schip en vervolgens op het dek gegooid werden. En dan moest de lugubere finale nog komen.
Na een afscheidslied te hebben gezongen, werd de uitverkoren bruid gillend naar het schip gebracht, ‘neergehouden op het bed naast het tien dagen oude lijk van de leider, en verkracht door zes van diens verwanten. Daarna hielden vier van de mannen haar armen en benen vast, terwijl de twee anderen haar wurgden met een strak gedraaide sluier. Tegelijkertijd stak de Engel des Doods haar herhaaldelijk “op plaats na plaats” tussen haar ribben.’ Waarop het hele gruweltableau éíndelijk in brand werd gestoken.
Een ijzingwekkend verhaal dat, merkt Price droogjes op, kan dienen als ‘essentiële corrigerende lectuur voor iedereen die Vikingen zo bewonderenswaardig vindt’.
Dat ze dit niet alléén waren, hoeft na lezing van zijn boek geen betoog. Raadselachtig, complex en fascinerend zijn ze des te meer.

De Vikingen. Een nieuwe geschiedenis 
Uitgeverij Nieuw-Amsterdam

(oorspr. Children of Ash and Elm, vert. Roelof Posthuma)

Verschijnt 28 augustus.