VPRO Gids 17

25 april t/m 1 mei
Pagina 4 - ‘Tulpen met streepjes’
papier
4

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Tulpen met streepjes

Jonathan Maas

Voor een kunstwerk over speculatie en hyperkapitalisme verbond de Britse Anna Ridler de groei van tulpen met de koers van de bitcoin. Weliswaar met hulp van kunstmatige intelligentie, maar: ‘Ik selecteer en orden. Daar ben ik als kunstenaar voor nodig.’ 

Mosaic virus

Het is de eerste dag van de lockdown in Londen wanneer we Anna Ridler spreken. Via Skype kijken we bij haar binnen, in haar studio aan huis midden in de lamgeslagen Britse hoofdstad. Ze werkte altijd al vanuit huis, dus eigenlijk verandert er met de coronamaatregelen van de regering-Johnson voor haar dagelijkse praktijk niet zoveel, zou je denken. Maar dat is niet waar. Het voorjaar is de tijd dat Ridler haar werk op veel festivals wereldwijd presenteert en al die boekingen vallen nu in het water. Eigenlijk zouden we haar in Eindhoven spreken op het technologie-festival STRP, maar dat ging niet door. Ze zou ook naar Californië voor een presentatie – gecanceld. Daarmee verliest Ridler ook al het geld dat ze voor de presentaties zou krijgen – een persoonlijke ramp. Verdampte financiële waarde, laat haar creatieve werk daar ironisch genoeg nou net over gaan.

Op STRP zou ze haar installaties Mosaic virus en Myriad tulips laten zien. Werken waarbij kunstmatige intelligentie, AI, een bijzondere rol speelt. Wie zijn geschiedenis kent, weet dat er in de Nederlandse Gouden Eeuw een tulpenmanie was: tulpen, in het bijzonder de gestreepte versie, werden op een gegeven moment tegen de prijs van een Amsterdams grachtenpand verkocht. Gekte dus. Sommigen stellen dat dit de eerste economische bubbel is geweest, en zoals het met bubbels gaat, klapte deze op een gegeven moment.

 ‘AI pakt fragmenten uit de informatie die ik in de machine stop en maakt daar nieuwe artificiële bloemen mee’
Anna Ridler
Wat veel mensen in die tijd niet wisten, en dat de hysterie onderstreept, was dat de strepen op die felbegeerde tulp werden veroorzaakt door een infectieziekte aan de bloem, het zogeheten mozaïekvirus. Ridler wilde graag een kritisch werk maken over speculatieve bubbels en zag parallellen tussen AI en de tulpenmanie, maar ook tussen de tulpenmanie en de cryptomunt Bitcoin. Ze bouwde een AI-installatie waarbij de koers van de Bitcoin de groei en vorming van haar tulpen, te zien in een video, bepaalt. Hoe hoger de koers, des te meer strepen de tulpen krijgen. Dat zie je bij Ridlers video-installatie voor je ogen gebeuren. Een algoritme maakt met deze door AI gecreëerde tulpen vervolgens bloemenstillevens.

Getrainde dataset

Ridler koos voor AI omdat de techniek een inhoudelijke relatie had met het concept van het werk. ‘AI is ook een speculatieve bubbel’, stelt ze. ‘Je kunt bijvoorbeeld al voor veel geld AI-tandenborstels kopen. AI is echt een buzzword momenteel. Net als de Bitcoin dat ook al een tijdje is.’ Bovendien heeft AI technisch gezien een connectie met hoe bloemenstillevens tot stand komen. ‘De boeketten die je op de stillevens ziet, hebben in het echt nooit bestaan,’ legt Ridler uit. ‘Het zijn vaak bloemen uit verschillende seizoenen. Het is niet zo dat een schilder daadwerkelijk voor die specifieke vaas met bloemen heeft gezeten om het vast te leggen; hij of zij heeft gefragmenteerde beelden gebruikt om een stilleven mee op te zetten. Stillevens zijn een geïdealiseerde versie van wat de schilder door de tijd heen heeft waargenomen. Precies op dezelfde manier werkt AI ook met de door mij getrainde dataset. AI maakt geen kopieën van de informatie die ik in de machine stop, om dit vervolgens te reproduceren. AI pakt er fragmenten uit en maakt daar nieuwe artificiële bloemen mee. Alle fragmenten worden zo een nieuw geheel.’
Deze fragmenten, waarmee de AI-machine gevoed is, heeft Ridler zelf compleet analoog verzameld door er met haar camera op uit te trekken. Ridler fotografeerde tienduizend tulpen toen ze twee maanden in Nederland woonde. Ze vertelt dat de camera een goede vergelijking is met AI, zeker bij de vraag wie hier nu creatief is: de techniek of de mens? ‘Wanneer je een foto maakt, doet de camera het werk,’ verklaart Ridler. ‘Er gebeurt technisch onwijs veel binnenin de camera, waar je je al dan niet bewust van bent, maar het zijn handelingen die je niet zelf uitvoert. Je bent niet de schilder die de afbeelding op een doek zet. Maar je bent wel degene geweest die ergens naar toe is gegaan met een camera, die heeft gekozen voor een tafereel om vast te leggen en die dat tafereel vervolgens heeft geframed. Daarna ben jij ook degene die uit alle gemaakte foto’s kiest welke je wilt bewaren en welke niet. Tja,’ lacht ze, ‘wie is er dan creatief: de camera of de fotograaf?’

Interessante suggesties

In het programmeren van de AI zit ook veel menselijke arbeid, benadrukt ze. Welke datasets je gebruikt en hoe je die sets opzet – allemaal menselijke inspanning. De AI doet daarna creatieve suggesties. Maar, stelt Ridler, de AI is zich daar niet van bewust. Ze refereert aan AlphaGo, de eerste zelflerende computer die mensen versloeg met het Chinese bordspel Go, door een creatieve zet te doen. ‘Een zet die de machine uitvoerde, zonder zich ervan bewust te zijn dat dit een creatieve zet was. Je hebt mensen nodig om te beseffen hoe creatief dat was. Zo is het ook met techniek waarmee ik werk.’
Ridler werkt met GAN-techniek, dat staat voor generative adversarial networks: een generator die op basis van bestaande data nieuwe afgeleiden, variaties en invalshoeken creëert – net zoals mensen nieuwe ideeën bedenken op basis van bestaande. ‘De GAN’s waarmee ik werk doen mij interessante suggesties. Maar ik ben zelf degene die oordeelt of iets interessant is voor mij en of ik het wel of niet ga gebruiken in mijn werk. Het is niet een kwestie van: ik druk op de knop en de computer doet het werk. Ik heb met de output van de machine een redactionele rol: ik selecteer en orden. Daar ben ik als kunstenaar voor nodig, want de machine kan niet bepalen wat interessant is, of iets vreemd en opvallend is, en of iets resoneert bij een publiek. Verder is het zo dat AI zo goed is als de informatie waarmee je het voedt. Wanneer je de machine voedt met kattenplaatjes, produceert de AI-machine een kat. En niet een vaas met bloemen.’

Inhoudelijke link

Ridler, die Engelse literatuur studeerde aan de Universiteit van York en eerder een project deed met Wikileaks, wordt niet graag in het hokje AI-kunstenaars gestopt. Weliswaar gebruikt dit gezelschap eenzelfde techniek, maar het werk is te divers voor een vergelijking, vindt ze. Ridlers interesse ligt vooral bij data en informatie. Technologie gebruikt ze vaak om die data te ontsluiten, de data gebruikt ze om iets over de wereld te leren. ‘Ieder stukje data is een spoor van menselijk leven,’ legt ze uit. ‘Het is mijn uitdaging om uit die data verhalen op te duiken die ik op andere manieren niet tegenkom.’
Gebruiken andere kunstenaars AI omdat ze benieuwd zijn naar de techniek zelf, Ridler is kritischer en wil alleen met AI werken wanneer er een conceptuele en inhoudelijke link is met haar werk. Een volgend project van haar, waarbij ze werkt met krantenarchieven, is compleet analoog. Het gebruik van AI kost namelijk ontzetten veel energie, stelt ze. ‘Het energieverbruik is vergelijkbaar met wanneer je een ketel water twee maanden lang non-stop op het vuur hebt staan. Ik vind dat je een goede reden moet hebben om deze techniek te gebruiken. Ik kies alle materialen waarmee ik werk heel bewust.’
Hoe kijkt Ridler aan tegen de angst dat AI mensen gaat vervangen? Is dat een reëel scenario in de kunst? ‘Het hangt af van hoe je kunst definieert. Wanneer je een schilderij van Ikea kunst vindt, ja, dan kunnen computeralgoritmes en AI mensen prima vervangen voor de productie van mooie plaatjes voor thuis aan de muur. Maar dat is kunst zonder betekenis. Kunst die je in musea tegenkomt, kan niet worden vervangen door AI. Dat is namelijk kunst waar mensen voor nodig zijn, om het betekenis te geven. Kunstenaars zijn nodig voor de betekenis in het maakproces, en er is een publiek nodig waarbij het werk wel of niet resoneert.’

Dit was het laatste interview in een vierdelige serie over AI en kunstenaars. Volgende week beschouwen we met twee deskundigen die meelazen met de serie de reikwijdte van AI en de relatie mens-machine: Peter-Paul Verbeek, hoogleraar Filosofie van mens en techniek aan de Universiteit van Twente, en tech-filosoof en ontwerper Koert van Mensvoort.