The Matrix bestaat twintig jaar en draait daarom vanaf 29 augustus weer in de bioscoop. Fijn natuurlijk, maar in 1999 verschenen nog veel meer films die zo’n herdenking zouden verdienen. Een beter filmjaar was er misschien zelfs nooit. Hoe valt dat te verklaren?

Reis even mee terug naar het laatste jaar van de twintigste eeuw. Prince had al voorspeld dat 1999 één groot feest zou worden, en de omstandigheden waren inderdaad erg gunstig. Economisch ging het beter dan ooit, er was nog geen War on Terror, internet leek nog iets geweldigs en in de bioscoop verschenen heel veel goede films – echt buitengewoon veel goede films. In de grote zalen draaiden solide Hollywooddrama’s als The Green Mile, American Beauty, The Insider en Man on the Moon, uitdagende thrillers als Fight Club en The Matrix, fijne komedies als Notting Hill en Office Space, en effectieve griezelfilms als The Sixth Sense en The Blair Witch Project.

Fight Club (1999)

Maar in de filmhuizen was het pas echt genieten. Daar beleefde de (voornamelijk Amerikaanse) auteurscinema een hoogtepunt, met eigenzinnig werk van jonge talenten als Paul Thomas Anderson (Magnolia), Spike Jonze (Being John Malkovich), Sofia Coppola (The Virgin Suicides) en Michael Winterbottom (Wonderland), en oudgedienden als Stanley Kubrick (Eyes Wide Shut), David Lynch (The Straight Story), Spike Lee (Summer of Sam), Jim Jarmusch (Ghost Dog: Way of the Samurai) en Martin Scorsese (Bringing Out the Dead).

Tarantino

Puur toeval? Zeker niet. De onafhankelijke cinema zat destijds al een poos in de lift. Begin jaren negentig ontdekte Hollywood dankzij onverwachte hits als Sex, Lies, and Videotape en Pulp Fiction dat er een grote markt was voor grensverleggende indiefilms. De grote studio’s, die in de jaren tachtig vooral duur formulewerk hadden geleverd, richtten prompt nieuwe afdelingen op voor kleinere kwaliteitsfilms en gingen naarstig op zoek naar nieuwe Soderberghs en Tarantino’s. Elementen die eerder werden ontmoedigd – een experimentele vertelvorm, morele ambiguïteit – werden nu juist gestimuleerd.

Daarnaast werd in 1997 de dvd gelanceerd, een format dat van meet af aan werd omarmd door cinefielen, vanwege de beeldkwaliteit en het bonusmateriaal. Dat maakte de studio’s nog happiger op het produceren van auteursfilms. In 1998 had Hollywood al een opvallend goed artistiek jaar, met titels als Out of Sight, Rushmore, Pi, Dark City, The Thin Red Line en The Big Lebowski, maar het jaar daarop werd de creatieve jackpot pas echt geraakt.

American Beauty (1999)

Destijds werd dit ook al opgemerkt. Zo plaatste Entertainment Weekly in november 1999 een artikel met de titel ‘1999: The Year That Changed Movies’. Daarin worden vergelijkingen getrokken met de jaren 1939 (Gone With the Wind, The Wizard of Oz, Stagecoach) en 1969 (Easy Rider, Midnight Cowboy, Butch Cassidy and the Sundance Kid), waarin ook een frisse wind door de cinema waaide. En waarin films ook heel nadrukkelijk de tijdgeest weerspiegelden.

Want dat hebben de beste producties van 1999 met elkaar gemeen: ze stammen duidelijk uit die rare, onzekere, ietwat nihilistische periode vlak voor de millenniumwisseling. Zie de technologische angst in The Matrix en eXistenZ, de decadentie in Fight Club en Eyes Wide Shut, de existentiële moeheid in Magnolia, American Beauty en Bringing Out the Dead. Party like it’s 1999? Misschien toch maar liever niet.

Disney-remakes

Terug naar het heden. Wat is er na twintig jaar nog over van die artistieke hoogconjunctuur? Op het eerste gezicht niet veel. Ontwikkelingen als online piraterij, de opkomst van Netflix en de populariteit van series hebben de filmindustrie compleet veranderd, waardoor Hollywood momenteel minder risico’s neemt dan ooit. Als gevolg daarvan draaien er in de grote zalen vrijwel uitsluitend blockbusters met een zo hoog mogelijke herkenbaarheidsfactor: Disney-remakes, superheldenreeksen, de zoveelste Fast & Furious- en Mission: Impossible-episoden. Degelijk vermaak vaak, daar niet van, maar terugblikkend op 1999 klinken zelfs allerlei minder gewaardeerde films uit dat jaar nog interessanter – we noemen een Payback, The Mummy, Dogma, American Pie, Deep Blue Sea, Flawless, Ravenous, The Ninth Gate, 10 Things I Hate About You…

Maar vooruit, laten we niet al te pessimistisch worden. Fijne indiefilms worden nog steeds gemaakt, en ook de Hollywoodauteurs zijn heus niet uitgestorven – hooguit krijgen ze wat minder van de grond, moeten ze zich redden met lagere budgetten of wijken ze uit naar televisie. En daarnaast bieden de cijfers hoop. Als 1939, 1969 en 1999 zulke topjaren waren, zou 2029 logischerwijs ook weer een cinematografisch hoogtepunt moeten worden. Nog even geduld hebben dus.

Films uit 1999 op tv, in de bioscoop en online

Televisie

Op zondag 25 augustus wordt The Insider uitgezonden op NPO 2, na VPRO Zomergasten. De fantastische film van Michael Mann (Heat), gebaseerd op de heikele avonturen van een klokkenluider in de Amerikaanse tabaksindustrie, is de keuzefilm van Zomergast en longarts Wanda de Kanter.

Bioscoop

Vanaf donderdag 29 augustus is The Matrix een week lang opnieuw in de Nederlandse bioscopen te zien. Goede timing, want onlangs werd tot ieders verbazing bekend gemaakt dat Lana Wachowski bezig is met het ontwikkelen van een nieuwe Matrix-film. En vanaf 22 september is ook Fight Club weer op het witte doek te aanschouwen.