Het aanbod non-fictie is enorm. We pretenderen dan ook niet een lijst met dé 25 non-fictieboeken van 2025 geselecteerd te hebben. Maar we doen wel een goede greep uit het gevarieerde aanbod. We vroegen vijf gespecialiseerde recensenten om elk vijf titels uit 2025 te selecteren die lekker leesbaar, verrassend en meer dan de moeite van het lezen waard zijn.
Welke non-fictieboeken van dit jaar mag je niet missen? Vijf gespecialiseerde recensenten doen een goede greep uit het aanbod en geven vijf boekentips binnen hun vakgebied (geschiedenis, biografieën, natuur, wetenschap, filosofie).
Geschiedenis
Samengesteld door Wim Berkelaar
De jood Süss (Schokland, vertaling Hermien Manger en Nils Buis)
Lion Feuchtwanger
Een kleine sensatie dit jaar was het lezen van deze overrompelende roman, gebaseerd op een waargebeurd verhaal: de Jood Joseph Süss Oppenheimer (1698-1738), een Duitse bankier en financier van het hertogdom Württemberg, genoot enkele jaren bescherming van de daar heersende hertog. Tot de dood van zijn beschermheer: toen werd het sluimerende antisemitisme manifest en wachtte Oppenheimer een gruwelijk lot. Onovertroffen verbeeld door de Joods-Duitse auteur Feuchtwanger die de Jodenhaat indringend beschrijft. Lees deze roman die oorspronkelijk in 1925 verscheen en nu, een eeuw later, voor het eerst integraal is vertaald en voorbeeldig is uitgegeven.
Oorlog zonder genade. Nederlandse militaire geestelijken in Indonesië, 1945-1949 (Boom)
Koos-Jan de Jager
Deze jonge historicus vult een leemte in de uitdijende geschiedschrijving over de dekolonisatieoorlog van Indonesië door in te gaan op de rol van geestelijken aan de zijde van de Nederlandse troepen tijdens de ‘politionele acties’, zoals de oorlog door de Nederlandse politiek eufemistisch werd omschreven. De rol van die geestelijken stemt niet opgewekt: ze waren vaak zo solidair met de militairen dat ze alle oorlogsmisdaden goedpraatten, vanuit de gedachte dat ‘christelijk’ Nederland de ‘inlanders’ diende te (blijven) ‘beschaven’. Zonder terughoudendheid beschreven door deze historicus, zelf behorend tot de zwaarste categorie van de gereformeerde gezindte, de Gereformeerde Gemeenten.
Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis (Alfabet)
Agnes Cremers en Mark Bergsma
Vrouwen in het verzet kregen na de oorlog lang niet de erkenning die hen toekwam. Rijksgeschiedschrijver Loe de Jong bijvoorbeeld besteedde in zijn grote geschiedwerk over de Tweede Wereldoorlog maar mondjesmaat aandacht aan hen. Twee historici brengen hierin nu verandering: ze portretteerden in dit boek tien vrouwen die grote betekenis hadden voor het verzet. Sommigen van hen kregen na de oorlog de waardering die ze verdienden, zoals de 102 jaar oud geworden theologe Hebe Kohlbrugge (1914-2016) die hoge onderscheidingen ontving. Anderen raakten echter in de vergetelheid en verging het niet goed. Anna Maria Le Cosquino de Bussy-van der Lelie (1888-1954) bijvoorbeeld, die een belangrijke rol speelde bij de onderduik van Joden. Jaren na de oorlog pleegde ze zelfmoord, mede door een totaal gebrek aan erkenning voor haar verzetswerk. Zij en de andere vrouwen staan nu weer in het licht. Dit boek is een welkome aanvulling op de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog.
Het verdwijnen van de waarheid. De actualiteit van George Orwell (Uitgeverij Kleine Uil)
Aart Aarsbergen
Nu hele trollenfabrieken actief zijn op sociale media, vanuit het Kremlin gepoogd wordt leugens te verspreiden over de smerige oorlog in en tegen Oekraïne en ‘burgerjournalisten’ de gevestigde journalistiek in diskrediet proberen te brengen, is dit boek over journalist en schrijver George Orwell (1903-1950) meer dan welkom. Het geeft een goed overzicht van de levenslange strijd van Orwell tegen de leugens in de politiek, in zijn tijd vooral door fascisten en communisten verspreid. Aarsbergen laat uitstekend zien dat Orwell zijn leven lang socialist is gebleven en dus niet zomaar ingelijfd kan worden in het kamp van uiterst rechts, zoals tegenwoordig veelvuldig gebeurt. Een voorbeeldig boek.
Wilhelmina Drucker. Een vrouw in de oppositie (Querido Facto)
Marianne Braun
Haar bijnaam is bekender dan haar echte naam, sinds vrouwen van de tweede feministische golf ‘dolle Mina’ Wilhelmina Drucker (1847-1925) in de jaren zeventig van de vorige eeuw tot hun schutspatroon uitriepen. Nu is er dan eindelijk haar volledige biografie. Die beschrijft een uiterst strijdbare vrouw, vaderloos en in armoede opgegroeid. Drucker zette zich haar leven lang in voor niet alleen vrouwen maar voor iedereen die achtergesteld werd. Ze was niet, zoals vaak verondersteld, in de eerste plaats socialist als wel een radicale liberaal met anarchistische trekken. Een indrukwekkende persoonlijkheid voor wie nu een monument is opgericht.
Biografie
Samengesteld door Eric Palmen
Het vertroebelde oog. Het onbegrepen leven van Greet Hofmans (Spectrum)
Han van Bree
De naam van Greet Hofmans zal wel voor altijd verbonden blijven aan de ‘affaire’ die in 1956 de Nederlandse monarchie aan het wankelen bracht. Zij behoorde tot een kring van intimi waarmee toenmalig koningin Juliana de toestand in de wereld besprak. Volgens een artikel in het Duitse weekblad Der Spiegel, ingefluisterd door prins Bernhard, gebeurde dat op nogal esoterische en pacifistische wijze. Hofmans groeide in de beeldvorming uit tot een Raspoetin, die Hare Majesteit op gekke en staatsvijandige ideeën bracht. Han van Bree komt in zijn biografie van Greet Hofmans tot een ander oordeel. Het was de in ufo’s gelovende prinsgemaal die in 1948 de hulp inriep van de gebedsgenezeres, om de oogziekte van prinses Marijke te genezen. Hij keerde zich pas tegen Hofmans toen die zich iets te nadrukkelijk met zijn liederlijke levenswandel begon te bemoeien. Van Bree probeert de ‘zweverigheid’ van Juliana en haar geestverwanten oprecht te begrijpen, en plaatst die in een bredere historische context. Bovenal is zijn biografie met vaart geschreven.
Geef me de ruimte. Het eigenzinnige leven van Thea Beckman (Balans)
Vivian de Gier
Kun je een interessante biografie schrijven van een vrouw die haar hele volwassen leven met haar eerste en enige echtgenoot in een rijtjeshuis woonde en geen noemenswaardige karaktergebreken vertoonde? Ja, dat kan. Vivian de Gier bewijst het met haar biografie van jeugdboekenschrijver Thea Beckman. Beckman behoorde tot een generatie van vrouwen die tot 1956 wettelijk wilsonbekwaam werden bevonden en in de regel ontslag kregen aangezegd wanneer zij gingen trouwen. Beckman ontworstelde zich aan dat keurslijf dankzij de moedermavo, het avondathenaeum en een academische studie. En door te schrijven. De ‘Beckman-meisjes’ in haar oeuvre – Hasse Simonsdochter, Marije Wartelsdochter – waren eigengereid, moedig en strijdlustig. Vanaf het midden van de jaren tachtig kreeg Beckman te maken met een literaire kritiek die haar prekerigheid en moralisme verweet, maar haar lezers bleven haar trouw, door dik en dun. De Gier heeft dit ogenschijnlijk ‘gewone’ leven buitengewoon boeiend voor het voetlicht gebracht.
Een lied dat niet sterven zal. Het rusteloze leven van Willem Pijper (1894-1947) (Arbeiderspers)
Arthur van Dijk
Arthur van Dijk heeft zich sinds zijn studententijd in Nijmegen intensief beziggehouden met componist en letterkundige Willem Pijper. Van Dijk bezorgde Pijpers brieven, redigeerde zijn geschriften en schreef over zijn jeugd in Zeist. Uit deze biografie spreekt dan ook een grote vertrouwdheid met leven en werk van Willem Pijper. In zijn muzikale oeuvre worstelde Pijper met de Germaans-Latijnse tegenstelling, die door de Eerste Wereldoorlog op scherp kwam te staan. Zijn eerste symfonie is onmiskenbaar Mahleriaans, maar hij betoonde zich ook schatplichtig aan het werk van Debussy en Ravel. Pijper vreesde de opkomst van het nationaalsocialisme als geen ander en vroeg zich publiekelijk af of de muziek van Wagner nog wel moest worden uitgevoerd. In zijn persoonlijke leven was Pijper een hartstochtelijk aanhanger van het ‘erotisch pluralisme’. In zijn enige voltooide opera, Halewijn, stond de middeleeuwse vrouwenverslinder centraal. Pijper herkende er zijn alter ego in. Voorwaar ‘een rusteloos leven’.
Radicale democratie. Pieter Vreede (1750-1837) en de Nederlandse revolutie (Boom)
Dirk Alkemade
Pieter Vreede behoort ongetwijfeld tot de boegbeelden van de patriottenbeweging in de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Toch heeft hij in de Nederlandse historiografie nauwelijks een plek gekregen. Dirk Alkemade brengt daarin verandering met zijn biografie van deze revolutionair. Vreede werd intellectueel gevormd door de Leidse genootschappen, die onder invloed van Joan Derk van der Capelle (Aan het volk van Nederland) radicaliseerde en had een leidende rol in de vrijkorpsen die als paddenstoelen uit de grond schoten. Zij namen de oproep van Van der Capelle – ‘Wapent u lieden allen’ – uiterst serieus. Vreede ijkte het begrip ‘volksregering bij representatie’ in het Leids Ontwerp, het beginselprogramma van de democratische patriotten. In 1798 orkestreerde hij een staatsgreep, die de radicale hervormingsgezinden aan de macht bracht. Het despotische en willekeurige karakter van zijn bewind luidde het einde van zijn bestuurlijke carrière in, toen na vijf maanden gematigde patriotten met een tegencoup het tij keerden.
In alles ben ik groot. Lezen en leven van Michaël Zeeman (Prometheus)
Willem Otterspeer
Willem Otterspeer schreef de biografie van zijn vriend Michaël Zeeman vooral om hem beter leren begrijpen. Hij trekt daarbij genoeg registers van het biografische genre open – oorspronkelijk onderzoek, interviews met derden – om zijn boek meer te laten zijn dan de memoires van een vriendschap. We leren een mishandeld kind kennen dat aan de hand van zijn vader – dezelfde hand die hem sloeg – de boekenkraampjes op het Waterlooplein afstruinde, op jacht naar trofeeën die zijn bestaan draaglijk moesten maken. Lezen was een manier van leven. Zeeman draagt die onveilige start levenslang mee, zijn omgang met vrouwen was toxisch. Ook in de liefde was hij een veelvraat, maar zijn exen vergaven hem veel. Toen hij in 2009 geconfronteerd werd met een ongeneeslijke hersentumor en Otterspeer hem op zijn sterfbed vroeg wat er met zijn persoonlijk archief moest gebeuren, antwoordde hij: ‘Ik wil geen biografie, mijn leven is niet af, dit is een mislukt leven.’ Godzijdank heeft Otterspeer zich daar niet aan gehouden.
Wetenschap
Samengesteld door Martijn van Calmthout
A Short History of Nearly Everything 2.0 (Doubleday)
Bill Bryson
Twintig jaar geleden, in 2003, schreef reisboekenschrijver Bill Bryson een boek over alles. Hoe, had hij zich afgevraagd, waren de wereld en wij tot stand gekomen? En omdat hij de meeste boeken daarover onleesbaar vond, maakte hij zelf maar iets beters. Las zich scheel, raadpleegde talloze deskundigen. En schreef het allemaal met een vrolijke verbazing op. A Short History of Nearly Everything, over alles van de oerknal tot ons brein, werd een wereldhit. Terecht, zelden was algemene bètakennis zo nauwkeurig en charmant over het voetlicht gebracht. Onvermijdelijk echter: de wetenschap staat niet stil. Astronomen zien de oerknal en uitdijing van het heelal anders dan destijds, het higgsdeeltje werd ontdekt, zwaartekrachtsgolven, de biowetenschappen explodeerden, nanotechnologie, kunstmatige intelligentie, corona, klimaatverandering: er is belachelijk veel anders dan rond de millenniumwisseling. Bryson is intussen een tachtiger, maar nog steeds vol energie. En dus is de update van zijn boek, met dezelfde titel plus 2.0, heerlijk om door te nemen. Actueel over de afgelopen 14.6 miljard jaar, ga er maar aan staan.
Een eeuw van licht (Alfabet, vert. Izaak Hilhorst)
Thomas de Padova
De Duitse astronoom en schrijver Thomas de Padova laat in zijn voortreffelijke Een eeuw van licht zien hoe de ontdekking van de kwantummechanica, in de jaren twintig van de vorige eeuw, vooral een discussie was. Tegenwoordig herinneren we ons misschien een paar grote namen, van Planck tot Einstein en Bohr. En uiteindelijk Heisenberg die in 1925 op het kale eiland Helgoland na een doorwaakte nacht in zijn eentje het kwantumlicht zag.
In werkelijkheid waren Europese fysici overal voortdurend met elkaar in debat, tijdens bezoeken of in brieven. Reizend tussen Kopenhagen, Zürich, Göttingen, Berlijn en Leiden. Inzet was een theorie die verklaarde dat de elektronen in atomen niet op de kern vallen, maar in afgetekende banen verblijven. Lijnen in het licht van atomen lieten het spel zien; het zoeken was naar de regels. De Padova ploegde tal van archieven, briefwisselingen, notities en dagboeken door. Hij constateert dat ook de grote namen van de theorie wankelend, twijfelend en discussiërend tot hun historische bijdragen kwamen. Niks eenzaam genie. Teamwork.
De race om het Majoranadeeltje (Thomas Rap)
Gerard Janssen
Jarenlang was de Delftse quantumfysicus Leo Kouwenhoven de golden boy van de Nederlandse natuurkunde. Hij kreeg prijzen, een lab van Microsoft, ministers op bezoek, moest mee op koninklijke handelsmissies in Azië. Reden voor die markante hoofdrol was een ontdekking in 2012 van een bijzonder verschijnsel in een nanodraadje op speciale chips in zijn lab. Die zogeheten majoranatoestanden zouden de eerste stabiele bouwsteen kunnen worden voor quantumcomputers, machines die niet met enen en nullen werken maar met vage quantumeenheden. Sneller dan de snelste supercomputer. Die belofte is de reden dat wetenschapsjournalist Gerard Janssen zich in Delft meldt met het voorstel om het succesverhaal van nabij te volgen. Eerst voor de krant. Later ook voor een film. Kouwenhoven stemt toe. In De race om het Majoranadeeltje vertelt Janssen het hele verhaal van Kouwenhovens opkomst én val. Hoe gaandeweg het bewijs voor de Delftse majoranatoestanden verbrokkelde toen bleek dat de metingen te mooi waren voorgesteld. Door een promovendus, maar onder Kouwenhovens overwerkte neus. Janssen beschrijft het als live wetenschapssociologie met veel detail en emoties. Spoiler: Kouwenhoven overleeft het drama maar net. Majorana niet.
Weer en wind (Prometheus)
Dirk van Delft
Hij richtte in 1854 het KNMI op, en ooit leerden alle scholieren zijn wet: met de wind in de rug ligt het lagedrukgebied links. Maar voor Christopher Buys Ballot (1817-1890) zelf was de weerkunde eigenlijk de tweede keus, zo laat wetenschapshistoricus Dirk van Delft verrassend zien in het fraaie Weer en wind. Domineeszoon Buys Ballot studeerde natuurkunde in Utrecht. Bekend is zijn proef met trein en hoornblazer, om het dopplereffect te meten. Maar zijn echte aandacht lag bij een eigen atoomtheorie, waarover hij zelfs vergeefs een proefschrift schreef. Van lieverlee werd hij assistent bij de Utrechtse meteorologen en gaandeweg ontdekte hij daarbij zijn echte talent: het landelijk organiseren van meteorologische drukwaarnemingen, en het combineren ervan tot stormwaarschuwingen. Van landsbelang, onderkende minister-president Thorbecke, vooral voor de handelsvaart en marine. Het succes van het KNMI maakt van Buys Ballot een gezien weerdiplomaat, ook internationaal. Maar nauwelijks een wetenschapper, stelt Van Delft vast. Zijn dopplerproef mislukte. En zelfs zijn Wet werd al eerder gevonden, door een Amerikaan. Ze spraken na wat diplomatieke druk af dat maar stil te houden.
Sloppy science (Lebowski)
Stan van Pelt
De affaire Stapel uit 2011 heeft veel veranderd, schrijft Stan van Pelt in zijn adembenemende boek Sloppy science over wetenschapsfraude. Nadat de Tilburgse sterpsycholoog zelfs de gegevens van haast al zijn spraakmakende prachtstudies uit zijn duim gezogen bleek te hebben, groeide het besef dat de wetenschap misschien wat al te gemakkelijk te bedotten was. Her en der volgden maatregelen, met meldpunten, fraudejagers en beoordelingscommissies. Een stap voorwaarts. Maar als Sloppy science iets glashelder maakt, is het dat de wetenschap nog steeds schrikbarend ziek is. Er wordt gerommeld met data, geknipt en geplakt, geplagieerd, vals gespeeld, bedot en bedrogen. Soms, benadrukt Van Pelt, door ijdelheid en kwaadwillend. Maar veel vaker omdat onderzoekers onder druk staan om steeds meer te publiceren en presteren. Daardoor nemen ze soms afsteekjes. Of ze worden gemakkelijk gepiepeld door malafide tijdschriften, gewetenloze congresbureaus, of aanbieders van voorgekookte ChatGTP-artikelen of betaalde auteurschappen. Sloppy science mondt uit in een terecht pleidooi voor minder competitieve wetenschap. Niks Champions League, noteert Van Pelt. Want wetenschap draait niet om winnen maar om waarheid.
Natuur
Samengesteld door Jean-Pierre Geelen
Muizenleven (Cossee)
Eva Meijer
Om de winnaar van de Natuurboekenprijs 2025 kan ik als jurylid moeilijk heen, dat doe ik dan ook niet. Muizenleven is geen ‘klassiek’ natuurboek dat liefdevol landschappen of dier- en plantensoorten beschrijft, toch kun je zeggen dat Eva Meijer – filosoof, kunstenaar, schrijver en onderzoeker – een boeiende en soms ontroerende zoektocht ondernam naar de resten natuur in laboratoriummuizen. Daartoe nam ze 25 proefdieren in eigen huis, waar zij vrijheden en verzorging (maar zo min mogelijk bemoeienis) kregen die ze nooit eerder gekend hebben. Meijer observeert gedetailleerd hoe de afgedankte proefdieren weer langzaam muis werden, met karakters en gewoonten. De lezer kijkt al lezend over haar schouder mee hoe muizen elkaar ‘omarmen’ met hun staart, hoe ze hun doden begraven onder hooi en er rituelen op na houden. Vol eigen gedichten, foto’s en illustraties, fraai vormgegeven door de even eigenzinnige Miek Zwamborn is dit een juweeltje in de boekenkast.
Een haas in huis (Prometheus, vert. Nico Groen)
Chloe Dalton
Even dicht bij huis als Eva Meijer ontfermde de Britse Chloe Dalton (in het werkzame leven adviseur inzake buitenlandse politiek) zich tijdens de coronapandemie over een jong en schijnbaar verweesd haasje dat ze vond op het platteland van haar jeugd. Niet om hem tam te maken, maar juist om hem wild te houden.
In Een haas in huis, zoals de vertaling (door Nico Groen) van haar bestseller Raising Hare heet, leef je mee met het haasje en de verzorgster, tussen wie gaandeweg een verbond lijkt te ontstaan. Zo komt ook de lezer in de beste tradities van het Britse ‘nature writing’ steeds meer te weten over het wezen en de leefwereld van de haas – eerst in en om huis, later in de buitenwereld die industrialiseert, verstedelijkt en steeds minder ruimte biedt aan de wilde haas.
Die haas verdient beter, weet de lezer nu ook. Zoals Dalton schrijft in haar meeslepende en soms vertederende verslag: ‘Ik heb een dier leren kennen en liefhebben dat, voorlopig, lager staat op de ladder van dieren waar we instinctief een band mee hebben – honden, herten, fazanten – en dat in de ogen van sommigen niet meer is dan ongedierte.’
Dokters van nature (KNNV)
Jaap de Roode
Voor een paracetamolletje kunnen wij mensendieren sinds zo’n 150 jaar naar de apotheek. Wilde dieren kennen al veel langer pijnstillers: ze halen ze uit de vrije natuur, en nog gratis ook. Chimpansees gebruiken plantensoorten om zichzelf te behandelen tegen parasieten en wonden, monarchvlinders beschermen hun rupsen met giftig melkkruid tegen aanvallen van vogels en andere potentiële vijanden.
In Dokters van nature opent bioloog Jaap de Roode – die in de Verenigde Staten onderzoek doet naar infectieziekten en gedrag van monarchvlinders, honingbijen en mensen – deze wereld die voor leken vrijwel verborgen bleef. Hij put ruim uit wetenschappelijke onderzoeken en inzichten die in de loop der jaren zijn opgedaan, simpelweg door naar dieren te kijken. Zijn verdienste is niet alleen een karrenvracht aan feiten presenteren, maar minstens net zozeer zijn vermogen om die helder en toegankelijk te delen.
Buitendijks (Pluim)
Toine Heijmans
Opnieuw geen klassiek natuurboek, maar een roman. Buitendijks van Toine Heijmans (in het dagelijks leven verslaggever bij de Volkskrant) is echter doordesemd van natuur. Die van rivieren, dijken en uiterwaarden, in dit geval.
Die uiterwaarden zijn (hoewel tegenwoordig vaak gecreëerd voor waterberging) een laatste restje wildernis en het domein van de wat onaangepaste hoofdpersoon (Willem de Waal – jawel), die er afgekeerd van de burgermaatschappij een verborgen bestaan leidt in een tentje. Een oom van Heijmans diende daarbij als inspiratiebron.
Die natuur en vrijheid worden echter bedreigd wanneer aannemers en grondverzetbedrijven de oude populieren komen neerhalen: de bomen moeten wijken voor ‘nieuwe natuur’, maakbaar tot op de vierkante millimeter. Tussen de regels door beschouwt Heijmans zo over de macht van de natuur, de waterstanden en seizoenen. En hoe de mens daarmee omgaat. Met een even verrassende als vanzelfsprekende gastrol voor Willem den Ouden, de schilder van het rivierenlandschap die afgelopen jaar overleed.
‘Misschien is de essentie van geluk wel een vogel, de liefde ervoor’.
‘Dit gaat nooit voorbij’, zeg ik.
‘Dit gaat nooit voorbij’, zegt de blauwborst.
Tussen horst en griend (Atlas Contact)
Caspar Janssen
Doodweg, hank, graft: het zijn enkele van de vele vergeten woorden van al bijna even vergeten typen Nederlands (cultuur)landschap. Journalist Caspar Janssen trok (niet voor het eerst in zijn loopbaan als natuurjournalist) de wandelschoenen aan en ging, vaak aan de hand van een deskundige, op zoek naar de plekken van dit eeuwenoude erfgoed. Tussen horst en griend, zoals de titel luidt, is grotendeels de bundeling van de wekelijkse serie die hij hierover schreef voor de Volkskrant.
Veel van dat landschap is bijna verdwenen, maar wie er oog (en kennis) voor heeft, kan de resten nog terugzien. En dat biedt hoop. Want, zoals Janssen schrijft in zijn liefdesverklaring (fraai geïllustreerd en vormgegeven door Janine Hendriks): ‘Waar veel verloren is gegaan, valt des te meer te winnen.’
Filosofie
Samengesteld door Alexandra van Ditmars
Spiegel van hemel en aarde. De hart-geest in de Chinese en Japanse filosofie (Athenaeum)
Michel Dijkstra
Denken met je hart en voelen met je denken, dat is waar het begrip ‘hart-geest’ om draait. Michel Dijkstra, kenner op het gebied van oosterse filosofie, legt uit wat dit kernbegrip uit de Chinese en Japanse filosofie omvat. En daarmee merk je als westerling meteen dat je vastzit in bepaalde begrippenkaders. Zo staan emoties en ratio ineens niet tegenover elkaar, maar gaan ze hand in hand. En is het van belang het ‘niet-denken’ te denken. Maar hoe doe je dat? Dijkstra verkent de hart-geest aan de hand van de taoïst Zhuang Zi, de confucianist Mencius en de zenboeddhist Dogen Zenji. Een boek vol heerlijke paradoxen dat je leert dat de hart-geest als een spiegel is: ‘hoe meer je hem poetst, hoe meer hij schittert’. En daarbij gaat het niet om het spiegelbeeld, maar om het spiegelen, waarmee je de dingen teruggeeft aan zichzelf en je jezelf kunt bevrijden van vooroordelen. Duizelt het u al? Heel goed, want dan bent u waarschijnlijk op de juiste weg.
Consent. Een filosofie van goede seks (Boom, vert. Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre)
Manon Garcia
Seksuele instemming is complexer dan we denken, laat Manon Garcia zien. Er wordt vaak geredeneerd: seks met instemming is normaal en legitiem, seks zonder instemming is dat niet en is verkrachting. Maar mensen kunnen bijvoorbeeld ook akkoord gaan omdat ze weten dat hun partner lang zal aandringen, om ervan af te zijn of omdat ‘nee’ onbeleefd zou kunnen lijken. En wat houdt geen consent geven eigenlijk in? Verzet je je pas als je ‘nee’ zegt, of is ‘niet ja zeggen’ genoeg? Garcia, hoogleraar praktische filosofie in Berlijn, geeft een analyse van consent die aan het denken zet. Filosofen als Immanuel Kant en Martha Nussbaum passeren daarbij de revue, maar ook praktijken uit de bdsm-wereld en voorbeelden uit de media. Garcia laat overtuigend zien: als we consent niet enkel invullen als instemming, maar baseren op respect, waardigheid en autonomie leidt dat niet alleen tot meer gelijkheid, maar ook tot betere seks. Een urgent boek.
Over het verdwijnen van rituelen (Ten Have, vert. Mark Wildschut)
Byung-Chul Han
De Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han vermijdt mediaoptredens om zich volledig op zijn denken en schrijven te kunnen richten. Misschien dat hij daardoor in opvallend hoog tempo scherpe, essayistische werken publiceert. Zoals dit boek, over het verdwijnen van rituelen in onze samenleving. Rituelen – zoals vaste vormen van groeten, jaarfeesten en religieuze of culturele gebruiken – zorgen ervoor dat we ons verbonden voelen met de wereld en met elkaar. Maar in onze huidige tijd van individualisme en consumptie verdwijnt die gedeelde symboliek. Het gevolg: ons gevoel van gemeenschap is uitgehold, we leven in een stroom van gelijksoortige dagen en functionele rationaliteit wint het vaak van het mysterieuze en ‘nutteloze’. Geen boodschap om blij van te worden, maar juist daarom van belang om die tot je te nemen. Zoals meestal bij Han betreft het een dun boekje, maar dat betekent niet dat het snel leest – wat overigens mooi aansluit bij zijn kritiek op dat alles tegenwoordig maar efficiënt en snel moet zijn.
Publieke dingen. Democratie ontregeld (Boom, vert. Menno Grootveld)
Bonnie Honig
Van bibliotheken en openbaar vervoer tot elektriciteit en riolering – een democratie kan niet zonder publieke dingen, stelt de Canadees-Amerikaanse filosoof Bonnie Honig. Maar daar hebben democratiedenkers vaak te weinig aandacht voor, vindt ze. En het gaat, onder invloed van neoliberalisme, privatisering en marktdenken, helemaal niet goed met de publieke dingen. Honig, hoogleraar aan Brown University (Verenigde Staten), legt in dit boek in drie essays uit waarom dat een probleem is, hoe we daarover na kunnen denken en hoe we hoop en veerkracht kunnen aanwenden om de publieke dingen weer voor ons – en dus voor de democratie – te laten werken. Belangrijke bronnen zijn filosoof Hannah Arendt en psychoanalyticus Donald Winnicott, maar ook de film Melancholia van Lars von Trier speelt een belangrijke rol. Een stevig politiekfilosofisch betoog, dat de lezer laat inzien dat publieke dingen niet slechts bijzaken of een leuk decor zijn, maar ons tot burgers maken.
Alles over liefde (De Geus, vert. Jenny Mijnhijmer)
bell hooks
‘We snakken ernaar een einde te maken aan de liefdeloosheid die zo diep is doorgedrongen in onze samenleving,’ schrijft bell hooks in de inleiding van Alles over liefde. ‘Dit boek vertelt ons hoe we kunnen terugkeren naar de liefde.’ Grote woorden, maar het is inderdaad een hoopvolle en terecht invloedrijke poging daartoe gebleken. Het origineel verscheen al in 2000, maar dit jaar kwam er eindelijk een Nederlandse vertaling. In het werk onderzoekt hooks (pseudoniem van Gloria Jean Watkins, bewust zonder hoofdletters geschreven) wat liefde werkelijk betekent – voorbij romantiek en verlangen. Onze gepolariseerde samenleving verwart liefde met begeerte, bezit en macht, meent het Afro-Amerikaanse feministische icoon. Terwijl het juist moet gaan om zorg, mededogen en gemeenschap. Een boek dat (helaas) nog steeds hedendaags voelt, en liefde op meerdere vlakken onderzoekt: persoonlijk, maatschappelijk, spiritueel. Het resultaat is een nieuwe, liefdevolle ethiek, waarbij liefde als een revolutionaire kracht wordt gezien die zowel persoonlijke heling als sociale rechtvaardigheid mogelijk maakt. Ook fijn: de toegankelijke schrijfstijl.