Elke week tipt de VPRO Boekengids drie nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van o.a. Alexander Baneman en Jan Libbenga.

Frank van Pamelen, Ivo de Wijs, Kees Torn, Theo Danes
Eeuwige almanak

De Enkhuizer collega’s mogen dit jaar hun 429ste jaargang vieren, volgens de makers van de Eeuwige almanak (Nijgh & Van Ditmar) had het boek ‘in deze dagen van sustainability’ één nadeel: ‘Markten en kermissen, sterren- en maandstanden, onweersprognoses, getijdengedoe, alles was na driehonderdzeventig dagen alweer aan wisseling toe.’ In de light verse-versie van Frank van Pamelen, Ivo de Wijs, Kees Torn en Theo Danes krijgen 366 bijzondere dagen hun eigen puntdicht. Van de Dag van de Moedertaal (‘“Je vat nog kou, denk aan je sjaal!”/Dat is ultieme moedertaal’) en de Dag van de Bloeddonor (‘Gulle goedzakken/vullen bloedzakken’) tot Wereld Prikkeldraaddag: ‘Voor alle zekerheid staat bij mijn oom/De prikkeldraadomheinig onder stroom.’ Met cartoons van Matthias Giesen, en onbeperkt houdbaar.

(Dirk-Jan Arensman)

Alexander Baneman
De schim van Raamswolde

Je moet maar durven, debuteren met een ouderwetse briefroman. Alexander Baneman deed het voortreffelijk met De schim van Raamswolde (Van Oorschot) waarin Allard van Benniq Methorst contact met de buitenwereld onderhoudt door het schrijven van brieven. Want Allard is, gekweld door angsten, al jaren zijn erf niet af geweest. Ooit was hij een beroemd schaker, over wie zelfs een VPRO-documentaire werd gemaakt, nu is hij een kluizenaar. In boze, lieve, wijze, verdrietige brieven aan oude vrienden, een jonge schaker en een ex-geliefde leer je hem kennen tot in alle duistere hoeken van zijn ziel. ‘Ik koester mijn lijden, het pookt mijn verbeelding op. Ik kan erover schrijven en erdoor bestaan. Ik besta alleen nog in brieven.’

(Katja de Bruin)

Jan Libbenga
Paupers en boeven

Terug uit Indië bedacht generaal Johannes van den Bosch een uniek sociaal experiment: vanaf 1823 werden stadse wezen, bedelaars en zwervers naar gestichten in het Drentse Veenhuizen gestuurd om er tegen kost en inwoning op het land te werken. Deze kolonie werd in twee eeuwen uitgebreid met tientallen gebouwen, als proeftuin voor justitie: hoe verschoppelingen tot en met criminelen te disciplineren, straffen en, ahum, resocialiseren? Ook vluchtelingen, Jehova’s Getuigen, dienstweigeraars, jeugddelinquenten, BN’ers (ook Swiebertje, voor rijden onder invloed) en echte zware jongens kwamen en gingen. De hele bonte, soms anekdotische geschiedenis van justitiedorp Veenhuizen, nu Werelderfgoed, wordt door journalist Jan Libbenga, opgegroeid in Veenhuizen, uitvoerig beschreven in Paupers en boeven (De Kring).

(Maarten van Bracht)

de boekengids in je mailbox?