De nieuwe, negende roman van Hanna Bervoets heet Leer me alles wat je weet. Daarin vertelt Jodie het levensverhaal van haar geliefde Daniel, die mensen met medische klachten helpt om de juiste diagnose te krijgen. ‘Het is eigenlijk een wordingsgeschiedenis.’

Ze had al een halve plank volgeschreven en was al jaren een gewaardeerd en geprezen schrijver toen het universum een paar jaar geleden besloot dat het tijd was om Hanna Bervoets nog een extra zetje te geven. In 2019 werd ze Zomergast, om vervolgens in 2021, middenin de pandemie, de eerste en hopelijk ook laatste Boekenweekauteur te worden die het zonder Boekenbal moest doen. In datzelfde jaar was ze ook de enige Nederlandse auteur die het slachtoffer werd van een gehaaide internationale manuscriptendief. Die had het voorzien op haar Boekenweekgeschenk. Het bleek een oplichter met verstand van zaken, want Wat wij zagen is inmiddels in vijftien landen verschenen, de filmrechten zijn verkocht en het boek werd door Ian McEwan in The Guardian bejubeld.

Er zijn maar weinig schrijvers die dat voor hun veertigste gepresteerd hebben. Daarna trouwens ook niet.

‘Ik ben enorm aan het genieten,’ zegt Bervoets, ‘maar het voelt ook alsof ik heel snel moet leven omdat ik niet weet wanneer het stopt. Dat bedoel ik in de breedste zin van het woord. Straks willen mensen misschien helemaal geen boeken meer kopen. En ik weet niet hoe lang ik fysiek en mentaal nog zo sterk blijf dat ik op de toppen van mijn kunnen kan schrijven. Ik ben altijd bang voor eindigheid en verlies. Soms zie ik ineens een grote zwarte muur oprijzen. Dus het voelt goed dat ik alvast een oeuvre heb gemaakt.’

‘Ik laat zien hoeveel invloed vrienden, collega’s en geliefden op iemands leven hebben’

Verwijzingen

Dat oeuvre wordt deze week uitgebreid met haar negende roman: Leer me alles wat je weet. Het is het verhaal van Daniel, verteld door haar geliefde Jodie. Die raakt als negentienjarig meisje in de ban van deze vrouw in haar witte T-shirt, met bovenarmen ‘die op een haast nonchalante manier gespierd waren’.

Die gespierde bovenarmen, zo legt Bervoets uit, ‘dat is heel erg lesbische internetcultuur’. Maar dat je dat als heteroboomer niet weet, is helemaal niet erg. Er zitten wel meer verwijzingen in die niet elke lezer direct zal oppikken. Al pratende slalomt Bervoets langs Lord of the Rings, Xena the Warrior Princess en Batman en Robin, die weliswaar geen van alle in haar roman voorkomen, maar toch een bron van inspiratie vormden. ‘Ik verwijs inderdaad eerder naar dit soort popculturele dingen dan naar de wereldliteratuur. Een boek moet op zichzelf kunnen staan, ook als je als lezer niet alle verwijzingen kunt plaatsen. Ik hoop dat dat zo is met dit boek.’

Ze kan gerust zijn. Leer me alles wat je weet is een roman waarin voor elke lezer wel iets te halen valt. Al op de eerste pagina’s wordt duidelijk dat Daniel is overleden. Hoe en waarom weten we dan nog niet, dat gaat Jodie ons vertellen. Zij reconstrueert het levensverhaal van haar geliefde, dat in de jaren tachtig begint toen er nog vrouwencafés bestonden waar je als onzekere twintigjarige de lesbische liefde kon ontdekken.

‘Het is eigenlijk een wordingsgeschiedenis, die niet begint in Daniels jeugd maar als ze twintig is. Want ook na onze jeugd worden we nog gevormd door iedereen die we tegenkomen, door mensen die niet onze bloedverwanten zijn. Ik laat zien hoeveel invloed vrienden, collega’s en geliefden op iemands leven hebben. Daarnaast wilde ik spelen met het genre van het heldenepos, dus Daniel moest een held zijn. Maar wat maakte haar dan een held? Toen ik van een kennis hoorde dat ze na jaren eindelijk gediagnosticeerd was met endometriose, bedacht ik dat mijn held mensen met medische klachten zou gaan helpen om de juiste diagnose te krijgen.’

‘Het gaat heel erg over wie welke kennis heeft’

Doorverwijzing

Aanvankelijk was ze huiverig om na Welkom in het rijk der zieken, haar roman over Q-koortspatiënten, opnieuw de medische wereld als decor te kiezen.

‘Ik wist niet of ik er nog zin in had, maar ik merkte dat ik er toch op aansloeg. Welkom in het rijk der zieken ging over hoe het is om chronisch ziek te zijn. In dit boek is de medische wereld meer een arena.’

Met veel inlevingsvermogen schetst Bervoets de wanhoop van patiënten met concrete klachten die desondanks geen gehoor vinden bij hun huisarts. Die stelt voor ‘het nog even aan te kijken’, of adviseert ‘een cursus ademhalingstechnieken’. Daniel laat zich echter niet afschepen en dwingt voor de patiënten die ze bijstaat alsnog de doorverwijzing af die de dokter eerder weigerde te geven. Maar dit is geen activistisch vehikel waarin medische misstanden aan de kaak worden gesteld, want Bervoets heeft ook oog voor de positie van de dokter die niet altijd geduld kan opbrengen voor al die ondefinieerbare klachten, en die zomaar een tuchtklacht aan z’n broek kan krijgen terwijl hij naar eer en geweten heeft gehandeld. En als Daniel tekeergaat tegen kwakzalvers die zuiverend kristalwater en kletspraatjes over meridianen verkopen, kantelt dat beeld even later weer volledig. Bij Hanna Bervoets wordt het nooit plat en eendimensionaal.

‘Ik wil juist al die kanten belichten en begrijpen, en lezers ook de mogelijkheid geven om zelf hun kant te kiezen. Voor Daniel worden die artsen op een gegeven moment echt de vijand, maar dat zijn ze natuurlijk niet. Zij doen gewoon hun werk en de meesten willen dat zo goed mogelijk doen. Ze zien dat bepaalde onderzoeken niets opleveren en dat veel klachten vanzelf overgaan. Iedereen handelt vanuit zijn eigen perspectief en kennis. Vandaar ook de titel: “Leer me alles wat je weet”. Het gaat heel erg over wie welke kennis heeft. Ik ben een enorme bèta, ik wil altijd weten hoe iets werkt, bijna tot op celniveau. Maar ik ben zelf ook patiënt, ik heb een genetische bindweefselaandoening. Dus ik ken ook die andere kant, en beide kanten zijn voor mij valide.’

Toegang

In haar roman Ivanov speelde de aidscrisis al een bijrol, nu keert Bervoets terug naar het einde van de jaren tachtig, toen aidspatiënten een manier vonden om onderling kennis uit te wisselen.

‘Het is een onderwerp dat mij raakt. Ik behoor tot de queer gemeenschap en ik heb veel mannelijke homovrienden. Als ik twintig jaar eerder was geboren, had ik gewoon de helft van mijn vriendenkring kunnen verliezen. Zo heftig was het, zoveel doden zijn er gevallen. En het speelt nog altijd. Dat trauma is doorgegeven aan de nieuwe generatie. Ook in de jaren nul zijn er nog mensen besmet geraakt. Dat spook waart nog steeds over die gemeenschap. Het is iets dat mij niet loslaat, dus toen ik stuitte op het HIV-net, wist ik dat ik dat wilde gebruiken.

HIV-net was een soort pre-internet waar aidspatiënten wereldwijd direct met elkaar konden communiceren, via een forumachtige constructie. Voor het eerst hadden patiënten meer toegang tot medische informatie dan hun artsen, en dus ook meer kennis. Dat is een belangrijke stap geweest in de emancipatie van patiënten. Die lijn trek ik door in het boek. Daarna kreeg je mailinglijsten waarin patiënten zich verenigden, je had het Viva-forum, dat heel groot was, toen kwam de blogcultuur en uiteindelijk de social media. Die hebben natuurlijk veel problemen gebracht, maar voor mensen met een aandoening, zeker een zeldzame aandoening, is het juist heel positief geweest. Zij hebben direct toegang tot andere patiënten, maar ook tot wetenschappelijke artikelen. Die worden daar gedeeld.’

Zo loopt Daniels opmars als held min of meer parallel aan de opkomst van het internet, en daarmee de patiëntenemancipatie. Maar het is net zo goed een universeel verhaal over liefde, vriendschap, pijn en eenzaamheid.

‘Voor mij is het een boek voor iedereen, omdat het over zoveel dingen gaat. Het hoeft niet troostrijk te zijn of een boodschap over te brengen. Ik ben gewoon blij als mensen het een lekker boek vinden. Een andere functie hoeft het van mij niet te hebben.’

Hanna Bervoets
Leer me alles wat je weet

(Uitgeverij Pluim)

de boekengids in je mailbox?