donderdagetalage
Ambon moest vrij
Met de gijzeling in het Indonesisch consulaat in Amsterdam, december 1975, was de Molukse zaak niet erg gediend. Wat bewoog de gijzelnemers?
Andere tijden: De vergeten gijzeling
NPO 2 xx.xx-xx.xx
Van de zogeheten Molukse acties uit de jaren zeventig staan vooral de treinkaping bij De Punt in 1977 en de gelijktijdige gijzeling in een lagere school in Bovensmilde door hun duur en gewelddadige afloop in het collectieve geheugen gegrift. Maar twee jaar eerder vond ook al een treinkaping plaats, bij Wijster. Vergeten lijkt inmiddels dat in 1970 Molukse jongeren de Indonesische ambassadeur probeerden te gijzelen, dat vier jaar later een nieuwe poging mislukte (ambassadeur niet thuis) en dat in 1978 een gijzeling in het provinciehuis in Assen plaatsvond. Ook de bezetting van het Indonesisch consulaat in Amsterdam in 1975 lijkt vergeten, hoewel ook deze gijzeling dramatisch verliep en meer dan twee weken duurde, van 4 tot 19 december, vrijwel gelijktijdig met de treinkaping die de meeste aandacht opeiste.
Zeven Molukse jongeren, zes uit Bovensmilde en één uit Amsterdam, wilden door het Indonesisch consulaat te bezetten hun geestverwanten steunen die twee dagen eerder de trein bij Wijster hadden gekaapt. Ze hadden spontaan tot hun actie besloten en die niet goed voorbereid, wat de gijzeling voor alle betrokkenen juist extra gevaarlijk maakte, nog afgezien van het feit dat de Nederlandse regering de eis om zich te spannen voor verwezenlijking van het RMS-ideaal, een vrije Zuid-Molukse Republiek, onmogelijk kon vervullen. Het begon ermee dat eerst bij de Amsterdamse VVV werd geïnformeerd waar het Indonesisch consulaat zich eigenlijk bevond; het zat inderdaad in een weinig bekende korte zijstraat onder het Vondelpark. Na de inval bleek het voornaamste doelwit, de consul-generaal, afwezig omdat die in Den Haag zat te vergaderen over de treinkaping. Daarmee was de gijzeling eigenlijk al mislukt. In het pand bevonden zich ook twee reisbureaus, maar de gijzelnemers wisten niet dat er ook een schooltje zat waar op dat moment zestien Indonesische kinderen les kregen. Vijf van hen werden vrijgelaten in ruil voor een televisie en een radio omdat de gijzelnemers ten onterechte dachten dat die niet in het consulaat aanwezig waren. Van de vier medewerkers die zich onbemerkt hadden verschanst op de tweede verdieping konden er drie via een raam ontkomen, een vierde miste bij zijn sprong naar beneden de matras die buurtbewoners hadden klaargelegd en overleed aan zijn verwondingen. Door bemiddeling van onder anderen dominee Metiary en ir. Manusama, president van de RMS-regering-in-ballingschap, gaven de gijzelnemers zich dan na vijftien dagen eindelijk over. Ze zouden tot zeven jaar worden veroordeeld. Door het grillig verloop en de lange duur van ook deze gijzeling sloeg de verhoopte aandacht voor de Molukse zaak vooralsnog om in vijandigheid tegen de Molukse gemeenschap als geheel.
In het Andere tijden-tweeluik ‘De vergeten gijzeling’ vertellen de Molukse gijzelnemers zelf wat er destijds gebeurde en wat hen motiveerde om te handelen zoals zij deden.