VPRO Gids 20

17 mei t/m 23 mei
Pagina 82 - ‘vrijdagetalage’
82

vrijdagetalage

Wat moet je op deze dag zien en horen? Lees onze etalage met programmatips, onze filmselectie en de mooiste radio: klassiek, jazz en wereldmuziek.

Oorverdovende stilte

Niemand applaudisseerde na afloop van de tweede uitvoering ooit van het Eerste pianoconcert van Johannes Brahms. Waarom?
Vrijdagconcert

NPO Klassiek xx.xx-xx.xx

De gewoonte om tijdens het applaus massaal op te staan valt niet bij iedereen in de smaak. Vroeger was het anders, wordt er gemopperd, en in het buitenland geeft men alleen in uitzonderlijke gevallen van onbedwingbaar enthousiasme een staande ovatie. Bij ons is die mogelijkheid voor een extra grote pluim verdwenen. Het opstaan is plichtmatig geworden – een soort kuddegedrag.

We willen de mopperaars niet tegenspreken, maar ons gebruik heeft ook een aardige kant. Want wie gaat staan, kijkt als vanzelf enthousiast en dat is wel zo prettig voor de muzikanten. En op hun beurt kunnen de onberoerde luisteraars blijven zitten om zich beleefd te verschuilen achter de ruggen van de staande klappers. Behalve natuurlijk als ze nadrukkelijk verveeld willen kijken om hun ongenoegen te demonstreren.

Dat moet gebeurd zijn in Leipzig, na de tweede uitvoering ooit van het Eerste pianoconcert van Johannes Brahms. Naar eigen zeggen had Brahms de pianopartij beter gespeeld dan bij de première in Hamburg en het orkest was uitstekend in vorm geweest, dus daar lag het niet aan dat het publiek er niets aan vond. In de hele zaal gingen maar drie paar handen schuchter op elkaar, en die werden met kordaat gesis tot de orde geroepen. In een brief verklaarde de 25-jarige Brahms opgewekt dat een avontuurlijk mens alleen maar moediger werd van zo'n flop; al was het gesis wel wat veel van het goede.

Voor de massale afwijzing worden twee verklaringen geopperd. De ene wijst op de toen heersende ruzie tussen behoudende en vooruitstrevende kenners. Leipzig was een conservatief bolwerk en aan het pianoconcert kon je goed horen waarom Brahms een protégé van de progressieven was. Maar hoe de conservatieve ruziemakers een hele zaal het klappen onmogelijk maakten, vertellen ze er niet bij.

De andere verklaring zoekt het in verwachting, verwarring en teleurstelling. Een pianoconcert was een pronkstuk voor virtuozen; luchtig vermaak vol opzichtige vingervlugheid. Maar Brahms schotelde de Leipzigers zware kost voor. Luister maar eens naar het begin met de heftige paukenroffel en u kunt zich hun schok voorstellen. Zo bezien kwamen zij voor een circusvoorstelling en kregen ze een dialoog over dood en ellende voor de kiezen. Maar ook dan verbaast de unanimiteit van hun afkeer. Waren er inderdaad maar drie personen in de zaal die hoorden dat ze getuige waren geweest van een meesterwerk? Of was het niet klappen kuddegedrag? Verbijsterend onbeleefd was het in ieder geval.