zaterdagetalage
Welluidende gebreken
In zijn Requiem mengde Fauré ongerijmdheden als een snerpende soloviool en een riedelend orgel. Succes verzekerd.
Zaterdagmatinee
NPO Klassiek xx.xx-xx.xx
Bij het luisteren naar een afspeellijst met hits uit 1977 valt op dat popmuziek wel vaart bij een gebrek. De leukste liedjes hebben een onvolkomenheid die direct door de jury van een talentenjacht zou worden afgestraft: een hoge piepstem, schor gemompel, een jengelend orgeltje, of een valse gitaar die onverstoorbaar door de rockband en de achtergrondstrijkers heen speelt. Vele gebreken tegelijk werken ook, zoals Rod Stewart met ‘I don’t wanna talk about it’ bewijst. De vervelende liedjes daarentegen missen zulke gebreken of, zo u wilt, ongerijmdheden. Met name de liedjes in discostijl kwamen ondanks een gestage afwisseling van riedeltjes en lollige effecten niet van de grond. Door vaklui in elkaar gezet, variatie te over, geen smetje te bekennen, en toch zo dood als een pier.