zondagetalage
Oöloog in oorlogstijd
Ook al stond de hele wereld in brand, ornitholoog Max Schönwetter maakte zich alleen zorgen over zijn eieren.
O, verzamelen van eieren in weerwil de van tijd
NPO 2 Extra xx.xx-xx.xx
Eén ei is geen ei, zal Max Schönwetter (1874-1961) gedacht hebben toen hij er voor het eerst een zag, want aan het einde van leven had hij er bijna twintigduizend. Niet van Kinder Überraschung of Fabergé en ook geen paaseitjes, maar echte, van zo’n vierduizend verschillende vogelsoorten. De Duitse ornitholoog was de Franz Beckenbauer van de oölogie, een tak van de ornithologie die zich bezighoudt met het bestuderen van eieren. Een oöloog dus, en zijn in de Universiteitsbibliotheek van Halle ondergebrachte verzameling wordt een halve eeuw na zijn overlijden nog altijd bestudeerd door vakgenoten. Daarvan zijn er steeds minder, ook omdat eieren verzamelen al een tijd verboden is. Eiercollecties groeien dus niet meer. Over deze Schönwetter heeft Pim Zwier een curieuze documentaire gemaakt onder de titel O, verzamelen van eieren in weerwil van de tijd. Daarin leren we zijn werk en leven kennen aan de hand van de correspondentie die hij voerde met verschillende collega’s. Acteur Pierre Bokma leent zijn stem aan Schönwetter en terwijl fragmenten uit diens brieven worden voorgelezen zien we een paar handen drukdoende met eierkunde. Wegen, meten, beschrijven, inpakken en conserveren. Dat werk. Het valt op dat de eierschalen niet met fluwelen handschoenen worden aangepakt maar met blote handen. Vreemd omdat de eieren zelf wel als ware kroonjuwelen in beeld worden gebracht. De briefwisselingen gaan over het vak, en de gebezigde taal doet soms denken aan Het bureau van Voskuil. ‘Hoe meer ik ze bestudeer des te meer groeit de overtuiging dat uit de eierschaal nog vele raadselen zijn op te lossen indien men werkelijk beseft wat erin schuilgaat. Maar daarvoor moet men dieper graven om daarmee inzichten te verschaffen en daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren.’ De Duitse oölogen hebben het niet makkelijk. Ze klagen over hun eigen taal en kijken met afgunst naar het Engels omdat die taal wel vijftien verschillende uitdrukkingen heeft voor ‘gevlekt’. Handig bij schaalbeschrijvingen. Van moderne natuurwetten moet men niets hebben en vogelbeschermers worden zelfs met bladluis vergeleken. Die onderlinge perikelen worden doorsneden met authentieke beelden van de zwartste jaren uit de Duitse geschiedenis, de Tweede Wereldoorlog. Tegen een decor van dood en verderf wisselt men wetenswaardigheden en nieuwtjes uit over eitjes. Lang blijft de oorlog op afstand, maar als ook in Duitse steden bommen en granaten exploderen gaat de oöloog zich zorgen maken. Over zijn breekbare collectie. Een film, twee werelden die niets én alles met elkaar te maken hebben.