VPRO Gids 6

5 februari t/m 11 februari
Pagina 14 - ‘De buttons van Brusse’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

De buttons van Brusse

Hugo Hoes

In de jaren tachtig waren jasjes en shirts vaak bezaaid met buttons. Grote kans dat die ‘eenpersoonsspandoeken’ afkomstig waren van Buttonboss, het bedrijf dat Henk Brusse ooit oprichtte. ‘Zelf droeg ik geen buttons, nooit.’

Henk Brusse

Oud-journalist, impresario, en discotheekeigenaar Henk Brusse (1940) was de man achter het succesvolle bedrijf Buttonboss uit Enschede. Eind jaren zeventig introduceerde hij de button in Nederland, een speldje met opdruk dat onlosmakelijk verbonden werd met de jaren tachtig. Een goede reden om met de Tukker in zijn tot kantoortje verbouwde inpandige zwembad terug te blikken op die periode. Als aardigheidje heb ik een broodtrommel met oude buttons meegenomen. Terwijl zijn vrouw Liesbeth – ‘we zijn één keer gescheiden, maar twee keer getrouwd’ – koffie serveert, begint Brusse meteen enthousiast te grabbelen. ‘Had je die thuis nog liggen? Dat meen je niet. Abba! Jezus, dat zijn ouwe! Ik zie buttons terug die ik nooit meer heb gezien. Jan Raas! Die kwam ook van mij. John Travolta! Wat leuk.’

Hoeveel buttons heeft u verkocht?

Brusse: ‘Ongeveer 500 tot 550 miljoen. Het ging met honderdduizenden tegelijk.’

Een rage uit Amerika, toch?

‘Klopt. Ik zag de eerste buttonmachine op Hollywood Boulevard in Los Angeles. Daar was ik eind jaren zeventig om interviews te doen voor de Story. Ik dacht: wat is dat nou voor een ding? En dat heb ik me toen laten uitleggen. Verder niets mee gedaan. Daarna ging ik door naar Las Vegas en bij het Circus Circus Hotel zag ik er weer een. Amerikaanse mariniers en toeristen werden daar met een polaroidcamera gefotografeerd, die foto werd met een föhn gedroogd, uitgesneden en daar werd een button van gemaakt. Dat kenden we in Europa niet. Ik dacht: dat is een leuke handel.

Toen ik weer terug in Enschede was, heb ik zo’n apparaat besteld in Amerika. Dat was best lastig, want eerst vond ik alleen maar verkopers van knopenmachines. Enfin, toen ben ik thuis aan de keukentafel met een machientje begonnen buttons te maken. Daarbij is ook nog het hele tafelblad vernield. Vond Liesbeth niet zo leuk. Vervolgens ben ik iedereen gaan bellen die ik kende. Wil je buttons hebben? Moest ik eerst uitleggen wat het waren, want niemand wist dat. Op een gegeven moment sprak ik Willem Breukink, de directeur van fietsenfabriek Gazelle. Die wilde voor alle rijwielhandels, honderden dus, buttons met daarop de renners van de Frisol-Gazelle-Thirion-wielerploeg, met onder anderen Jan Raas. Dat was een van mijn eerste buttonopdrachten.’

‘Ik bemoeide me niet met de boodschap. Voor of tegen atoomenergie. Maakte mij niet uit’

Henk Brusse
Goed begin.

‘Maar ook een probleem. Hoe kreeg ik dat voor elkaar? Ik had maar één machine en niet eens een werkruimte. Niks! Toen ben ik meteen machines gaan bijkopen in Amerika. Vaak waren dat slechte apparaten waarin de blikjes en papiertjes steeds verschoven. Gelukkig had ik een technische buurman en die ze heeft ze allemaal verbeterd. Daarna bracht ik ze naar alle thuiswerkers die de buttons maakten. En, dit is belangrijk, ik ben meteen naar de Belastingdienst gegaan om te vragen hoe ik het met de betaling moest doen. Niets zwart, dat wilden veel mensen wel, maar ik deed alles officieel. Ik kon ook niemand werk garanderen, dus het werden eigenlijk zzp’ers. Bij elkaar 150 mannen en vrouwen. Vroeg ik: hoeveel kun je er dit weekend maken? Duizend? Tweeduizend? Dan kregen ze een rol papier met de afbeeldingen, blikjes en folie. Daarnaast had ik dertig man in dienst die niets anders deden dan die speldjes in de achterkant steken.’

‘Een man uit Düsseldorf wilde ooit 200.000 Hitler-buttons. Die heb ik de zaak uit gesodemieterd’

Dat lijkt me geen leuk werk.

‘Het was allemaal niet zo leuk, maar de mensen deden het graag. Er waren thuiswerkers bij die er 300 per uur maakten! Vijf per minuut. Werkte het hele gezin mee. De een legde het papiertje neer, de andere legde er een folie op, dan op het blikje en vervolgens: hup, op de buttonmachine. Een echte productielijn, maar dan bij de mensen thuis. Dat werkte heel goed. De VVD was de eerste politieke partij die klant werd. Daar ben ik gewoon naartoe gegaan. Met de trein naar hun kantoor in Den Haag. Had ik zelf een ontwerpje gemaakt en dan zei ik: is dit niet iets voor jullie? En zij: oh, dat is leuk! Werden het er zo 80.000. Alle politieke partijen heb ik gehad, behalve de pedofielenpartij. Dat wilde ik niet. Ook kwam er een keer een man uit Düsseldorf langs die 200.000 Hitler-buttons wilde. Hem heb ik de zaak uit gesodemieterd.

Het Duitse dagblad Bild had een actie tegen racisme. Moesten er in een week naast de gewone opdrachten ineens 200.000 buttons meer gemaakt worden. Zette ik de hele ploeg in. Niemand anders kon dat. Wij waren flexibel. Bovendien was ik de eerste en de grootste, en die voorsprong was niet in te halen. Ik had 150 thuiswerkers en als ik die op vrijdag allemaal 2000 papiertjes bracht, waren er maandag 300.000 nieuwe buttons. Alle actiegroepen belden mij. Voor of tegen atoomenergie. Maakte mij niet uit. Ik bemoeide me niet met de boodschap. Die buttons kwamen van Henk Brusse. Allemaal! Dat zonnetje: “Atoomenergie? Nee bedankt.” Die zag je overal. Van mij. En: “Atomkraft? Nein danke.” Was ook van mij. Greenpeace, heel veel. Buttonboss leverde aan heel Europa, behalve aan Groot-Brittannië, en ook aan het Verre Oosten en Zuid-Afrika. Niemand had zulke scherpe prijzen.’

‘Travolta heb ik niet betaald. Blondie ook niet. Ze zaten ver weg en het ging allemaal zo snel’

Politiek. Actiegroepen.

‘Ook voetbal. Heel veel van het Nederlands elftal, maar nog veel meer van het Duits elftal. Daar heb ik er wel vijf of zes miljoen van gemaakt voor een WK. Dat ging in series met de hele selectie. Sloot ik een groot contract voor af met de Duitse voetbalbond. Voor de rechten heb ik zeker een ton in Duitse marken vooruitbetaald. Popsterren. Dat waren enorme aantallen. Elvis, John Travolta, Blondie, noem maar op, 300.000 of 400.000.’

Werd daar ook voor betaald?

‘Travolta heb ik niet betaald. Blondie ook niet. Als er al betaald werd ging dat via agenten, maar meestal gebeurde dat niet. Ze zaten ver weg en het ging ook allemaal zo snel. Bovendien, ik had hon-der-den popbuttons. Met Doe Maar hebben we wel een akkefietje gehad. Hun manager trok bij ons aan de bel omdat we Doe Maar-buttons maakten. Toen is er, dacht ik, 5000 gulden betaald om dat op te lossen. Die popsterren liepen geweldig, vooral in Duitsland.

Ik had daar een dure advertentie van een halve pagina in popblad Bravo laten zetten. Dat blad had een oplage van meer dan een miljoen. Tekst: “Word zelf Buttonboss en bestel de hele serie.” Het idee was dat scholieren een serie van dertig popbuttons tegelijk kochten om die zelf op school en in de buurt weer door te verkopen. Moesten ze een enveloppe sturen met daarin een bonnetje plus een briefje van twintig Duitse mark. Toen kwam me toch een stroom bestellingen binnen! Honderdduizenden. Onvoorstelbaar. Kregen ze dertig verschillende buttons toegestuurd die ze op school voor twee of drie mark doorverkochten. Dat was makkelijk verdienen. Dat waren trouwens die kleintjes van 25 millimeter. Ik begon met de grote buttons van 55 millimeter, toen werden ze 37 millimeter en als laatste kwamen die van 25 millimeter. Die hadden dezelfde prijs, maar waren wel lastiger om te maken.’

Daarvan konden er wel meer op een jasje.

‘Kijk, nu begin je het een beetje te snappen. Iedereen liep met de hele jas vol buttons. Sommige kinderen hadden meer button dan jas. Zelf droeg ik trouwens geen buttons, nooit. In Duitsland heb ik er ook veel aan de CSU verkocht, met hun politicus Frans Josef Strauß erop. Maar misschien nog wel meer anti-Strauß-buttons. Van alle buttons die ik liet maken, prikte ik altijd een exemplaar aan een muur en daar hingen er duizenden. Toen mijn contactpersoon bij de CSU een keer langs kwam in Enschede en daar ook “Strauß raus”-buttons zag vond hij dat niet bijzonder leuk. Aan de andere kant, voor hem was het ook gewoon handel.’

Gek idee, punkers met uw buttons.

‘Lachen toch? Het was een eenpersoonsspandoek, zo noemde ik het en daar adverteerde ik ook mee in Duitsland: “Das Einpersonentransparent.”’

‘Geen woning, geen kroning.’

‘Die kan ik me niet herinneren. Wel een button met Juliana en Beatrix, over de troonopvolging 30 april 1980. De avond voordat het aftreden van koningin Juliana bekend werd gemaakt, werd ik daarover gebeld door Carel Enkelaar, de baas van de NOS.’

Dat geloof ik niet.

‘Ik zweer het je. Hij woonde in de buurt en we kenden elkaar al langer. Hij zei “Henk, morgen komt er een speech en als wat ik denk een beetje klopt, dan maakt Juliana haar aftreden bekend. Hou het in de gaten.” Dezelfde avond nog heb ik foto’s gekocht van Juliana en Beatrix, lithografie geregeld en de volgende ochtend alles laten drukken. Een dag later lagen de 30-april-buttons in de winkel. Dat waren er ook wel 150.000. Geen enkele concurrent kon daar tegenop. Onze naam stond achter op de buttons in het blik. Daar wilden onze grote klanten vanaf, omdat ze bang waren dat hun klanten rechtstreeks bij mij zouden gaan bestellen.’

U kende iedereen.

‘Ik kende veel mensen.’

Ook prins Bernhard.

‘Dat was een hele goede vriend van mij. Op Paleis Soestdijk heb ik ook ooit drie buttonmachines plus 50.000 blikjes aangeboden voor het Wereld Natuur Fonds. Ik heb heel veel steun van hem gehad. Een geweldige vent, hij is ook op het jubileum van ons bedrijf geweest. Kwam altijd zijn afspraken na, zonder persoonlijke belangen. Superkerel, ik kon geweldig goed met hem en daar ben ik echt trots op. Als ik een keer gedonder had of er was iets anders, dan belde ik hem op en vroeg ik: “Kun je mij helpen?” “Wie moet ik bellen?” vroeg hij dan, en twee dagen later was het altijd opgelost. Willem-Alexander droeg ook buttons van mij.’

Echt?

‘Ja. Die liep hier als klein jochie rond tijdens de military in Boekelo en daar droeg men ook allemaal buttons van ons. Die verzamelde hij, maakte ze los, haalde de fotootjes eruit en deed zijn eigen plaatjes erin. Daarna drukte hij ze weer in elkaar om ze later aan zijn vriendjes te verkopen. Hofleverancier.’

Bent u miljonair geworden?

‘Nee, en dat was ook nooit het uitgangspunt. Het kostte mij drie cent om een button te laten maken en ik verkocht ze voor achttien cent. Die werden door mijn afnemers weggegeven of voor veel meer geld doorverkocht.’

Anderen zijn er rijker van geworden.

‘Neuh, dat denk ik niet. Het ging mij om de handel. Later ook met petjes en kussens. Ken je de Rubiks kubus? Zal ik nooit vergeten. Er kwam hier een knaap, een Duitser, die zei: “Ik heb nu wat leuks.” Hij liet me dat ding zien, maar ik vond er geen bal aan. Ik was aan het pielen, maar het lukte me niet. Oké, dacht ik, laat maar. Die had ik dus kunnen hebben.’

Henk Brusse schat het soms ook verkeerd in. 
‘Je kunt niet alles tegelijk doen. Als je iets echt goed wil doen, moet je er voortdurend bovenop zitten. Ik heb ook weleens twee miljoen buttons in Chicago moeten laten bijmaken omdat ik het hier niet meer aankon. Die Juliana-en-Beatrix-buttons waren er binnen twee dagen. Niemand anders kon dat. Dan pleur je de markt vol en begint een ander er niet eens meer aan. Toen ik hiermee begon was ik 36 en ik dacht: over vijf jaar is het wel gebeurd met deze rage. Uiteindelijk ben ik er pas op mijn zestigste mee gestopt, nu 21 jaar geleden.

Het programmablad

Ook in de jaren tachtig viel er natuurlijk wekelijks een ‘VPRO-gids’ in de brievenbus. Een duik in het archief. 

Nooit een flinke zeperd gemaakt?

‘Eén keer, met de Elfstedentocht. Had ik al het drukwerk klaarliggen, 150.000 stuks, werd het afgelast. Kon ik alles weggooien. Maar ik heb ook honderdduizend buttons verkocht toen de tocht wel doorging. Voor een kwartje per stuk, en die werden langs de route voor anderhalve gulden verkocht. En er waren twee tochten in de jaren tachtig. Een oude vriend zei laatst tegen mij: “Henk, jij weet de meest onbenullige zaken zo op te blazen dat we allemaal denken dat we ze nodig hebben.”’

En?

‘Is wel zo.’

Luisteren naar Buttonboss Henk Brusse? Luister hieronder naar de korte podcast waarin hij over zijn buttonbusiness vertelt.