VPRO Gids 49

4 december t/m 10 december
Pagina 34 - ‘Ik zie, ik zie, poëzie’
papier
34

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Ik zie, ik zie, poëzie

Hugo Hoes

In haar proefschrift 'Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie' toont Kila van der Starre (1988) aan dat poëzie springlevend is. Om dat te kunnen zien moet je wel verder kijken dan papier.

Citaat uit het gedicht Raambuurt van Klara Smeets in Gouda

Voor haar promotie aan de Universiteit Utrecht onderzocht literatuurwetenschapper en neerlandicus Kila van der Starre onder meer het gebruik van poëzie in tatoeages, de openbare ruimte, rouwadvertenties, Candlelight en op Instagram. Ook ging ze na waar het gedicht ‘Eb’ van M. Vasalis circuleert. De vraag wat poëzie precies is, vindt ze minder interessant.

‘Nu Bob Dylan de Nobelprijs voor Literatuur heeft hoeven we niet meer te discussiëren over de vraag of songteksten poëzie kunnen zijn’

Van der Starre: ‘De geschiedenis heeft ons geleerd dat de definitie van poëzie constant in verandering is. Vroeger moest het gezongen zijn, nu heet dat een songtekst. Vergelijk het met onkruid. We zijn het erover eens wat dat is, maar onkruid is niet biologisch inherent te herkennen aan een plant. Het is een conventie die kan veranderen. Nu Bob Dylan de Nobelprijs voor Literatuur heeft gewonnen, hoeven we niet meer te discussiëren over de vraag of songteksten poëzie kunnen zijn. Alsof de hoveniers hebben gezegd: we veranderen de definitie van onkruid. Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe poëzie functioneert. Op de door mij opgerichte website straatpoezie.nl kan iedereen voorbeelden van poëzie in Nederland en Vlaanderen aanmelden. De site begon met vierhonderd gedichten, nu zijn het er rond de drieduizend. Over 95 procent van de aanmeldingen is iedereen het denk ik eens dat het poëzie is, de rest bestaat uit twijfelgevallen. Bijvoorbeeld reclame, graffiti of een Loesje-poster. Maar als iemand dat poëzie vindt accepteer ik het.’

Schappelijk.
‘Anders zou ík gaan besluiten wat poëzie is en dat vind ik niet zo interessant. Poëzie wordt als een hoge kunstvorm gezien, verheven en elitair. Bijna niemand noemt zich poëzieliefhebber, maar heel veel mensen houden wel van gedichten. Een enorm imagoprobleem.’

Het is nu de beste tijd voor poëzie.

‘Sinterklaas. Een genre op zich met strikte ongeschreven regels. Altijd anoniem, enigszins spottend en het moet rijmen. Een vrij vers van Sint vindt iedereen raar en kan niet.’

Tenzij gecompenseerd met een duurder cadeau.

‘Of extra papier-maché in de surprise.’

‘Poëzie buiten het boek is springlevend. In gesproken vorm of geschreven op Instagram, op muren en in rouwadvertenties.’

Ik dacht dat poëzie op sterven na dood was.

‘Dat hoor je steeds en daarom ben ik dit gaan onderzoeken. Het bleek duidelijk niet waar. Toen wilde ik laten zien waarom het niet waar is, waar overal poëzie is en wat mensen er allemaal mee doen. Gebruik en circulatie. Weinig mensen kopen en lezen poëziebundels, maar dat is nooit anders geweest. Poëzie buiten het boek is springlevend. In gesproken vorm of geschreven op Instagram, op muren en in rouwadvertenties. Daar leent het zich heel goed voor en dat is bij proza veel minder het geval. Je kunt natuurlijk ook geen roman op de muur of op Instagram zetten. Overigens ervaren we wel veel romans in films en series, maar die vormen worden nog beschouwd als iets heel anders dan een roman.’

Uw proefschrift begint met een inventarisering van het gebruik van ‘Eb’ van Vasalis.
‘Ik wilde met een vrouw openen en ben fan van Vasalis. Pas achteraf realiseerde ik me dat ik het ook retorisch deed om zo mijn veelal oudere collega’s die in een andere traditie van de literatuurwetenschappen staan mee te krijgen. Want Vasalis behoort tot de canon, dús het gaat niet alleen over Instagram-dichters en slammers waar ze nog nooit van gehoord hebben. Het gaat echt over de kern van poëzie, maar dan in een ander medium. Vasalis is bovendien ook geliefd onder een niet-professioneel literair publiek. Je vindt “Eb” op de posters van Plint, in tatoeages, rouwadvertenties en de openbare ruimte. De betekenis die lezers eraan geven verandert ook met de context. Op een buitenmuur in Oostende lijkt “Eb’’ over de zee te gaan en in een rouwadvertentie over de dood.’

Waarom plaatst men poëzie in de openbare ruimte?

‘Het kan een esthetische reden hebben, maar vaker uit democratiseringsdwang. Burgers lezen geen poëziebundels meer, dus brengen we de poëzie in openbare ruimte naar de mensen. Verheffen, het aloude bildungsideaal. Het maakt ze tot betere mensen.’

Gelooft u dat?

‘Ik weet het niet. Hitler las en schreef ook poëzie. Net als Saddam Hoessein en heel veel andere dictators. Daar bestaat zelfs een bloemlezing van. Poëzie leert je wel goed, precies en kritisch lezen en nadenken. Soms wordt straatpoëzie betaald uit het leefbaarheidsbudget.’

Een gedicht in plaats van een wipkip.
‘Precies. Geen hondenuitlaatplaats maar een muurgedicht. Interessant, want dan wordt er dus van uitgegaan dat het bijdraagt aan de leefbaarheid. Rond monumenten heeft buitenpoëzie vaak te maken met het herdenken van mensen en gebeurtenissen. Een vorm van traumaverwerking. Hetzelfde gebeurt in Candlelight van Jan van Veen. Daar komen na ingrijpende gebeurtenissen als de aanslag op de mh 17 of de moord op Anne Faber ook veel gedichten binnen. Een therapeutische en collectieve manier om gebeurtenissen te verwerken. Op sociale media worden bij dergelijk grote gebeurtenissen ook meer gedichten gedeeld.’

Soms is er verzet in de buurt.

‘Omdat straatpoëzie weliswaar democratiserend is, maar regelmatig ondemocratisch wordt uitgevoerd. Zonder overleg met de buurt, en dan kan er protest komen. In Utrecht tegen een groot muurgedicht over de zomer. Buren vonden het lelijk en inhoudelijk slechte poëzie. Als je daar ook elke herfst en winter naar moet kijken ben je toch wat minder enthousiast. In Amsterdam werd op een gegeven moment zelfs met verfbommen gegooid. Dat was enigszins te voorspellen want het betrof een grote afbeelding van een naakte vrouw plus een soft-erotisch gedicht over een meisjeslichaam. Van Jacob van Lennep, in de straat die naar hem vernoemd is. Ik zou daar ook niet heel blij van worden als ik er tegenover zou wonen. Later zijn daar wat schaamblokjes op aangebracht. In Den Bosch ontstond ophef over het gedicht “Vlinder”, ook van M. Vasalis. Dat vond men blasfemisch.’

Poëzietatoeages zijn moeilijk zichtbaar.

‘Dat is de meest persoonlijke manier omdat het vaak op plekken zit waar anderen het niet kunnen zien. Ze zijn gezet om een gebeurtenis of een persoon in herinnering te houden, maar vaker nog is het een levensmotto. Voor de drager is het een reminder of een spiekbriefje. Die zijn vaak wel fan van de betreffende dichter maar alleen vanwege dat ene specifieke citaat. Meestal kennen ze het ook niet uit een bundel maar van een poster, Instagram of film en heeft men verder niet veel gelezen van de dichter. Niet gek dus dat die naam zo goed als nooit wordt vermeld. Tatoeages zijn voorbeelden van poëzie buiten het boek met bijzonder veel betekenis voor de gebruiker. Het was ook best moeilijk om respondenten te vinden, en lang niet iedereen wilde een foto delen van de tatoeage. Zo persoonlijk is het. De citaten zijn ook alleen voor henzelf bedoeld en voor niemand anders. Uitleggen is dan ook zinloos. De keren dat een ander het herkent zijn beperkt, maar als dat gebeurt is er meteen een band.’

Veel voetballers dragen teksten op hun lichaam.

‘Dat zijn meestal Bijbelteksten. Bij rouwadvertenties zie je die steeds minder en komt er poëzie voor in de plaats. Rond emotionele momenten zoals huwelijken, dood en geboorte wordt steeds vaker rust of troost gezocht in poëzie in plaats van religie. Ook door mensen die zichzelf geen poezieliefhebber noemen.’

Op Instagram floreert de poëzie.

‘Fascinerend en voor mij was dat ook helemaal nieuw. Ik zat ook niet op Instagram. Toen ik een aantal jaren geleden ging kijken naar de verkoopcijfers van poëziebundels kwam ik bij de bestverkochte titels verschillende namen tegen van dichters waar ik nog nooit van gehoord had. Bleken ze bekend te zijn op Instagram en ook heel veel volgers te hebben. Daar is hun poëzie gratis, maar het zorgt er wel voor dat volgers hun bundels kopen. Heeft echt invloed op de verkoopcijfers. Bovendien hebben Instagram-dichters heel jonge lezers die iedere dag poëzie lezen op hun telefoon. De jongste en frequentste poëzielezers in mijn onderzoek. Het is ook een wereld die recensenten niet kennen. Wie naar Instagram kijkt kan niet meer zeggen dat poëzie dood is. Daar leeft het enorm.’

Dit proefschrift heeft u zelfs een ambassadeurschap opgeleverd.

‘Voor het hoofdstuk over Candlelight-poëzie heb ik een enquête gehouden onder de luisteraars en sindsdien ben ik bevriend met presentator Jan van Veen. Zijn programma bestaat al een halve eeuw en vanaf januari komt er ook een Candlelight Kids. Hij draagt voor en ik ga de inzendingen meelezen. Candlelight heeft trouwe luisteraars die al jaren gedichten insturen. Hoe leuk zou het zijn als kinderen wanneer ze ouder worden ook gedichten blijven schrijven en insturen. Dat kan via candlelight.nl/kids.’

Het proefschrift Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie van Kila van der Starre is online gratis beschikbaar als e-boek.

Kila van der Starre
Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie

naar de boekengids