VPRO Gids 4

23 januari t/m 29 januari
Pagina 14 - ‘Het vermogen van kunst’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Het vermogen van kunst

Marten Minkema

KLM krijgt miljarden meer coronasteun dan kunst en cultuur, want het grote economische belang van vliegen is meetbaar en dat van verheffing niet. Of wel? ‘Als de theaters sluiten, verarmt de wereld.’

Neem nou Luceberts dichtregel ‘alles van waarde is weerloos’. Dichtbundels verkopen slecht, toch kent half Nederland die woorden. De culturele waarde is enorm, de commerciële waarde nihil. Dat bijt elkaar niet, die twee gaan prima samen en vergelijken is niet nodig. Moeilijker ligt het bij keuzes maken in pandemische tijden, zo blijkt in een aflevering van Docs, de nieuwe podcast-only-documentaireplek van de NPO. Den Haag pompt bakken geld in de harde economie en steunt ook musea, poppodia en theaters, maar die moesten hun deuren wel eerder sluiten dan Ikea en de Action. Zo kon het winkelen nog even doorgaan en dat leek economisch gezien de juiste keuze. Maar hersenwetenschapsjournalist Mark Mieras ziet verborgen kosten. ‘Als je de concertzalen dichtgooit om de economie te redden, is dat slecht voor de menselijke vitaliteit. Muziek heeft zich ontwikkeld om te verbinden, ze is essentieel om zwaarmoedigheid, angst en depressie tegen te gaan. Dus hoeveel burn-outs kunnen we de komende tijd verwachten?’

‘Kunst geeft een geluksgevoel en maakt ons tot mens, maar politici begrijpen dat niet en op school leer je dit niet’

Barend van Heusden

Mieras wijst op een onderzoek onder 50.000 Noren waaruit blijkt dat theaterbezoekers minder naar de dokter hoeven – dat wil zeggen: buiten coronatijd. ‘Natuurlijk zijn statistieken gevaarlijk, want ze tonen niet waarom dat zo is. Maar het is wel neurobiologisch aanwijsbaar: we zijn dooraderd van cultuur. We houden van jongs af aan ons hoofd boven water dankzij de fascinatie voor wat we mooi vinden, voor muziek of toneel of wat dan ook waar we onze volledige aandacht op kunnen richten. Wie gefascineerd is, gebruikt veel rekenkracht en houdt zo het hoofd schoon. Die laat zich niet meeslepen door de vloed van nieuws, reclame en sociale media, de grote versnippering waardoor je gaat zappen, snoepen en piekeren. Op het moment dat de theaters sluiten, verarmt de wereld. We moeten daarom een nieuwe maat ontwikkelen voor de waarde van cultuur naast de economie, alleen dan kun je een goede afweging maken tussen winkels en cultuur. Nu is dat onmogelijk, want zoiets werkt niet in euro’s en past niet in het bruto nationaal product; de cijfers kloppen niet.’

Inzicht en troost

Dus hoe kun je dan wel vergelijken? Allereerst geven de ideeën van Roefie Hueting inspiratie. De befaamde milieueconoom en jazzpianist zag eind jaren zestig bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al in dat je economische groei niet los kan zien van de natuurschade die je ermee aanricht. Al die milieukosten moeten van de groeicijfers af, dan pas weet je of je echt groeit. Dat was toen een revolutionaire gedachte, want economie en natuur waren verschillende werelden. Intussen zijn allerlei milieuregels opgetuigd die gemeengoed geworden zijn, maar de methode-Hueting werkt vast en helaas niet voor cultuur. Want aan het opruimen van een olievlek bij Texel kun je een exact prijskaartje hangen, terwijl de grootste schade van een theaterloos jaar vooral voorbij de onverkochte tickets zit, onzichtbaar opgesloten in duizenden hoofden.

‘De eerste vraag moet zijn: wat wil je precies meten?’ Dat zegt Barend van Heusden door de telefoon. Hij is hoogleraar cultuur en cognitie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij onderzoekt wat er in het brein gebeurt als je naar een schilderij kijkt of naar muziek luistert. En dan kom je meteen bij een kern die voor iedereen persoonlijk is. ‘Waarvoor dient kunst? Om inzicht en troost geven, het idee dat je grip hebt op het leven. De een heeft dat bij Beyoncé of de Toppers, de ander bij experimenteel theater. Kunst geeft een geluksgevoel en maakt ons tot mens, het is een essentieel onderdeel van hoe we functioneren. Maar politici begrijpen dat niet en op school leer je dit niet.’

Vaak volgt dan het voorbeeld van Duitsland, waar de houding heel anders is, iets wat Van Heusden kan beamen. ‘Ik was adviseur kunsteducatie voor de deelstaat Niedersachsen tijdens de vluchtelingencrisis. Er kwamen een miljoen nieuwe mensen bij en de overheid stak meteen veel geld in doelgerichte culturele projecten. Dat heeft erg geholpen bij de integratie.’

Ongrijpbare waarde

Natuurlijk lijkt ook in Nederland geen gebrek aan goede intenties als je de cultuurbrief leest die OCW-minister Ingrid van Engelshoven een paar jaar geleden presenteerde. Daarin staat: ‘Cultuur heeft in de eerste plaats een eigen, intrinsieke waarde.’ En: ‘Cultuur kan de tijdgeest vangen en ertegenin gaan.’ Maar opvallender is de zin daaronder: ‘Als rationalisering en rendement dominante thema’s zijn in een samenleving, is cultuur als tegenkracht van cruciaal belang.’ Want intussen berekende het CBS met geld van OCW in een ‘satellietrekening’ wat cultuur en media in harde valuta bijdraagt aan de Nederlandse economie. In het ijkjaar 2015 was dat 25,5 miljard of 3,7 procent. Veel meer dan sport en nauwelijks minder dan toerisme, staat daar veelzeggend bij.

Maar uit de kleine lettertjes in de bijlage blijkt dat de hele reclamebranche is meegerekend, alle televisies die we dat jaar kochten, alle gedrukte media, inclusief de VPRO Gids die u nu leest, en in de berekening staat zelfs een categorie ‘verse vis’, waar de parels onder vallen die verwerkt zijn in sieraden voor in de museumwinkel. Toneel en dans zijn maar bescheiden posten. Toch zie je die opgeblazen cijfers steeds weer terug, vooral vanuit de culturele hoek zelf.

‘Je kunt de echte waarde van cultuur niet in het bruto nationaal product proppen. Dat is de vloek van het kapitaal.’

Marcel Canoy

‘Daar moeten ze mee ophouden,’ vindt Arjo Klamer, hoogleraar in de economie van kunst en cultuur aan de Erasmus Universiteit. ‘Laat kunstenaars bijzondere, betekenisvolle dingen maken, daar zijn ze goed in. De economische waarde daarvan valt gewoon erg tegen.’ Maar hoe bescherm je dan de grote maar ongrijpbare waarde van dans, theater, de letteren en muziek? ‘Door steeds te vragen: waarom? Wat is je doel? Ik kom bij veel culturele instellingen over de vloer en die hebben dan lange verhalen over wat ze doen en hoe. Tot ik onderbreek en vraag wat het zou uitmaken als ze er niet zouden zijn. Dan valt het stil. Bijna nooit krijg ik het goede antwoord, namelijk dat ze bestaan om vakmensen, de decorbouwers, dansers en musici, een plek te geven zodat die hun werk kunnen doen en een bijdrage leveren aan de cultuur. Het probleem is alleen dat je het resultaat daarvan moeilijk kan meten en evalueren.’

Hetzelfde geldt voor al die mooie paragrafen over hogere doelen in de jaarplannen en statuten van allerlei organisaties. Houden die zich daar wel aan? Daarom pleit Klamer voor quality evaluators, mensen die in de gaten houden of je doet waar je zegt voor te staan, of het nou bij een orkest of bij de omroep is, op toneel, en ja: ook breder, bij bedrijven als Shell. Een nieuw soort functionaris dus, in het gebied tussen de harde en zachte economie. Ook in Den Haag bij het ministerie van OCW, om te bewaken dat het kabinet naar de letter en geest handelt van die cultuurbrief van Van Engelshoven.

Negatieve inkomstenbelasting

Is dat echt de uiterst haalbare vertaalslag tussen kunst en economie? Nog een expert gebeld. Gezondheidseconoom en VU-hoogleraar Marcel Canoy denkt dat het een illusie is dat je ze naast elkaar kunt leggen. ‘Er zijn vier beleidsvlakken waar geld en immateriële zaken vaak samenkomen: gezondheidszorg, onderwijs, het milieu, maar het moeilijkste in dat rijtje is kunst en cultuur. De externe effecten daarvan zijn niet uit te rekenen, waardoor het CPB de neiging heeft om die te negeren. En wat je niet meeneemt, telt niet mee en is gelijk aan nul. Dat is de vloek van het kapitaal, je kunt de echte waarde van cultuur niet in het bruto nationaal product proppen. Terwijl die onmiskenbaar bestaat, want kunstenaars kleuren buiten de lijntjes en dat is essentieel voor innovatie.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Hoe dan ook krijg je meteen “verplatting” als je kunst in geld uitdrukt.’ Net als collega Klamer vindt Canoy dat je organisaties moet aanspreken op hun fraaie beginselteksten, maar dat is nog geen oplossing voor betere financiële waardering van kunstenaars. ‘Het beste zou een systeem zijn met negatieve inkomstenbelasting. Dus dat je krijgt aangevuld wat je onder een bepaald minimum verdient. Dat is haalbaar en een stuk goedkoper dan de plannen voor een basisinkomen. Op die manier kunnen creatieve mensen doen waar ze goed in zijn en ben je van de discussie af over wat dat nou waard is. Ken je die beroemde speech van Robert Kennedy uit 1968 waarin hij het bruto nationaal product bekritiseert? Wacht, ik zoek een paar zinnen op.’

In die toespraak zegt Kennedy onder meer: ‘It does not include the beauty of our poetry or the strength of our marriages, the intelligence of our public debate or the integrity of our public officials. It measures neither our wit nor our courage, neither our passion nor our devotion for our country, it measures everything in short, except that which makes life worthwhile.’

Herwaardering

Maar we leven nu in 2021, meer dan een halve eeuw na de moord op presidentskandidaat Robert Kennedy en het vaandel van het bnp wappert overal nog hoog in top. Of begint die langzaam iets te zakken, ook vanwege onze pas op de plaats vanwege corona? ‘Oh absoluut,’ denkt Barend van Heusden, die optimistisch is over de herwaardering van de kunsten in dit land. ‘Die kanteling was al gaande, dit is het extra zetje.’ Ook Arjo Klamer merkt dat er meer aandacht is voor het immateriële. ‘Gek genoeg vooral bij commerciële bedrijven. In de culturele wereld lopen ze duidelijk achter, daar zijn ze nog altijd gefixeerd op economische cijfers en impact.’ En Mark Mieras ziet een duidelijke trendbreuk. ‘Deze coronacrisis is onderdeel van de milieucrisis, die toont hoezeer we afhankelijk zijn van het systeem aarde. Er is een groeiend besef van de bredere betekenis van cultuur, dat daar ook het milieu bij hoort, economie en gezondheid. We kunnen ons niet meer permitteren dat allemaal los van elkaar te zien. Ze zijn onderdeel van hetzelfde systeem, waarin alles met alles samenhangt en het gaat om de balans daartussen.’

En daarop sluit perfect dat gedicht aan van Lucebert, waarvan iedereen die ene regel kent. Maar daarna moet je dan vooral verder lezen:

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

naar de vpro podcastgids