VPRO Gids 23

5 juni t/m 11 juni
Pagina 22 - ‘Wat vindt het coronavirus er zelf van?’
papier
22

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Wat vindt het coronavirus er zelf van?

Cecile Elffers

In Zand in de machine reflecteert documentairemaker Alain de Halleux op de coronapandemie, die volgens hem vooral laat zien dat we voor veel grotere problemen staan: de klimaatcrisis en het neoliberalisme. ‘Ik zie dit virus als een klokkenluider, een profeetje zelfs.’

Over corona zijn inmiddels talloze tv-programma’s, radio-items en artikelen verschenen, maar komt het virus ooit zelf aan het woord? In de essayistische documentaire Zand in de machine van de Waalse regisseur Alain de Halleux (1957) horen we de ziekteverwekker eindelijk zijn zegje doen – in de Nederlandse versie via de stem van acteur Stefan de Walle. ‘Jullie zagen mij niet aankomen. Jullie wílden mij niet zien aankomen,’ zegt het virus bijvoorbeeld. En: ‘Ik ben niet de ziekte, ik ben maar een symptoom. Een spiegel voor de gezondheid van uw hele systeem.’

Die stelling onderbouwt De Halleux via interviews met experts van over de hele wereld: wetenschappers, politici, kunstenaars, activisten, filosofen – tot een stamleider uit de Amazone aan toe. Allemaal waarschuwen ze ons voor hoe achteloos we met onze planeet en met elkaar omgaan. Deze interviews wisselt De Halleux af met beelden van de wereld tijdens corona. Verlaten fabrieken en geïsoleerde burgers, maar ook onze pogingen tot warmte-op-afstand: zoals het applaus voor de zorg.

‘Het coronavirus heeft volgens mij een boodschap: kom op, mensen, jullie zijn verkeerd bezig’

Alain de Halleux

De VPRO Gids belde Alain de Halleux voor een gesprek over Zand in de machine. De filmmaker – en kernwetenschapper, hij regisseerde onder meer de documentaire Welcome to Fukushima – woont in Brussel, vlak bij de Europese Commissie. Maar hij maakt zich geen illusies over de politieke impact van zijn film. ‘Politici gaan echt niet kijken. Toen ik jong was droomde ik dat mijn films de wereld zouden veranderen. Ik weet nu dat het niet zo werkt, maar ik doe nog wel graag alsof. Zo’n documentaire maken is net als een zandkasteel bouwen: je weet dat de zee gaat winnen, maar je doet tijdens het scheppen alsof dat niet zo is.’

Dacht u toen de coronacrisis begon meteen: ik maak hier een film over?

De Halleux: ‘Ja, het is onmogelijk om als filmmaker niet je camera te pakken in zo’n situatie. Maar voor ik een plan kon maken werd ik gebeld door de Waalse omroep RTBF, of ik meteen aan de slag wilde met dit onderwerp. Ze kregen eigenlijk nog een andere documentaire van me – over een cricketteam –, maar ze zeiden: laat alles vallen, stort je op dit virus. Een paar dagen later had ik de titel en het plan voor de film.’

Waarom wilde u het coronavirus aan het woord laten?

‘Omdat ik dit virus zie als een kleine klokkenluider, een profeetje zelfs. Ik bedoel niet dat we het virus niet moeten bestrijden, uiteraard moet dat. Maar dit virus brengt wel al onze maatschappelijke problemen aan de oppervlakte: klimaatverandering, ongelijkheid, het failliet van het neoliberalisme. Andere klokkenluiders negeren we, Greta Thunberg bijvoorbeeld, Julian Assange, Edward Snowden... Corona is volgens mij gekomen om ons dezelfde boodschap te brengen: kom op, mensen, jullie zijn verkeerd bezig. Jullie maken je eigen leefomgeving kapot. En net als andere klokkenluiders – denk aan Jezus! – proberen we het coronavirus dood te maken, zonder naar zijn boodschap te luisteren. In mijn film zegt het virus: “Als ik als korreltje zand jullie machine platleg, dan is die machine niet goed. Waarom proberen jullie mij te doden, maar niet jullie machine?”’

En wat bedoelt u dan precies met die machine?

‘De machine staat voor alle systemen waarin we vastzitten, zoals het kapitalisme en het neoliberalisme. We voeden die machine wanneer we vlees eten, het vliegtuig pakken of een mobieltje kopen. Maar ook wanneer we onze medemens niet respecteren. De machine is het systeem dat wij eeuwenlang hebben opgetuigd en waardoor we compleet vervreemd zijn geraakt van de natuur. Het woord systeem is alleen zo betekenisloos geworden, daarom spreek ik liever van machine.’

Lukt het u zelf om deze machine niet te voeden?

‘Ik probeer geen onzin te kopen, en ik eet tegenwoordig één keer in de week vlees in plaats van dagelijks. Maar ook ik voed de machine: ik zit op Facebook, ik reis, ik werk op een computer. De machine helemaal niet voeden is vrijwel onmogelijk, dan moet je zelfvoorzienend op een boerderij wonen of zo. Maar we moeten het wel zo veel als kan proberen, en iedereen maakt daarin zijn eigen keuzes.’

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Wat hoopt u dat uw documentaire doet met de kijkers?

‘Veel kijkers vertelden me dat de film hen ongemakkelijk maakte, maar ook opluchtte: een onbestemd gevoel dat ze al langer hadden, wordt in mijn film hardop uitgesproken. Zoals dat dit coronavirus een grote golf is, maar dat daar een tsunami achteraankomt: de klimaatcrisis. Een beetje zoals wanneer de dokter je de diagnose kanker geeft; niet fijn om te horen, maar je weet waar je aan toe bent en kunt op zoek gaan naar een behandeling.’

Uw eigen film vergelijken met een kankerdiagnose werkt niet bepaald als reclame, denk ik…

‘Tja, tegen mijn kinderen heb ik ook nooit gelogen dat “alles wel goed komt” als dat niet zo is. Je kan beter gewoon vertellen dat de situatie erg moeilijk is, maar dat we ondertussen moeten proberen zin te geven aan ons leven. In mijn film doe ik dat door uit te leggen dat we de machine moeten bestrijden. Hoe? Door ons met elkaar te verbinden! Al is het maar via zoiets simpels als een bridgemiddag van een clubje bejaarden. Ook zullen we de democratie een upgrade moeten geven, zodat de burgers politieke besluiten en maatregelen weer begrijpen. Daar vind ik de burgerraden die je nu ziet opkomen een mooie eerste stap voor. Maar ik wil absoluut niet prekerig overkomen, ik wil niks opdringen; ik laat kijkers de ruimte om zelf conclusies te trekken. De zwaarte van de boodschap relativeer ik ook met de poëtische beelden tussendoor, de muziek en de kalme voice-over. Want juist als er iets ergs aan de hand is, hebben we schoonheid nodig. Neem Picasso’s Guernica: een verschrikkelijke situatie, maar een prachtig, harmonieus schilderij.’

En hoe heeft u de stem van het coronavirus gekozen? Waarom is het een mannenstem geworden?

‘Ha, grappig dat je dit vraagt, want eerst wilde ik er een genderneutrale stem van maken. Maar omdat het virus in de film toch min of meer mijn standpunt vertolkt, leek een mannenstem me logischer. Ook omdat onze problemen als mensheid grotendeels door de stupiditeit van mannen zijn veroorzaakt. Ik trek ergens een vergelijking tussen het kapitalisme en het coronavirus; het kapitalisme, met al die onzinnige competitie, is een mannelijk systeem. Onze wereld snakt nu naar een vrouwelijke aanpak: liefde, respect, verbinding, vrede. Jullie, de vrouwen, zijn echt aan zet!’