VPRO Gids 12

20 maart t/m 26 maart
Pagina 34 - ‘Duitser in New York’
papier
34

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Duitser in New York

Katja de Bruin

De oudoom van Ulla Lenze emigreerde naar New York, waar hij betrokken raakte bij een Amerikaans-Duits spionnennetwerk. Zijn brieven gebruikte ze als basis voor een roman. ‘Historici houden zich liever bezig met succesvolle acties dan met mislukte.’

Josef Klein en broer Carl in Neuss, 1949

Een jaar of vijf, zes geleden vertelde de moeder van Ulla Lenze over de briefwisseling tussen haar vader Carl, Ulla’s grootvader, en zijn broer Josef. Dat oom Josef voor de oorlog naar Amerika was geëmigreerd en tijdens WOII gevangen had gezeten op Ellis Island was geen geheim. Evenmin als als het feit dat hij na zijn detentie het land uit was gezet zodat hij in juni 1949 ineens weer op de stoep stond bij zijn broer in Neuss.

‘Mijn moeder was toen elf jaar,’ vertelt Ulla Lenze (1973) vanaf de bank in Berlijn, ‘maar ze herinnert zich oom Josef nog heel goed.’

Wat ze niet wist, is dat haar moeder de 180 brieven die de broers elkaar tussen 1946 en 1953 schreven gewoon in de kast had liggen. Uniek materiaal dat Lenze heeft gebruikt als basis voor De drie levens van Josef Klein, een roman over haar ongrijpbare oudoom, die een pion bleek te zijn geweest in een Amerikaans-Duits spionnennetwerk.

Het levensverhaal van Josef Klein is zo avontuurlijk dat je het onmogelijk bij elkaar had kunnen verzinnen. Dat hoefde ook niet, want dankzij gedegen research slaagde zijn achternichtje erin details die hij in zijn brieven achterwege liet alsnog in te vullen. Heen en weer springend tussen het swingende New York van de jaren dertig, het verwoeste naoorlogse Duitsland en de Zuid-Amerikaanse zwembadfeestjes waar gevluchte nazi’s elkaar troffen, volgt ze de levensloop van Josef. Die noemde zichzelf overigens liever Joe, sinds zijn emigratie naar Amerika had hij al geprobeerd zijn Duitse identiteit te begraven. Amerikaan wilde hij zijn, maar zijn afkomst zou hem blijven achtervolgen.

Tegenpolen

Wat spookte oom Josef nou precies uit daar in New York? Zonder te veel van het verhaal te willen weggeven, kunnen we wel onthullen dat hij verzeild raakte in een groep Duitse nazi’s die zich in New York verdienstelijk probeerden te maken voor de heimat. Volgens Lenze is het verhaal over de activiteiten van deze Amerikaanse Duitsers weinig bekend. ‘Ik ben nog niemand tegengekomen die zei: o, dit wist ik al. Zelfs historici die ik erover sprak, vertelden dat er nauwelijks over is gepubliceerd. De reden daarvoor is een hele banale: de Duitsers waren niet succesvol als spionnen en historici houden zich doorgaans liever bezig met succesvolle acties dan met mislukte.’

‘Volgens mijn moeder haar had ik de sfeer zo goed getroffen dat er allerlei nare herinneringen bovenkwamen’

Ulla Lenze

Carl en Josef Klein waren tegenpolen. Terwijl de serieuze, verantwoordelijke Carl probeerde zijn gezin door de jaren veertig heen te slepen, ontdekte de eenzame emigrant Josef in Harlem zwarte jazzclubs en Senegalees straatvoer. Van zijn baantjes kwam hij moeizaam rond, dus toen hij wat kon bijverdienen met zijn hobby, was de keus snel gemaakt. Als radiozendamateur kon hij vanuit New York eenvoudig gecodeerde boodschappen naar Duitsland sturen.

Hoewel het geen taboe was, wist ook binnen Lenzes eigen familie niemand wat oom Josef nou precies op zijn kerfstok had. ‘Zijn broer Carl, mijn grootvader, overleed toen ik vier was, dus ik heb het hem zelf niet kunnen vragen, maar gelukkig heeft mijn moeder een erg goed geheugen. Zij heeft in het boek een bijrolletje als Duifje. Ze kon me veel vertellen over die naoorlogse jaren in Neuss. Die delen in het boek vond ze moeilijk om te lezen. Volgens haar had ik de sfeer zo goed getroffen dat er allerlei nare herinneringen bovenkwamen. Helaas zijn de brieven die Carl en Josef elkaar voor 1946 schreven in de oorlog verloren gegaan, dus wat er voor die tijd gebeurde, moest ik zelf uitzoeken. Dat ze elkaar ondanks hun verschillen heel na stonden, was wel duidelijk. Toen Josef gevangen zat op Ellis Island heeft hij het gezin van zijn broer drie jaar lang ondersteund door voedselpakketten te sturen. Daar heeft hij zeshonderd dollar aan uitgegeven, wat destijds heel veel geld was. Dat geeft wel aan hoe belangrijk familie voor hem was. Toen ik dat ontdekte, deed me dat wel wat.’

Mein Kampf

In haar roman brengt Lenze het leven van de Duitse emigranten in het vooroorlogse New York glaubhaft tot leven. Tussen de wolkenkrabbers van de nieuwe wereld hebben ze hun heimat nagebouwd met bierkelders, konditoreien en slagers waar je echte Duitse metworst kunt krijgen. Etalages zijn opgeluisterd met hakenkruisvlaggetjes, in de Yorkville-bioscoop draait Olympia, Fest der Völker van Leni Riefenstahl. Met Josef wandelen we door 86th Street, langs de Schwarzer Adler, Café Geiger, het Jägerhaus en boekhandel Germania. Het is 1939 en in de etalage ligt naast Steinbecks Grapes of Wrath ook Mein Kampf, dat op de bestsellerlijst van The New York Times staat.

Nadat haar boek al gedrukt was, checkte Lenze dit opmerkelijke detail nogmaals, omdat ze het zelf ook nauwelijks kon geloven. Maar hoe heeft ze het Duitse New York van die tijd zo mooi weten te reconstrueren? ‘Dankzij twee Duitse reisgidsen uit 1938 over New York. Die stonden vol aanbevelingen voor bars en restaurants. Daarnaast had ik toegang tot het archief van The New York Times, dus ik kon zo opzoeken welke films er draaiden en wat de prijzen waren van kleren en restaurants.

‘Het is aan de lezer om te bepalen wat die van hem vindt. Je gaat je afvragen hoe je zelf had gehandeld in die dagen’

Ik had bijna het gevoel dat ik er niet eens meer heen hoefde, maar uiteindelijk ben ik toch naar Manhattan gegaan om de plaatsen te bezoeken waar Josef woonde en werkte. Ik wilde weten hoe lang hij erover zou doen om van zijn huis in East Harlem naar Central Park te lopen, en ik wilde ook zelf Ellis Island bezoeken. Het is nu een museum en de mensen die er werkten waren zo aardig het archief in te duiken om te zoeken naar details over Josef Klein. Ze haalden documenten naar boven met zijn naam erop. Dat was wel een bijzonder moment.’

Ironie

Natuurlijk heeft Lenze grote delen van haar verhaal zelf moeten inkleuren. Haar boek is niet voor niets een roman. Van Josef Klein heeft ze bewust een complex personage gemaakt. Geen schurk maar ook geen slachtoffer. Had ze het gevoel dat hij zich schaamde voor zijn aandeel in het spionageschandaal? ‘Nee, ik had niet het gevoel dat hij berouw had, of dat hij verantwoordelijkheid nam voor zijn acties. Zelf vond hij dat hij er een beetje ingeluisd was, en hij is nooit bereid geweest zijn schuld te erkennen. Voor mij maakte dat het wel lastig, maar ik wilde er niets aan veranderen omdat dat was zoals het veel mensen verging. Pas de volgende generatie begon kritische vragen te stellen.

Persoonlijk veroordeel ik hem wel, want hij had kunnen weten waar hij aan begon, maar op literair niveau wilde ik geen moreel oordeel vellen. Als schrijver had ik de vrijheid veel te veranderen, maar dat heb ik eigenlijk niet gedaan. Ik wilde van hem een ongrijpbare man maken. Je kunt medelijden met hem hebben, of juist boos op hem worden. Er zijn veel manieren om naar hem te kijken. Het is aan de lezer om te bepalen wat die van hem vindt. Je gaat je afvragen hoe je zelf had gehandeld in die dagen. Dat maakt het interessant.’

De grootste tragiek van Josef Klein schuilt misschien in het feit dat hij zo hard zijn best deed geen Duitser meer te zijn.

‘Hij voelde zich geen Duitser, dat is de ironie, maar hij bleef het toch, hoe hard hij ook benadrukte dat hij Amerikaan was. Toen hij uiteindelijk in Buenos Aires belandde, voelde hij zich daar helemaal niet thuis. Die hele nazigemeenschap daar heeft hij gebruikt, maar hij vond het verschrikkelijk. Dus is hij doorgereisd naar Costa Rica, met de bedoeling terug te keren naar Amerika. Maar hij bleef hangen in Costa Rica en daar is hij gebleven.’

Daar, in de jungle, luistert hij naar een Keulse zender voor Duitsers in het buitenland. De man die als Josef was geboren en zich jarenlang Joe had genoemd, eindigt als Don José.

Ulla Lenze

De drie levens van Josef Klein

Oorspr. Der Empfänger

Vertaling Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen

 

Meridiaan Uitgeverij

 

 

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →