VPRO Gids 11

13 maart t/m 19 maart
Pagina 16 - ‘Dubbeltjes en kwartjes in de democratie’
papier
16

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Dubbeltjes en kwartjes in de democratie

Ela Çolak

In VPRO Tegenlicht-aflevering ‘De weerbare democratie’ laat regisseur Mea Dols de Jong zien dat lagere sociale klassen onvoldoende vertegenwoordigd zijn in onze democratie. ‘Het falen van de sociaaldemocraten heeft een essentiële rol in dit verhaal.’

‘Hij was mijn goeroe, mijn redder,’ zegt de Amerikaanse Caleb Cain (28) over complotdenker en white supremacist Stefan Molyneux. De haat- en angstzaaiende Molyneux, intussen verbannen van YouTube, gaf Cain destijds het gevoel dat hij een geslaagd leven zou kunnen leiden als hij de filosofie van de YouTuber zou omarmen. In Molyneux vond Cain een soort vaderfiguur die hem een gevoel van eigenwaarde gaf, waardoor Cain alsmaar dieper in een extreemrechtse internetbubbel wegzonk.

Regisseur Mea Dols de Jong (33) hoorde Cains verhaal in de New York Times-podcast Rabbit Hole (2020), waarin hij uit de kast komt als voormalig Trump-fan en alt-right-aanhanger. Maar dat Cain vooral een slachtoffer was van algoritmes, vond Dols de Jong wat simplistisch. ‘Ik wilde aan hem vragen of het echt die algoritmes waren waardoor hij radicaliseerde. Hij zei: het was meer dan dat. Caleb is een intelligente jongen die kampt met ADHD en van zijn vervolgopleiding is getrapt. Hij raakte depressief en de enige baan hij kon krijgen in West Virginia was in een yoghurtijswinkel. Het voelde alsof hij alles verpest had, wat moeilijk te verteren is. Er is, kortom, ook een vruchtbare bodem waarop die algoritmes terechtkomen, een onvrede bij mensen. Cain was rijp om te radicaliseren. En waardoor hij rijp was, daar gaat “De weerbare democratie” over.’

Elitarisme

Dols de Jong bevindt zich op bekend terrein: eerder maakte de regisseur de Tegenlicht-uitzending ‘Trollen, Trump en Thierry’ (2018), waarin ze de onlinecultuuroorlog in kaart brengt. En in de aflevering ‘Aan het front van de informatieoorlog’ (2020) zoomt ze in op Russische internettrollen die met ‘alternatieve feiten’, aangestuurd door hun regering, verwarring proberen te zaaien.

Toen Dols de Jong aan deze nieuwe uitzending begon, wilde ze zich in eerste instantie richten op de groep ontevredenen die, net als Cain, hun potentie verloren zien gaan, geen kans zien om uit hun sociale positie te klimmen en zich online gehoord voelen in extreemrechtse kringen. Maar terwijl ze deze groep bestudeerde, stuitte ze op experts die niet alleen deze onvrede aankaarten, maar ook met oplossingen komen. Daarom besloot ze samen met researcher Arnout Arens, met wie Dols de Jong eerder ‘Aan het front van de informatieoorlog’ maakte, drie denkers te interviewen: journalist Thomas Frank, schrijver David van Reybrouck en hoogleraar Mark Bovens. Alle drie noemen ze elitarisme en het gebrek aan representatie de belangrijkste oorzaken van woede en frustratie onder lagere sociale klassen.

David van Reybrouck pleit voor de deliberatieve democratie, waarin meer overleg plaatsvindt tussen burgers en politici

Volgens de Amerikaanse journalist en schrijver Thomas Frank maken met name progressieve liberals zich schuldig aan elitair gedrag. Frank, die veelgeprezen boeken schreef over het populisme, vindt het logisch dat Amerikaanse lagere klassen tegenwoordig instituten wantrouwen, hun heil zoeken bij de Republikeinse Partij of, net als Cain, bij opruiende complotdenkers. De Democratische Partij, die vroeger voor de arbeidersklasse opkwam, heeft hen namelijk de rug toegekeerd. Die partij op links is volgens Frank sinds de jaren zeventig veranderd in een groep welvarende, kosmopolitische professionals met diploma’s van prestigieuze universiteiten. Hierdoor voelen kansarme Amerikanen zich niet langer vertegenwoordigd door de Democraten. De Republikeinen speelden hier de afgelopen decennia handig op in, door te kapitaliseren op de groeiende teleurstelling en woede onder deze bevolkingsgroep.

Frank ziet hetzelfde gebeuren in Europa, waar veel burgers zich ook niet herkennen in hun elitaire politici. Dols de Jong: ‘Mij werd steeds meer duidelijk dat het falen van de sociaaldemocraten een essentiële rol heeft in dit verhaal, omdat zij klassiek gezien de ontevredenen zouden moeten vertegenwoordigen. Op een gegeven moment dacht ik zelfs: misschien moet de titel “het falen van links” worden.’

Burgerraden

Maar hoe kun je die enorme kloof tussen politici en ontevredenen dichten, zonder te vervallen in rechts-populisme à la president Donald Trump? In de Duitstalige Gemeenschap in Oost-België, dat een eigen parlement heeft, doen ze sinds 2019 een poging om de stem van burgers zwaarder te laten gelden in het politieke proces. Ze zijn er van start gegaan met het zogeheten Ostbelgien Model, waarin een burgerraad wordt samengesteld via een loting onder de 77.000 inwoners. De ingelote burgers vormen dan een panel, waarvan de aanbevelingen worden meegenomen in het parlement.

Een van de initiatiefnemers van deze vorm van burgerparticipatie is de Vlaamse schrijver David Van Reybrouck, die zijn ideeën hierover al eens opschreef in zijn essay ‘Tegen verkiezingen’. Dols de Jong: ‘Ook Van Reybrouck stelt dat de bevolking op dit moment niet goed vertegenwoordigd wordt. Een oplossing is volgens hem de deliberatieve democratie, waarin meer overleg plaatsvindt tussen burgers en politici. Ze zijn er in Oost-België pas net mee begonnen, dus het is nog te vroeg om te zeggen dat het werkt, maar het is een experiment om in de gaten te houden.’

Volgens hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens speelt oververtegenwoordiging van de elite ook een rol in Nederland, waardoor lager opgeleiden zich niet herkennen in de mensen die ons land besturen. Dols de Jong: ‘Bovens zegt dat de Tweede Kamer traditioneel gezien een afspiegeling is van de samenleving. Maar de Tweede Kamer is nu voor 7 procent laagopgeleid, terwijl dat in de maatschappij 70 procent is. Dat klopt niet, dat is geen vertegenwoordiging.’

Voedingsbodem

Bovens spoort politici aan om eens goed in de spiegel te kijken en zich af te vragen waarom ze eigenlijk voortdurend mensen naar voren schuiven die, net als zij, hoogopgeleid zijn. In het boek Diplomademocratie, dat Bovens samen met Anchrit Wille schreef, trekt hij dit probleem door naar vakbonden, die vroeger een belangrijke brug sloegen tussen arbeiders en politici. Maar ook daar heeft de prestatiemaatschappij zijn sporen nagelaten.

‘Opleiding doet wat met mensen,’ schrijven Bovens en Wille. ‘Zo kun je je je afvragen of die hoogopgeleide, fulltime kaders wel voldoende voeling hebben met de leefwereld van hun lager opgeleide achterban. Dat speelt met name bij vakbonden, die nog steeds in overwegende mate lager en middelbaar opgeleide leden hebben. Is een cum-laudebul in de geschiedenis en een arbeidsleven dat zich uitsluitend binnen de belangenorganisatie zelf heeft afgespeeld wel zo’n geschikte achtergrond voor een vakbondsbestuurder?’

Politieke partijen hebben hun best gedaan om meer vrouwen en mensen van kleur op hun lijst te zetten, maar dat principe lijkt nog niet te gelden voor laagopgeleiden

Dat er een middenweg is, laat Tata Steel-medewerker Stanley Bostdorp (34) zien, die sinds 2016 actief is bij de sterk georganiseerde, nog altijd groeiende vakbond in dat bedrijf. Tegenlicht-researcher Arens aanschouwde hoe Bostdorp vanaf de vloer dingen wil veranderen, beter wil maken, mensen van hun problemen af wil helpen. Arens: ‘Stanley is iemand die vanuit het veld de stem van de mensen laat horen. Eigenlijk zou je meer mensen als Stanley moeten hebben, die in een vakbond opklimt vanaf de werkvloer, en zich persoonlijk inzet voor anderen. Het zijn mensen als Stanley en de Amerikaanse Caleb, die andere extreemrechtse ontevredenen probeert wakker te schudden, die een brug slaan.’

Maar het zouden niet alleen burgers moeten zijn die zich organiseren of een platform zoeken. Volgens Bovens mogen we ook meer verwachten van politieke partijen. Sommige hebben deze verkiezingsperiode hun best gedaan om meer vrouwen en mensen van kleur op hun lijst te zetten, maar dat principe lijkt nog niet te gelden voor laagopgeleiden. Maar, stelt Bovens, als we het cynisme willen wegnemen – de voedingsbodem die populisten in de hand werkt – moeten we betere vertegenwoordiging serieuzer nemen. Dols de Jong: ‘Representatie van lagere klassen is een gezondere manier om die ontevredenheid te kanaliseren.’

Kijk en praat woensdag 10 maart om 20.30 uur online mee tijdens de Meet Up-livecast ‘De weerbare democratie’ van VPRO Tegenlicht via dezwijger.nl/live. Met o.a. filmmaker Mea Dols de Jong. Meer informatie via bit.ly/TMU197.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →