VPRO Gids 10

6 maart t/m 12 maart
Pagina 66 - ‘dinsdagetalage’
papier
66

dinsdagetalage

Wat moet je op deze dag zien en horen? Lees onze etalage met programmatips, onze filmselectie en de mooiste radio: klassiek, jazz en wereldmuziek.

Wegwerpmode

Het moge duidelijk zijn: fast fashion kán niet meer. Politiek en ondernemers zoeken naar antwoorden.

Met de komst van kledingbedrijf ‘Zara’ onderging (dure) mode een democratiseringsproces. Het Spaanse modehuis begon als eerste haute couture-looks te kopiëren en die vervolgens razendsnel in grote hoeveelheden goedkoop te produceren. Daarmee werd high fashion voor een breder publiek toegankelijk. Hedendaagse mode, versterkt en gefaciliteerd door sociale media, gaat bovendien niet langer meer om het volgen van een seizoentrend. Het aanbod voedt onze constante behoefte naar nieuwe dingen. Zara brengt bijvoorbeeld jaarlijks vijfenzestigduizend nieuwe ontwerpen op de markt. Kleding wordt zo een wegwerpproduct. Aan dit alles hangt natuurlijk een prijskaartje, toont ook de Arte-documentaire Fast Fashion, waarin makers onder andere met een verborgen camera naar een textielfabriek in Leicester gaan en in Parijs pakketbezorgers bevragen over hun werkomstandigheden. 

Wat niet aan bod komt, maar wel relevant is binnen de fast fashion-problematiek is de uiterst alarmerende situatie van honderdduizenden Oeigoeren en andere Chinese minderheden die door China worden gedwongen zwaar werk te verrichten op de uitgestrekte katoenvelden in de westelijke provincie Xinjiang. China is de grootste katoenproducent ter wereld: vierentachtig procent van China’s katoen komt uit Xinjiang. Daar geproduceerd katoen wordt op grote schaal gebruikt in andere belangrijke kledingproducerende landen.

Met de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) biedt Nederland, evenals tientallen andere landen, handvatten aan bedrijven op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten, transparantie in de toeleveringsketen, eerlijke loon en duurzaamheid. ‘Als je als kleding- of textielbedrijf bijvoorbeeld geen zicht hebt op transparantie en daarmee dus niet kan aantonen dat het “goed|” is,’ aldus Tom van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, ‘dan is het slecht.  Samen met PvdA, D66 en de ChristenUnie wil GroenLinks IMVO-wetgeving invoeren en daarbinnen de OESO-richtlijnen verplicht stellen. Zo dwing je Nederlandse bedrijven die ergens in hun keten te maken hebben met Chinees katoen, de banden met dat land te verbreken. Door het nu bij de Tweede Kamer neer te leggen dwing je eveneens de toekomstige coalitie om over de verplichte IMVO-wetgeving een standpunt in te nemen.’

‘Voor mij is werken met respect voor natuur en mens het uitgangspunt,’ zegt Tessa Wagenvoort, oprichter en ontwerper van het duurzame yogakledingmerk Hoessee. ‘Ik werk met geregenereerd polyamide, dat bestaat uit afval zoals gebruikte visnetten en tapijten. Die visnetten raken aan mijn passie voor zee en surfen. Dieren raken immers verstrikt in visnetten. En, op deze manier draag je ook bij aan een oplossing voor de enorme hoeveelheid plastic in zee en wordt het gebruik van nieuwe grondstoffen beperkt. Als ik met katoen werk, dan is die biologisch en dus niet met chemicaliën bewerkt. Dat betekent dat de arbeidsomstandigheden van de katoenverbouwers automatisch ook beter is. Alle bedrijven waarmee ik werk zitten in Europa. Dat is duurzamer en vergroot bovendien de transparantie.’ Wat lukt bij kleine mode-textielbedrijfjes, lijkt niet goed te werken bij de grote modehuizen. Wagenvoort: ‘De vraag is: wat wil je als bedrijf? Als je tientallen collecties per jaar voor heel weinig wilt produceren, dat kan simpelweg niet duurzaam.’

RADHA RAMDHAN