VPRO Gids 50

12 december t/m 18 december
Pagina 34 - ‘Boekentips’
papier
34

Boekentips

Drie aanraders


Boekentips in de week van 12 december

Moderne tragedie

Oogst - Sien Volders

Dat in Zuid-Europese kassen moderne slavernij aan de orde van de dag is, weet elke krantenlezer, maar wil je daar nou een roman over lezen? Ja, wel als die roman door Sien Volders is geschreven. In Oogst (Hollands Diep) vertelt ze het verhaal van de Roemeense Alina, die samen met haar elfjarige zoon op Sicilië arriveert, waar ze in een tomatenkas gaat werken. Dat verloopt precies zoals je al dacht: zwaar werk, krottige huisvesting, regelrechte uitbuiting. Maar Oogst is eerder een moderne tragedie dan een als literatuur verpakte aanklacht. Alina en haar zoon komen overtuigend tot leven daar tussen dat klapperende plastic. Volders omzeilt knap de meeste clichés en duwt de lezer richting de onvermijdelijke apotheose.

KATJA DE BRUIN

Vuistdikke ontdekkingstocht

Ik die bij de sterren sliep - H. Marsman

Denkend aan H. Marsman (1899-1940) zullen poëzieliefhebbers brede rivieren traag door oneindig laagland zien gaan, en misschien nog die openingregel van ‘De grijsaard en de jongeling’ uitroepen: ‘Groots en meeslepend wil ik leven!’ Flarden van wat al een bescheiden selectie wás, aangezien zijn Verzamelde gedichten (1938) een beperkte bloemlezing betrof, waarbij de dichter bovendien bepaalde dat alleen die uitgave na zijn dood herdrukt mocht worden. Gevolg: het door H.T.M. van Vliet voorbeeldig bezorgde Ik die bij de sterren sliep (Van Oorschot) is, als échte ‘verzamelde verzen’, een fascinerende vuistdikke ontdekkingstocht. Met onder veel meer ongebundelde schotdichten op Paus Pius XI en Utrecht (‘een net van onwrikbare middelmatigheid’) en eentje met de titel ‘Denkend aan Holland’. Een oeuvre herwonnen.

DIRK-JAN ARENSMAN

Ragfijne verhalen

Gekromde tijd in Krems - Claudio Magris

Vage titel, onbegrijpelijke flaptekst. Je zou Gekromde tijd in Krems (Bezige Bij) links laten liggen als de auteur niet Claudio Magris was. In vijf ragfijne verhalen laat de 81-jarige filosoof uit Triëst mannen in de late herfst van hun leven in alle rust contempleren. Die prestigieuze baan, dat maatschappelijk aanzien; wat heeft het allemaal betekend? Wat gebeurt er als dat wegvalt? ‘Nu was de wereld een hond die hem niet meer kon bijten, maar met hem ging rennen en spelen.’ En in hoeverre mis je de vrouw van wie je hield, met wie je het grootste deel van je leven doorbracht? Het eerlijke antwoord: ‘De ander, ook je allerdierbaarste, is vaak te veel, maakt alles ingewikkelder.’

KATJA DE BRUIN