VPRO Gids 49

5 december t/m 11 december
Pagina 38 - ‘Geknipt en geschoren ’
papier
38

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Geknipt en geschoren

Alex Mazereeuw 

In de komische animatieserie Kapsalon Cüt wordt de hele Nederlandse samenleving een absurdistische spiegel voorgehouden. 

Voor Yahia Yousfi is zijn nieuwe animatieserie Kapsalon Cüt inmiddels een ‘dag-en-nachtklus’. Met zijn team (36 man sterk) is hij als een malle aan het schrijven, tekenen én animeren voor de pilotaflevering, die vanaf 6 december te zien is op het YouTube-kanaal van NPO3. De hoop van de makers is dat de pilot uiteindelijk gaat uitmonden in een tiendelige geanimeerde comedyserie met afleveringen van tien tot twaalf minuten. De setting: een Turkse kapperszaak in een multiculturele wijk.

De kapsalon fungeert als een soort ‘minimaatschappij’, waar alle kleuren en geuren samenkomen. In de serie volgen we vier vrienden die dagelijks in en rond de kapsalon hangen en werken. Daarnaast komen er geregeld ‘bekende buitenstaanders’ binnenwandelen, zoals politici die zieltjes willen winnen. Hoofdschrijver Yousfi: ‘Iedereen kent de Turkse kapsalon waar je snel naar binnen gaat en voor bijna noppes geknipt wordt. Het fijne van ‘onze’ kapsalon is dat het daar ook écht divers is, en iedereen er een stem krijgt.’

Het creatieve team zat eerder achter webserie Mocro Park, en wil met Kapsalon Cüt nog meer op de waan van de dag inspelen. Yousfi: ‘We willen actualiteit serveren, maar wel met veel humor en een vleugje maatschappijkritiek. Om zo dicht mogelijk op het nieuws te zitten, kunnen we de aflevering tot drie dagen voor uitzending aanpassen. Het moet ‘fresh fresh’ zijn. Vroeger zaten we ‘s avonds klaar voor het achtuurjournaal; nu krijgen we elke minuut nieuws geserveerd in onze tijdlijn. Dat komt terug in de serie.’

De serie moet ook herkenbaar blijven voor jongere generaties. Daarom maken meerdere teamleden deel uit van een ‘jongerenpanel’, dat gretig meepraat over de inhoud. Yousfi: ‘Het jongerenpanel is een fijn klankbord om invalshoeken te checken. De pilotaflevering draait bijvoorbeeld om de rol van boa’s. Persoonlijk heb ik daar weinig last van, maar als ik verhalen van onze jongeren hoor, merk ik dat die boa’s in hun leven wel degelijk een grote rol spelen. Dat nemen we dan mee. Het gaat dus ook om herkenbaarheid. We wilden Robert Jensen bijvoorbeeld in de serie verwerken, maar een paar gastjes uit ons jongerenpanel hadden geen idee wie hij is. Die hebben we er dus maar uitgelaten.’

In de serie worden harde grappen niet geschuwd, maar niet voordat de reacties achter de schermen gepeild zijn. ‘Humor is niet universeel, maar als ons team er om kan lachen, kan Nederland dat vast ook. Ik denk dat deze tijd zich er enorm voor leent om met elkaar én om elkaar te lachen. Iedereen is tegenwoordig overgevoelig en razendsnel op de teentjes getrapt. In de serie proberen we dat te doorbreken door mensen een uitvergrote, absurdistische spiegel voor te houden. Maatschappijkritiek is nodig om iedereen scherp te houden, maar we moeten er wel om kunnen blijven lachen. We zijn natuurlijk ook geen onderwijsinstituut.’