VPRO Gids 49

5 december t/m 11 december
Pagina 10 - ‘‘Activist is een vies woord’’
papier
10

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

‘Activist is een vies woord’

Nikki Dekker

In Oproerkraaiers onderzoekt Sunny Bergman de relatie tussen actievoeren en maatschappelijke verandering. Waarom hebben we een hekel aan activisten, terwijl we veel vrijheden aan hen te danken hebben? Nikki Dekker gaat hierover in gesprek met Sunny Bergman. ‘We willen de slechte kant in onszelf niet zien.’

‘Ik snap wel dat mensen zich terugtrekken,’ zegt klimaatactivist Petra. ‘Zoals in het Romeinse Rijk, netflixend en druiven vretend ten onder gaan in hun buitenhuis.’ Maar voor haar, en voor de overige activisten in Oproerkraaiers, is dat geen optie. Deze mensen bellen de politie voor varkens die vastzitten in een volle vrachtwagen tijdens een hittegolf, lijmen zich vast bij een blokkade van de Amsterdamse Zuidas, of staan met een megafoon voor de gesloten deur van booking.com te tieren dat de multinational gewoon belasting moet betalen. Dit zijn de mensen waar we het als maatschappij van moeten hebben, suggereert Sunny Bergman in de documentaire Oproerkraaiers.

Vier jaar geleden maakte ik een podcastserie voor de VPRO, Iets doen, hoe doe je dat? Op zoek naar een praktische handleiding om de wereld veranderen, ging ik te rade bij tien activisten. Oproerkraaiers richt zich ook op de effecten van activisme: op de maatschappij, en op de mensen die zich ermee bezighouden. Een mooie aanleiding voor een tweegesprek.

‘Sommige mensen belden mij bijna wanhopig op omdat ze geen zwarte mensen in de redactie hadden, zo van: ken jij nog iemand?’

Sunny Bergman
Iets doen, hoe doe je dat? begon met de verkiezing van Donald Trump. Ik was geschrokken, gedesillusioneerd, en ik had het gevoel dat ik in actie moest komen. Maar ik wist helemaal niet hoe dat moest, actievoeren. Ik kom uit een gezin met ouders die VVD stemmen en RTL 4 kijken – het soort mensen dat eigenlijk nooit over politiek praat. Jij vertelt in deze documentaire dat je al van jongs af aan met je vader op pad ging. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

Bergman: ‘Nou, mijn vader werkte voor De Waarheid, de krant van de CPN, de Communistische Partij Nederland. Hij organiseerde stakingen en werkte samen met vakbonden. Als hij op pad ging voor een reportage of demonstratie nam hij mij mee. Hij zegt dat dit komt doordat ik zo nieuwsgierig was. Toen ik een jaar of vijf was, en er kwamen Tweede Kamerverkiezingen, wilde ik bijvoorbeeld weten waar de afkortingen van alle partijen voor stonden. Hij legde me dan uit dat linkse mensen voor elkaar opkomen en dat rechtse mensen egoïstisch zijn… (lachend) Een beetje een simpele, kinderlijke uitleg van hoe het systeem in elkaar zit.’

Jerry Afriyie spreekt activisten om de Dam toe

Ik deed pas in 2017 voor het eerst mee aan een demonstratie, de Women’s March in Amsterdam. Het was vlak na Trumps inauguratie, en we liepen met een menigte over het Museumplein naar de Amerikaanse ambassade. Dat vond ik toen zo spannend. Alleen al die gigantische hoeveelheid mensen op het Museumplein. Duizenden mensen waren er volgens Het Parool. Dat leek me toen enorm veel, terwijl er drie jaar later tienduizend mensen bij het #BLM-solidariteitsprotest op de Dam staan. Ik krijg het idee dat demonstreren steeds populairder wordt in Nederland.

‘Nou, als ik m’n vader hoor dan vindt hij het allemaal nog maar magertjes. De massale acties waar hij aan meedeed, zoals die demonstratie tegen de neutronenbom waarin ik als kind meeliep, daar waren 550.000 mensen op de been. En in Warschau demonstreerden vorige maand nog honderdduizend vrouwen tegen de abortuswetgeving, in Spanje zijn de protesten ook veel massaler. Daarbij vergeleken is Nederland niks. Maar wat wel bijzonder is, is dat we zo veel verschillende #BLM-solidariteitsprotesten hadden: in Leeuwarden, in Middelburg, in Nijmegen, in Enschede, en Almere… Het verspreidde zich heel snel door het land.’

Black Lives Matter protest op de Dam

Mag ik daar iets heel cynisch over zeggen? Ik zag dat op de sociale media voorbijkomen, werkelijk iedereen die ik kende had ineens een selfie van zichzelf met een kartonnen bord in de hand, en ik kreeg een beetje een gevoel van: aha, het is nu cool. Dit is het evenement waar je bij moet zijn, deze zomer. We hebben geen Lowlands, we hebben de #BLM-protesten.

‘Ja, daar sta je niet alleen in. Die kritiek heb ik ook van de organisatoren gehoord: het is geen festival, het is een protest. Ik sta er zelf een beetje dubbel tegenover. Aan de ene kant erger ik me ook aan al die bedrijven die zwarte vierkantjes op hun Instagram zetten, die een sociale beweging gebruiken om zichzelf als woke te profileren. Er waren ook regelmatig mensen die mij ineens opbelden, bijna wanhopig, omdat ze er nu pas achter waren gekomen dat ze geen zwarte mensen in de redactie hadden, zo van: ken jij nog iemand? Dat is heel pijnlijk, en daar kun je cynisch van worden, maar tegelijkertijd denk ik: als zich nu deuren openen die hiervoor gesloten bleven dan is het toch iets waard. Uiteindelijk gaat het toch om dat grotere doel: bewustzijn en verandering.’

Dierenactivist Desiree doet de Corona Confinement Challenge

En demonstraties kunnen ook echt voor verandering zorgen, hè. Voor mij was dat zo’n eyeopener. In aflevering 1 van Iets doen, hoe doe je dat? interview ik Jacquelien van Stekelenburg, die onderzoek doet naar demonstraties en sociale verandering. Mensen zien misschien niet direct concrete gevolgen van een protest, maar dat betekent niet dat het geen invloed heeft op de maatschappij. Zoals Occupy, dat leek oppervlakkig gezien misschien een stel ongewassen mensen in een tent op het plein, maar na afloop werd er exponentieel meer gesproken over ongelijkheid, in de media en in de politiek.

‘Dat is ook het ding, je kunt het niet direct meten. Ik heb zelf ook weleens op demonstraties gestaan waarbij ik dacht: oké, staan we weer met dezelfde vijftig mensen. Maar het effect is gewoon niet te kwantificeren. Kijk, ik ben ervan overtuigd dat demonstreren altijd zin heeft, alleen al omdat het bijdraagt aan empowerment. Het zorgt ervoor dat mensen zich gezien voelen, vooral onderdrukte, gemarginaliseerde groepen. Mensen lopen rond met zorgen en angsten, en daar krijgen ze niet altijd een antwoord op. Bij zo’n demonstratie wel, daar zie je dat je er niet alleen voor staat.’

‘Actievoeren kan een mens nihilistisch maken, je bent altijd maar bezig met de dingen die niet goed gaan’

En dat jij het niet alleen ziet, maar dat iedereen het kan zien. Dat je ergens op een plein gaat staan met een groep om te zeggen: we pikken het niet langer! Dat troost ook, op een bepaalde manier.

‘Die troost is hard nodig. Actievoeren kan een mens heel nihilistisch maken, als je steeds maar weer bezig bent met de dingen die niet goed gaan, die anders moeten. Ik ervaar dat zelf bijvoorbeeld bij de klimaatcrisis; ik heb me daar als activist niet zo veel mee bezig gehouden, omdat het zo gigantisch groot is. Dan denk ik: dat is een oorlog die we niet gaan winnen. Hoeveel rechtszaken zijn er wel niet geweest tegen Shell? Hoeveel klimaatakkoorden, hoeveel wetenschappers die ons waarschuwden, hoeveel rapporten? En er verandert niks, of tenminste: niks substantieels.’

Toen ik meewerkte aan jouw vorige film, Man Made, lunchten we dagelijks samen op kantoor. Ik herinner me nog dat ik het maar vreemd vond dat jij, met al je politiek bewustzijn, nog geen veganist was.

‘Jij vond dat ik het eigenlijk niet kon maken om nog vlees en kaas te eten.’

En jij had zoiets van: ik kan niet álles doen!

‘Dat zeg ik ook in de documentaire, ja. Desirée, de dierenrechtenactivist, gaat daartegen in. Zij gaat ook naar antiracismedemonstraties, en voor veganisme hoef je niet eens zo veel te doen. Je moet gewoon geen dierlijke producten meer kopen, zegt ze. Nou ja, ik vind het best ingewikkeld.’

 Ingewikkeld? Of jammer?

‘Héél erg jammer! Ik houd zo van kaas. Maar daar wil ik wel aan toevoegen dat het problematisch is dat de verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis bij het individu wordt gelegd. Terwijl we in een systeem leven waar nog steeds een vijfde van het EU-budget naar de vleesindustrie gaat. Het is zo’n David-tegen-Goliath-gevecht. Als activist heb ik me gericht op haalbare doelen. Hoe gevaarlijk en hoe moeilijk het ook is om tegen zwarte piet te strijden, het was wel iets waarvan ik dacht dat we het zouden kunnen veranderen.’

De Red Rebels van Extinction Rebellion in actie

Deze vraag is mij vaak gesteld toen ik met de podcast bezig was en ik vond ’m heel moeilijk te beantwoorden, maar voor de duidelijkheid: ben jij nou eigenlijk ook een activist?

‘Ja. Zeker. Al meer dan tien jaar stel ik mezelf voor als documentairemaker, schrijver en activist. Ik weet wel dat veel mensen, en vooral journalisten, huiverig zijn voor dat label, ze willen graag zogenaamd objectief blijven. Volgens mij is dat een foute vooronderstelling; iedere journalist neemt z’n eigen perspectief mee. Ik ben duidelijk over dat van mij. Activist is nog altijd een beetje een vies woord, mensen gebruiken het niet graag, zoals vroeger niemand zichzelf een feminist wilde noemen.’

In Oproerkraaiers volg je ook de boerenprotesten, je gaat mee op de tractor naar Den Haag. Die mensen voeren keiharde actie, maar willen zichzelf absoluut geen activist noemen.

‘Nee, ze vinden dat een agressieve term. De boeren associëren activisme ook direct met dierenrechtenactivisten, en daar staan ze lijnrecht tegenover.’

Extinction Rebellion blokkeert de Zuidas

‘Ik was ook verontwaardigd toen ik zag waar de boeren mee wegkwamen. Dan denk je: oké, volgende keer moeten we dus op de tractor demonstreren.’

Het lijkt ook best iets links, actievoeren. Toen ik werkte aan Iets doen, hoe doe je dat? vond de VPRO Dorst-redactie dat ik ook een rechtse activist moest hebben. ‘Wie dan?’ vroeg ik. Ik had het idee dat er helemaal geen rechtse activisten bestonden.

‘Ik dacht ook dat rechts activisme niet bestond, maar dat is natuurlijk niet waar. Je hebt ook antiabortusactivisten, bijvoorbeeld. Daar zitten ook mensen tussen die zichzelf activist noemen, en zij geloven ook dat ze voor de goede zaak strijden. Wat de goede zaak is, blijkt uiteindelijk toch ook een kwestie van verschil van mening, perspectief en inzicht.’

Ik merk dat ik het echt moeilijk vind om dat te erkennen, om te zeggen: dit zijn verschillende vormen van activisme, en ze zijn allemaal waardevol en nuttig. Als ik in jouw film iemand zie zwaaien met zo’n flyer over het internationale pedofielennetwerk, dan heb ik niet het gevoel dat dat iets bijdraagt aan de democratie.

‘Nou… Het lastige is: wat ze zeggen is niet allemaal onzin. Ze maken zich zorgen over armoede, de vereenzaming van ouderen, over de coronaspoedwet… Die noodwet ís ook ondemocratisch. Er is legitieme onvrede en boosheid, maar ze richten dit op het verkeerde doelwit.’

Wat mij het afgelopen jaar opviel, en wat ook in jouw documentaire naar voren komt, is dat verschillende activisten zo anders worden behandeld. Boeren die snelwegen blokkeren met hun trekkers worden toegejuicht, terwijl Extinction Rebellion-demonstranten door de politie worden opgepakt als ze één straat in Amsterdam bezetten. Ik keek daar echt vol verbijstering naar.

‘Natuurlijk was ik ook verontwaardigd toen ik zag waar de boeren mee wegkwamen. Dan denk je: oké, volgende keer moeten we blijkbaar op de tractor gaan demonstreren. Ik zat zelf in die bus op weg naar Dokkum die werd vastgereden door de blokkeerfriezen, ik heb gezien hoe de politie daar gezellig zat te kletsen met de mensen die voor een levensgevaarlijke situatie hadden gezorgd. Doordat we zo hard moesten remmen, was iemand keihard tegen het raam aan gesmeten. Het was echt gevaarlijk en de politie deed alsof er niets aan de hand was.’

Boer Mick met tractor

Dat vond ik een van de meest aangrijpende scènes in je film: de prijs die activisten betalen voor hun werk. Iemand is z’n huis kwijtgeraakt, een ander heeft chronische rugklachten… Ik denk dat ik de moed en het uithoudingsvermogen mis om jarenlang door te blijven vechten, terwijl je actief tegengewerkt en oneerlijk behandeld wordt. Hoe is dat voor jou?

‘Zelf heb ik dat soort heftige dingen gelukkig niet meegemaakt. Ik denk dat ik de framing het vervelendst vind. Soms merk ik dat mensen me gebruiken om zich tegen me af te zetten: ik word weggezet als hysterisch en overdreven, zodat de ander zichzelf kan portretteren als redelijk en kalm. Terwijl ze niet redelijk zijn, maar onverschillig. M’n buurman maakte laatst ook al zo’n opmerking tegen me, van: “Waarom wil je toch zo graag al die aandacht.” Alsof het leuk is wat je als activist allemaal over je heen krijgt. ‘

Het doet me een beetje denken aan Frank van der Linde, een van de activisten die je volgt in de film. Op een gegeven moment zeg je tegen hem dat hij best irritant is. En hij bevestigt dat dan, heel vrolijk: ‘Ik ben fokking mega-irritant.’ Maar dat is nodig, zegt hij, anders verandert er niks. Ik denk dat jij ook een soort Frank bent. Misschien ben jij soms irritant voor de tv-kijker, maar mensen hebben jou ook nodig om kritisch naar zichzelf te kunnen kijken.

‘Ik ben ook niet altijd zo. Bij sommige onderwerpen, zoals dierenrechten, ben ik degene die onverschillig is. Dan vind ik de activist misschien ook drammerig. Mensen hebben beide kanten in zich. Activisten kunnen ons wijzen op onze tekortkomingen, ze confronteren ons met ons eigen onvermogen. Uit onderzoek blijkt ook dat we activisten irritant vinden, omdat we de slechte kant in onszelf niet willen zien. Datzelfde mechanisme speelt bij racisme: zodra je erover begint voelt de ander zich aangevallen. Niet omdat ze racisme goedkeuren, maar juist omdat ze zo graag een goed mens willen zijn. Maar we zijn allemaal imperfect, en we zouden het allemaal iets beter kunnen doen.’ 

Oproerkraaiers
NPO 2, maandag 7 december, 20.25-21.30 uur