VPRO Gids 39

26 september t/m 2 oktober
Pagina 34 - ‘Landgoeddragers’
papier
34

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Landgoeddragers

Angela van der Elst

Fotograaf Brand Overeem en schrijver Bert Paasman portretteerden eerder ongewone gewone Veluwebewoners. In Het land van de jonker richten zij de blik ook op de adel.

Jonker Wim Cozijnse bij Entenplas

Het zijn een soort stille documentaires, die Brand Overeem en Bert Paasman samen maken, in boekvorm. De een is verantwoordelijk voor intieme foto’s in zwart-wit, de ander weet oude gebruiken en het verloop van de tijd in precieze taal te vatten. Over mensen in de marge gaan hun eerste twee boeken: Het leven van Evert – In de luwte van de snelweg (1985, herziene editie 2008) en Mariahoeve – Drie zusters en de strijd om het bestaan (2007). Veluwnaars die ver van het woelen van de wereld op hun eigen erf zorgen voor hun eigen kostje en soms misschien net iets meer. Duurzaam leven voordat het hip werd; hun vaak nagenoeg zelfvoorzienende bestaan was simpelweg een voortzetting van hoe hun ouders en grootouders het ook hadden gedaan. En de moderniteit mocht dan oprukken – waardoor melkbussen en paardenkarren verdwenen, en elektriciteit en telefonie hun intrede deden –, de door Overeem en Paasman geportretteerden bleven zoveel als kon bij hun stiel. Tot de dood hen van hun aardse taken onthief.
Zo ging dat dus tussen adel en onderhorigen op de Veluwe en de IJsselstreek. Pet af wanneer je met de jonkheer sprak, zelfs aan de telefoon.
Die boeken getuigen van een grote vertrouwelijkheid. Overeem is zelf een Veluwenaar, opgegroeid op een boerenhoeve. Daarna werkte hij decennia als fotojournalist voor regionale kranten als het Veluws Dagblad, de Amersfoortse Courant en het Utrechts Nieuwsblad. Hij houdt naar eigen zeggen van mensen die gewend waren water te drinken uit de pomp en de was te doen met een boender. Pas wanneer hij iemands vertrouwen had gewonnen, iets wat meerdere bezoekjes en kopjes koffie kon duren, maakte hij zijn foto’s. Een deel van zijn oeuvre is opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum; Overeem ontving meerdere prijzen voor zijn werk.
Paasman, geboren in Drenthe, is een literatuurwetenschapper die zich voor zijn dissertatie verdiepte in de discussie over slavernij zoals die al gevoerd werd toen de mensenhandel nog in volle gang was. Hij is in de Veluwestreek werkzaam geweest in verschillende hoedanigheden. Zo was hij behalve gemeenteraadslid in Putten onder andere medeoprichter en gedurende 25 jaar hoofdredacteur van de Schaffelaarreeks – een serie uitgaven over de cultuur en geschiedenis van de Veluwe en de Gelderse Vallei.

Noeste arbeid

Zijn kennismaking met Overeem vond plaats begin jaren zeventig, tijdens een fotosessie. De mannen bleken een interesse te delen voor de wijze levensbeschouwing van veel van de lager opgeleiden die Overeem had leren kennen. Dat leidde uiteindelijk tot hun geroemde portretten in boekvorm van eerst Evert en later de gezusters Geertje, Steventje en Maria, waarvoor ze samen regelmatig de boer op gingen om materiaal te verzamelen.
Hun idee voor een boek over jonkers en hun landgoed was er veel langer, maar de afgelopen tien jaar hebben ze er af en aan echt aan gewerkt. Het ontstond door hun andere ontmoetingen; een aantal van de mensen bij wie Overeem en Paasman over de vloer kwamen, was werkzaam (geweest) voor de adel. En hoewel de titel Het land van de jonker luidt (met als ondertitel Uit de tijd van diensten en gunsten), gaat het Overeem en Paasman erom aan te tonen dat de adel weliswaar het land in bezit had, maar dat dit door het werk van bijvoorbeeld pachters, ambachtslieden, jachtopzieners en bosarbeiders pas een landgoed werd.

Jonker Alie Nieboer

Jonker Van Dasler

Ze voerden veel gesprekken met uiteenlopende betrokkenen, soms zelfs van boven de honderd jaar oud, die een eeuw aan herinneringen bij zich droegen. Hun levens getuigen misschien niet zozeer van klinkende wapenfeiten, maar wel van noeste arbeid, met alle prachtige (en ‘pralige’) gevolgen van dien. De aandacht gaat in Het land van de jonker daarom – behalve naar de markante Frits Schimmelpenninck, ‘jonker Frits’, die honderden hectares met eeuwenoude pachtboerderijen in bezit had, en, onder vele anderen, de huidige jonker Maurits van Haersma de With en zijn vrouw Sylvia – uit naar de talloze anonieme werkers van wie soms alleen een initiaal in een plank in een schuur rest.

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Zilveren lepel

Over de adel is al van alles gepubliceerd – belangrijk voor Overeem en Paasman was dat nu ook hun ondergeschikten goed uit de verf kwamen. Hoe waren de onderlinge verhoudingen, hoe zag het dagelijks bestaan van de aristocratie versus dat van hun knechten en meiden eruit? Welke bezigheden en verantwoordelijkheden had ieder, hoe verliepen de werkdagen op het land?
Overeems en Paasmans inspanningen resulteren in een indrukwekkend sociaal-cultuurhistorisch beeld van alle bij het landgoed betrokkenen: zo ging dat dus, in de vorige eeuw, tussen adel en onderhorigen, op de Veluwe en in de IJsselstreek. Pet af wanneer je met de jonkheer sprak, zelfs aan de telefoon.
De bereidheid van de verschillende sociale lagen om mee te werken, was groot, hoewel een enkele keer uitspraken over bijvoorbeeld gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog nog altijd gevoelig bleken te liggen. Ook hadden sommige (voormalige) onderhorigen het niet zo op het maken van opnames of precieze aantekeningen. Zeker niet als ze iets zeiden over landheren of jonkvrouwen, zelfs als die al jaren geleden overleden waren. Van de adellijke families kregen Overeem en Paasman meestal probleemloos inzage in documenten als dagboeken, brieven, jachtboeken en fotoalbums.
Alles bij elkaar vertelt Het land van de jonker een fascinerend verhaal, over hoe zij die met een zilveren lepel in de mond ter wereld kwamen zich verhielden tot en samenwerkten met degenen die soms voor minder dan een dubbeltje geboren werden, en vice versa. Dankzij hun gedeelde inspanningen is er tot op de dag van vandaag binnen het jonkerland veel van het oude bewaard gebleven.

Brand Overeem en Bert Paasman

Het land van de jonker 

Uitgeverij De Fontein