VPRO Gids 38

19 september t/m 25 september
Pagina 32 - ‘Click!’
papier
32

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Click!

Robert Lagendijk

In de jaren negentig werkte fotograaf Hester Doove voor muziekmagazine Oor. Haar mooiste foto’s uit die periode heeft zij gebundeld in een boek. ‘Ik wil geen harde, gehaaste blik.’

Seal, 1991

‘Die tijd komt nooit meer terug,’ zegt Hester Doove (1966) stellig. De nineties waren echt gouden jaren voor de muziekindustrie. Muziekliefhebbers vervingen in die tijd hun lp’s voor cd’s en zo stroomde het geld eenvoudig bij de grote platenmaatschappijen naar binnen. En met dat geld werd vervolgens geadverteerd in muziekbladen, waardoor zo’n tijdschrift groots kon uitpakken met lijvige reportages vol eigen fotografie. Doove: ‘Thom Yorke, Lenny Kravitz, David Byrne; je kreeg elke artiest ook nog eens gewoon voor de lens.’
‘Ik wilde mijn eigen wereld creëren, zonder lelijkheid’
Hester Doove

Doove portretteerde muzikanten over de hele wereld in hotels en kleedkamers, maar vooral op straat. En omdat de tijd doorgaans beperkt was, verkende zij vaak vooraf de buurt en ging dan op zoek naar mooie muurtjes en bijzondere achtergronden. Doove probeerde altijd de hectiek van de stad en de concertzalen buiten het kader van haar Hasselblad te houden. ‘Geen verkeer en ver weg van zenuwachtige types van de platenmaatschappij en managers met hun stopwatches, weg van de realiteit. Ik wilde dan even mijn eigen wereld creëren, zonder lelijkheid.’ Dat moest de lezer van Oor ook ervaren. ‘Of eigenlijk,’ zegt Doove, ‘ging het om meer om een shock. Ik wilde dat mensen een verrassing te zien kregen als ze de bladzijde omsloegen.’

Herman Brood, 1993

Door de achtergrond abstract te houden, lijkt het soms of de foto’s in de studio zijn gemaakt. Voor de foto van zanger Seal gebruikte zij een kast die bij het grofvuil stond. Sonic Youth poseerde voor een enorm doek van een vrachtwagen. Tunnels en hoge daken boden vaak ook uitkomst. Verder regisseerde Doove weinig. Geen poses, geen clichés. En gepolijste glimlachjes werden nooit gefotografeerd. ‘Youssou N'Dour kwam ooit professioneel lachend binnen. Dat wilde ik niet. Ik was op zoek naar echt, ingetogen beeld.’

En dat is de grootste les die de jonge Doove aan het begin van haar carrière leerde: om in korte tijd contact te maken met de artiesten, binnen te komen. ‘Pas als die klik er is kunnen we aan het werk. Ik zoek zachtheid in iemands ogen. Ik wil geen harde, gehaaste blik. Ooit fotografeerde ik Robbie Robertson van The Band. Ik had mijn portfolio mee, en hij nam daar alle tijd voor. We zaten op de stoep van het American en dan is het meteen leuk, klein en intiem. ’

Thom Yorke (Radiohead), 1997

Hester Doove 
Music Portraits 1989-2001
 (met ontwerp van Jan van Mechelen/ZEE, Lecturis)