VPRO Gids 20

16 mei t/m 22 mei
Pagina 4 - ‘Nepnieuwsjagers’
papier
4

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Nepnieuwsjagers

Jurgen Tiekstra

Litouwen is naar eigen zeggen verwikkeld in een informatieoorlog. Poetins Rusland zou voortdurend nepnieuws en desinformatie verspreiden, of ligt het toch genuanceerder?

VPRO Tegenlicht - Aan het front van de informatieoorlog - media monitoring room Litouwse leger

Het ministerie van Defensie van Litouwen ontving eind april een e-mail van Jens Stoltenberg, de secretaris-generaal van de Navo. Zijn in slecht Engels opgestelde boodschap was: alle Navo-troepen zouden uit het Baltische land worden teruggetrokken, inclusief de 270 Nederlandse militairen die gelegerd zijn op de militaire basis Rukla, vlak bij de Russische grens. ‘Fake’ twitterde het ministerie kort daarna met grote rode letters.

Litouwen is al jaren gewend aan pogingen om desinformatie te verspreiden. Vaak gaat het in dit terugkerende nepnieuws over de Navo-troepen in Litouwen, die onderdeel zijn van de Enhanced Forward Presence, die is bedoeld om de Baltische landen en Polen tegen Rusland te beschermen. Zo waren er Duitse militairen die een Joodse begraafplaats hadden geschonden, zijn er plannen voor een Amerikaanse militaire basis in Litouwen, hebben Amerikaanse soldaten een auto gestolen en gaat de grote, jaarlijkse militaire oefening Defender (met 20.000 Amerikaanse soldaten) ondanks de coronacrisis gewoon door. Al die nieuwsverhalen zijn fake.

In Litouwen hebben ze wel een vermoeden welk land de bron is van de desinformatie: aartsvijand Rusland. Na de Russische inname van de Krim in 2014 kwam in het Baltische land een opmerkelijke samenwerking tot stand: het Litouwse ministerie van Defensie sloeg de handen ineen met journalisten van nieuwsplatform Delfi en met vrijwilligers die zich ‘elfen’ noemen. Op de website debunk.eu bestrijden zij sindsdien de nepnieuwsverhalen die volgens hen bedoeld zijn om de Litouwse samenleving te ontwrichten. De gebruikelijke distantie tussen journalistiek en overheid lijkt daarmee weg. Het ministerie van Defensie helpt de media met het vervullen van hun ‘patriottische rol’, zei staatssecretaris Edvinas Kerza vorig jaar in De Groene Amsterdammer.

Geschiedvervalsing

Wie het nationale bedreigingsrapport van 2020 van de Litouwse veiligheidsdienst leest, ziet dat maar één land werkelijk wordt gevreesd: Rusland. Dat heeft niet alleen te maken met de militarisering van Kaliningrad (de Russische exclave onder Litouwen) of door de defensiesamenwerking van Rusland met Wit-Rusland (de directe buurman van Litouwen). In de Baltische staat is men ook erg bang voor de informatieoorlog waarin ze naar eigen zeggen verwikkeld zijn met het land van Vladimir Poetin.
Het lastige is dat het verleden niet alleen in Rusland is gepolitiseerd, maar ook in Litouwen
Rusland zou de Russischtalige minderheid in Litouwen proberen te beïnvloeden met behulp van Russische tv-stations, zoals First Baltic, RTR Planeta en NTV Mir, Litouwse politici en publieke figuren uitnodigen voor politieke en culturele conferenties in Jalta op de Krim en de interpretatie van de geschiedenis proberen te bepalen, onder meer op evenementen in Litouwen die door de Russische veiligheidsdienst FSB zouden zijn gesponsord.
Een belangrijk onderdeel van de informatieoorlog is de juiste interpretatie van de geschiedenis. Volgens Litouwen maakt Rusland zich schuldig aan ‘historisch revisionisme’, ofwel geschiedvervalsing. Dat is een heikel punt, omdat het verleden het hart vormt van de Litouwse nationale identiteit sinds het land zich in 1991 als een van de eerste lidstaten losmaakte van de Sovjet-Unie. Toen het de Sovjetleiding niet lukte om de opstandige geest met een economische boycot in de fles te krijgen, werd de revolte in januari 1991 in de hoofdstad Vilnius met geweld aangepakt. Er vielen veertien doden en honderden gewonden. Vorig jaar nog, 28 jaar nadien, heeft de Litouwse rechter Russische militairen bij verstek veroordeeld voor de gebeurtenissen van toen. Om dit strafproces in diskrediet te brengen, aldus de Litouwse veiligheidsdienst, verspreidde Rusland het verhaal dat er sprake was van een ‘politiek gemotiveerde vervolging’.

Anticanon

Het lastige is dat het verleden niet alleen in Rusland is gepolitiseerd, maar ook in Litouwen. De geschiedeniscanon in de voormalige Sovjetrepublieken is ‘eerst en vooral een anticanon’, schreef voormalig Rusland-correspondent Hubert Smeets in zijn boek De wraak van Poetin. Dat betekent dat de Russische kijk op de geschiedenis primair wordt tegengesproken. ‘Die anticanon is (…) zeker ook een politiek instrument bij het herscheppen van een nieuwe natiestaat op de puinhopen van de vorige Sovjetstaat.’
De grootste zorg van Rusland is de veiligheid van het eigen regime, staat in het rapport van de Litouwse veiligheidsdienst. Rusland is bang dat het Westen een ‘regime change’ wil afdwingen met hulp van de Navo, waarvan Litouwen in 2004 lid werd. Die angst is niet geheel onbegrijpelijk, gezien bijvoorbeeld de typering van de Britse historicus Ian Kershaw. In zijn boek Rollercoaster, over de naoorlogse geschiedenis van Europa, schrijft hij dat de Navo ‘de arm van de Amerikaanse buitenlandse politiek in Europa’ is. Die vrees voor omverwerping kan een deel van het Russische nepnieuws verklaren, dat vaak de Navo-bataljons als mikpunt heeft.

Maar niet alleen in de Baltische landen is men bang voor Russische desinformatie. Ook in de huidige coronacrisis wordt volop naar Rusland gewezen als bron van misinformatie en complottheorieën over het virus, onder meer door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Unie. Het Russische doel is verwarring zaaien in het Westen op basis van de zogenaamde Gerasimov-doctrine, zoals ook The New York Times kortgeleden weer schreef. Hiermee wordt verwezen naar de Russische strategie van ‘hybride’ oorlogsvoering: met wapens én propaganda.

De bedenker van de term Gerasimov-doctrine is de Britse Rusland-kenner Mark Galeotti. Hij heeft spijt als haren op zijn hoofd, want Rusland hééft niet zo’n doctrine, schreef hij twee jaar geleden al. In het Westen is zijn benaming desondanks gretig opgepakt, terwijl die zo serieus niet was bedoeld. Het woord ‘doctrine’ suggereert dat de Russische desinformatie ‘gecoördineerd’ wordt, zegt hij. Veel rare verhalen worden simpelweg verspreid door mensen die in het gevlij proberen te komen bij het Kremlin. Poetin is niet de grote genius achter alles.