'De Kersentuin' vertelt een verhaal van alle tijden, over de turbulentie als niets meer hetzelfde blijkt. Regisseur Tiago Rodrigues: "Het is dansen op de vulkaan." En Isabelle Huppert is de onbetwiste ster.

Isabelle Huppert schaterlacht, dribbelt over het toneel, verzinkt dan plots in somber gepeins, om even later weer op te springen. Dit is Tjechovs beroemde theaterstuk De Kersentuin, en Huppert is de spil om wie alles draait. Ze speelt Ljoebov: een vrouw die ooit bedienden had die haar thee schonken op het familielandgoed met de mooie kersentuin. Nu zit ze aan de grond en moet ze de plek waar haar herinneringen liggen, verkopen. Het is het verhaal van iemand die alles had, maar alles kwijtraakt in de maalstroom van de tijd.

‘Tsjechov is er een meester in om tegelijk over de samenleving en het individu te praten’

Tiago Rodrigues

Een verhaal van alle tijden, beaamt regisseur Tiago Rodrigues per Zoom. Hij was eerder bij het Holland Festival met Antony and Cleopatra en was gast van ita’s Brandhaarden. Hij heeft zijn eigen gezelschap in Lissabon en is de nieuwe directeur van het prestigieuze Festival van Avignon. ‘De tijdloosheid van dit stuk is voor mij de grote aantrekkingskracht ervan. Als ik het hele beest in één woord moet vatten, is het: verandering, met een uitroepteken. De Kersentuin gaat over een sociale omwenteling die sneller gaat dan wij kunnen bijbenen en dat schept verwarring. Dat maken we nu ook weer mee, met de toestroom van vluchtelingen die Europa veranderen en ons bewust maken van onze privileges. Ljoebov raakt haar positie in de wereld kwijt. Datzelfde is ons Europeanen al geruime tijd aan het gebeuren.’

Tumult

Tsjechov zag in hoezeer verandering een kenmerk is van de moderne samenleving. De Kersentuin ontstond in 1903, 1904. Onrustige jaren. Er brak revolutie uit. Het was de arbeiders tegen de rijken; de sociale verhoudingen gingen overhoop. Ook door de afschaffing van de slavernij, toen alweer even geleden, maar je opa kon het nog hebben meegemaakt. Tsjechov is zelf de kleinzoon van een lijfeigene. Kortom, er bleef geen steen op de andere. Al dat tumult vindt zijn neerslag in zijn zwanenzang; hij stierf een week na de verschijning. Geen wonder dat die bol staat van weemoed. ‘Ik raak elke keer ontroerd als ik eraan denk dat Tsjechov heel erg ziek was toen hij dit schreef. Hij wist: dit is mijn laatste stuk. En dat verandert zijn manier van schrijven, het wordt haast symbolisme, het is bijna Maeterlinck: echt en niet echt zijn niet altijd te onderscheiden. Het licht van de zon klopt niet met de tijd van de dag, het heeft veel weg van een droom of een nachtmerrie.’

Hippieachtig

Al die verwarring heeft Rodrigues op een visuele manier knap vertaald. Het decor zou nog van rond 1900 kunnen zijn, maar de kleurige kleding is hippieachtig, de mannen lopen in modern pak en Huppert in pantalon. We’re not in Kansas anymore. Er komt een band op het toneel, bohemiens, zigeuners. Iedereen wordt wild en er ontstaat een scène zoals in de film Chocolat met Johnny Depp. Maar de grootste ingreep is dat Rodrigues Huppert omringt met een goeddeels zwarte cast. Dat maakt het eigentijds. ‘Op toneel kun je blind zijn voor nationaliteit, kleur, gender en leeftijd’. Romeo is een idee, iederéén kan dat spelen.

De Kersentuin

Adama Diop, de man die de kersentuin koopt van Ljoebov, is zowel vitaal en genereus als bitter en beledigd, en het hele stuk schakelt hij daartussen. Hij komt oorspronkelijk uit Senegal. Ik koos hem omdat hij volgens mij de beste is. Maar wie zich realiseert dat we dit voor het eerst speelden in het Palais des Papes in Avignon, ooit een bolwerk van Europese macht, en Adama zegt dan: “Ik koop het huis waar mijn voorvaderen werkten als lijfeigene” – ja, dan heeft dat een sterke politieke connotatie. Tsjechov is er sowieso een meester in om tegelijk zowel over de samenleving als het individu te praten. Alle personages veranderen in dit stuk. Van het jongste – de dochter van Ljoeblov van 17, die ontdekt dat haar familie eerder onderdrukking symboliseert dan schoonheid – tot het oudste, dat zich realiseert dat zijn tijd is gekomen.’

Piepende schoen

Toch is dit ook een grappig stuk. In deze De Kersentuin mag gelachen worden. In Luik, waar wij het stuk zagen, klinken meermalen lachsalvo’s, al bij de opening wanneer een acteur opkomt met één luid piepende schoen. Een clownstruc uit het circus – je verwacht het niet. Maar Tsjechov schreef dit als tragikomedie. De eerste regisseur, Stanislavski, maakte er een tragedie van. Rodrigues: ‘En Tsjechov wás me toch teleurgesteld over de eerste opvoering!’ De mix van komisch en tragisch zit vooral bij Huppert, die razendsnel schakelt en voor deze rol is genomineerd voor een Molière, de belangrijkste Franse toneelprijs. ‘Ik heb veel met Isabelle gepraat over de vaart en humor in haar acteren. De temperatuur van haar spel schommelt, van heel heet naar ijskoud.’ Hoe kwam hun contact eigenlijk tot stand? ‘We ontmoetten elkaar bij een etentje. In dat gesprek dook telkens De Kersentuin weer op. Wat bleek: we wilden dit stuk allebei graag doen. Juist nu.’

INTERNATIONAAL THEATER AMSTERDAM
De Kersentuin (La Cerisaie)
Vrijdag 10 juni, zaterdag 11 juni, 20.00 uur 
Zondag 12 juni, 15.00 uur