Regisseur Nicolas Stemann neemt een deel van zijn stal mee naar het Holland Festival. Van zijn hand is onder meer 'Kein Licht' te zien, geschreven door met Elfriede Jelinek. "Zij levert de brandstof, ik bouw de motor."

‘Wij mensen durven niet na te denken over ons eigen einde, daar zijn we echt slecht in. Maar intussen gedragen we ons constant op een manier die dat einde rap naderbij brengt en stevenen we af op een klimaatramp. De spanning daartussen: daar kunnen we zelfs in het theater en de kunsten maar mondjesmaat betekenisvol mee omgaan. Ik vond dat ik dit nu ook bij het Holland Festival op tafel moest leggen.’

Nicolas Stemann (Hamburg, 1968) is dit jaar associate artist bij het Holland Festival, en dan kun je zoiets doen. Dat is het goeie aan die positie, zegt hij monter tijdens een online interview medio maart. Je krijgt een podium om eigen werk te tonen en dat van artiesten van wie jij vindt dat ze gezien moeten worden; maar je kunt daarnaast ook echt een discours in gang zetten – en dat is precies wat hij wil, met het klimaat als focus.

‘Zij levert de brandstof, ik bouw de motor'

Nicolas Stemann

Warme werkrelatie

Stemann, sinds jaar en dag toonaangevend in Duitstalig theaterland, is een vaste waarde bij het Holland Festival, al is het alweer even terug dat hij er te zien was. In 2014 met Die Schutzbefohlenen, en daarvoor met Babel (2007), beide op basis van stukken van Elfriede Jelinek, met wie hij een warme werkrelatie heeft. Denkt even na: ‘Het klopt wel ja, dat ik het vaakst teksten van haar heb geënsceneerd.’ En nu opnieuw, met de opera Kein Licht, en met Sonne, een performatieve theatrale lezing die hij ter plekke in Amsterdam gaat maken in een glazen kas op het dak van een parkeergarage – liefst bij ondergaande zon.

Nicolas Stemann

Jelinek kan als geen ander in woorden vatten hoe de mensheid grip op de wereld verliest, zegt Stemann. En het mooie is: de humor is nooit ver weg, hoe serieus het onderwerp ook. Aanvankelijke aanleiding voor Kein Licht was de kernramp in 2011 in Fukushima, de plek die dit voorjaar weer met zo’n zelfde dreiging kampt. Later voegde ze nog twee delen toe en het geheel goot Stemann – met componist Philippe Manoury – uiteindelijk in de vorm van een muziektheatervoorstelling over onze behoefte aan energie en onze onmacht die op een goede manier op te wekken.

 ‘Cosmopolitisch en tegelijkertijd relatief klein: Zürich is een plek waar je in zekere afzondering kunt werken met toch een levendige kunst- en theaterscene' 

Brandstof

Met het (ruwe) materiaal dat Jelinek aanbiedt, mag hij vrijelijk omgaan. ‘Zij levert de brandstof, ik bouw de motor,’ zegt hij met een lachje. Bij hem zul je sowieso weinig traditionele ensceneringen tegenkomen, hij gaat graag zijn eigen gang. Een klassieker van Friedrich Dürrenmatt met pakweg dertig personages wordt bij Stemann een feestje met live-muziek en videoprojecties voor twee spelers (en een hoop felgele schoenen). Ten slotte brengt hij zijn Contre-enquêtes naar Amsterdam, een inventief werk over (het Franse) kolonialisme. ‘Zelfs iemand als ik móét over die complexe materie praten – al moet ik me keer op keer afvragen wat ik erover mág zeggen. In Nederland is dat natuurlijk ook een topic.’

Stemann (video)belt vanuit Zürich, de plek waar hij woont sinds hij samen met Benjamin von Blomberg het artistiek directeurschap van Schauspielhaus Zürich op zich nam. Motto van hun theater: ‘Wij willen het niet alleen doen.’ Meteen nodigden ze acht huisregisseurs van divers pluimage uit, voor een periode van drie jaar waarvan het laatste nu is aangebroken. ‘We stapten er behoorlijk naïef in,’ zegt hij met een grijns. Een huis met al 350 medewerkers en dan kwamen er opeens heel uiteenlopende en weinig conventionele makers bij, met hun eigen ‘entourage’ soms. En laatstgenoemden verhuisden allemaal naar Zürich, ook met het idee een paradijsje aan te treffen.

Goede luchtkwaliteit

Stemann: ‘Cosmopolitisch en tegelijkertijd relatief klein: Zürich is een plek waar je in zekere afzondering kunt werken met toch een levendige kunst- en theaterscene. Goede luchtkwaliteit en, ja, een aardig budget. Keerzijde: het dagelijks leven is duur, en natuurlijk spelen hier ook de nodige issues rondom sociale ongelijkheid en discriminatie.’ Enfin, toch even wennen wel, voor iedereen.

Stemann neemt een paar makers mee uit zijn stal, ‘stemmen die nogal verschillen van de mijne’ van wie misschien wel de opmerkelijkste: de Chinees-Amerikaanse Wu Tsang. ‘Benjamin zag haar werk voor het eerst, ik denk op Documenta, we vonden het prachtig, gevoelig en poëtisch. We dachten meteen: hoe interessant zou het zijn wanneer zij haar kunst en theater zou kunnen combineren. Ze had nooit iets gedaan in die richting, maar wat zou er gebeuren als zij haar universum zou meenemen het traditionele Duitse stadtheater in? Dat was een avontuur.’

‘Het was nooit makkelijk’, zegt hij over het verloop ervan, ‘het zijn twee werelden. Haar Moby Dick is een film! We moesten een grote zaal waar normaal voorstellingen staan gedurende een maand omvormen tot een filmset, met technici en alles – af en toe zorgde dat echt voor frictie. Maar toen ik het mooie resultaat zag en me bij de aftiteling realiseerde dat ons hele theater betrokken was bij het maakproces, was ik zo blij. Omdat dat ook het idee was: werelden openbreken, elkaar laten beïnvloeden en nieuwe dingen meemaken.’

INTERNATIONAAL THEATER AMSTERDAM
Contre-enquêtes
Dinsdag 14 juni, woensdag 15 juni
20.00 uur

MUZIEKGEBOUW
Kein Licht
Vrijdag 24 juni, zaterdag 25 juni, 20.30 uur
Zondag 26 juni, 13.30 uur