Je bent met de auto op vakantie en je bent gaan sightseeën. Deze tips zijn perfect voor jouw vakantie.

Je tips

De geniale vriendin

serie

Voor het tweede seizoen van De geniale vriendin reisde de VPRO Gids af naar Napels en kreeg een rondleiding over de set. ‘Kijk, daar is dat rooster waar ze de poppen doorheen gooien!’

We staan met z’n allen op een plein in Napels: de Poolse, de Française, de Israëli, de Mexicaan, de Braziliaanse en een handjevol andere journalisten van over de hele wereld. Terwijl politiemannen omstanders tegenhouden die zich langs de dranghekken proberen te wurmen, zijn onze ogen gericht op een tenger meisje in een wit bloesje en een knielange, donkerblauwe rok. Vanuit de schaduw komt ze richting het plein gelopen. Pas in de volle zon weten we het zeker. De Française roept wat we allemaal zien: ‘Het is Elena!’ (...)

'Toen die oude man kwam kijken, begon hij te huilen. Het was precies zoals hij het zich herinnerde’ 

Napels, eind juli 2019. De zon brandt op het Piazza dei Martiri. Naast een rij pastelkleurige Vespa’s hangen jongemannen in hoog opgetrokken pantalons en witte overhemden tegen een hek te wachten tot ze hun scooters mogen starten.

Vandaag worden hier scènes gedraaid voor de zesde aflevering van het tweede seizoen van De geniale vriendin, naar de boeken van Elena Ferrante. De serie wordt in tientallen landen uitgezonden, vandaar dit internationale gezelschap. Samen kijken we met ingehouden adem toe hoe een meisje van zestien zwijgend over een plein loopt.

Dat meisje is Margherita Mazzucco, de jonge actrice die de rol heeft van Elena Greco, roepnaam Lenù. Gisteren liep tegenspeelster Gaia Girace, die Rafaella Cerullo oftewel Lila speelt, op ditzelfde plein. Op de hoek van het Piazza dei Martiri en de Via Calabritto is de schoenenwinkel van Solara nagebouwd. Wie de boeken las, weet dat Lila zich daar na haar huwelijk ontpopt tot succesvolle zakenvrouw, terwijl Lenù verder studeert.

Onder haar keurige donkerblauwe rok draagt Margherita paarse crocs. Ook de tientallen figuranten, die in de schaduw van een winkelluifel staan te wachten, hebben hun knellende schoenen verruild voor slippers. Het verschil is dat zij hun eigen schoenen in een plastic tasje bij zich hebben. Margherita daarentegen heeft een assistente die niet alleen haar schoenen maar ook haar bril komt aandragen. Die bril, die Lenù in het eerste seizoen krijgt aangemeten, heeft ze geen seconde langer op dan nodig is. Zodra regisseur Saverio Costanzo het stopteken geeft, zet ze hem af.

Fatpads

Geen wonder. Terwijl Lila zich na haar huwelijk met de rijke kruidenier Stefano Carracci steeds glamoureuzer kleedt, blijft Lenù het kleurloze muurbloempje met de puistjes en de bril. Om het allemaal nog erger te maken, krijgt Margherita ook nog fatpads aangemeten, zodat ze dikker lijkt dan ze is. In werkelijkheid is ze net zo prachtig als Gaia, maar zolang ze Lènu is, zie je dat niet.

Gaia en Margherita, twee schoolmeisjes die samen deze miljoenenproductie dragen. Er zijn maar weinig scènes waarin ze geen van beiden in beeld zijn. Vandaar dat we nu in de brandende julizon op dit plein staan; de opnames moeten in de zomervakantie plaatsvinden.

Eerder vandaag waren we in Caserta, een klein uurtje rijden vanaf Napels. Daar, op een ontmanteld fabrieksterrein, werd de complete wijk nagebouwd waar een groot deel van het eerste seizoen zich afspeelt. De grauwe flats, de kerk, de school, de winkels, alles is zo nauwkeurig mogelijk gemodelleerd naar Luzzatti, de buurt waar Ferrante de twee vriendinnen laat opgroeien. Die troosteloze en nog altijd arme wijk ligt veertig kilometer verderop. De set moest de geur en smaak hebben van het oorspronkelijke Luzzatti, net zoals de acteurs zoveel mogelijk uit deze regio moesten komen. Napolitanen zien er nu eenmaal anders uit dan Milanezen.

Volgens Giancarlo Basili, de setdesigner die ons rondleidt, is Caserta met 30.000 vierkante meter de grootste filmset van Europa. ‘Groter dan die van Game of Thrones?’ informeert een wakkere collega-verslaggever. ‘Nou ja, een van de grootste.’

Basili vertelt hoe de originele wijk in de jaren vijftig omgeven was door moerasachtig gebied. Een week lang bracht hij er door, in gezelschap van een tachtigjarige man die in Luzzatti geboren was. Hij legde uit hoe hij als kind in dat moerasgebied speelde, hoe er na die tunnel niets anders was dan een kale vlakte, stof en onverharde wegen. Dat isolement werd in het eerste seizoen fraai verbeeld in de aflevering waarin de kleine Lila en Lenù door de tunnel lopen, op weg naar de zee die ze nog nooit hebben gezien. Dankzij special effects lijkt hij twee keer zo lang als hij is.

Grauwsluier

Intussen tettert Basili onophoudelijk door. De tolk, een bescheiden vrouw met dito stem, is niet opgewassen tegen zijn tempo en volume. Met veel gevoel voor drama memoreert hij hoe Costanzo hem voor deze monsterklus vroeg, hoe hij bedankte voor de eer, maar hoe zijn vrouw, liefhebber van de boeken, erop aandrong toch ja te zeggen. ‘Dit was mijn eerste tv-productie. Ik deed alleen film en heb met alle grote regisseurs gewerkt. We hadden een beperkt budget. In Amerika zouden ze met dat geld hooguit één speelfilm kunnen maken, wij maken tien afleveringen. Creativiteit is onze kracht en kwaliteit. We zijn heel inventief.’

Hoewel Basili nogal een opschepper is, overdrijft hij in dit opzicht niet. In drie maanden tijd werd de complete wijk gebouwd. Wat je ziet, zijn voornamelijk gevels. Daarachter staan steigers, zodat de acteurs op het balkon konden staan of uit het raam konden hangen. De kamers van de diverse flats zijn verderop, in een grote hangar, nagebouwd.

Toch ziet het geheel er overtuigend uit. ‘Die oude man is komen kijken. Toen hij binnenkwam, begon hij te huilen. Het was precies zoals hij het zich herinnerde.’

De setdesigner heeft het zo met zichzelf getroffen dat hij het nodig vond een van de straten in deze nagebouwde wijk Largo Giancarlo Basili te noemen. Wie zich uit het eerste seizoen het feestje bij de Carracci’s herinnert waar Lila na enige aarzeling losgaat op de dansvloer, kunnen we vertellen dat op een van de 45-toerensingles naam en hoofd van, inderdaad, Giancarlo Basili prijken.

Deze ijdeltuiterij ten spijt heeft hij genoeg interessants te vertellen. Zoals over het uitgekiende kleurenspectrum dat voor de serie is ontworpen. In het eerste seizoen viel al op dat in de straten waar Lila en Lenù opgroeien geen vrolijk gekleurde was aan de lijnen wappert. Geen mediterrane vrolijkheid, maar een permanente grauwsluier.

Basili vertelt dat Picasso’s Guernica een inspiratiebron was. ‘We hebben wel 25 tinten grijs gebruikt. Dat is een heel bewuste keus geweest, al was er veel discussie over. Gezichten komen beter uit in grijstinten en we wilden de wijk op die manier uitlichten. Zodra ze de wijk verlaten en de stad in gaan of op Ischia zijn, veranderen de kleuren.’

Die grijsbruine waas viel aanvankelijk niet goed bij geldschieter HBO. ‘Amerikanen hebben een heel kleurrijk beeld van Napels. Toen HBO de set kwam bekijken, moesten we onze keuzes verantwoorden, maar toen we het uitlegden begrepen ze het en moedigden ze ons aan op de ingeslagen weg verder te gaan.’

Strooptochten

Intussen dwalen de verslaggevers steeds verder af. ‘Kijk, daar is dat rooster waar ze de poppen doorheen gooien!’ ‘O, hier, de schoenmakerij van de Cerullo’s!’ ‘Volgens mij is dat de banketbakkerij van de Solara’s.’ Foto’s mogen pertinent niet gemaakt worden, maar zodra de persdame zich even omdraait, grijpt iedereen zijn kans om de salumeria van de Carracci’s vast te leggen. En dan hebben we de huizen nog niet eens vanbinnen gezien.

In de hangar waar de schamele behuizing van Lenù, Lila, schooljuffrouw Oliveira en al die andere personages is nagebouwd, staan jongens decorstukken te schuren en te schilderen. Het zijn veelal studenten van de kunstacademie die helpen met het restaureren van het meubilair waarmee de appartementen worden ingericht. De complete inboedel komt van verzamelaars, antiquairs en vlooienmarkten. Vooral in Bari hebben de setdressers veel bruikbaars gevonden. Ook in woninginrichting zijn er van oudsher grote verschillen tussen het noorden en het zuiden van Italië. Alles is origineel, tot de lichtknopjes aan toe.

De buit van deze strooptochten is verzameld in een ander deel van de hangar: kinderstoelen, fornuizen, rieten manden, koffers, kassa’s, asbakken, strandstoelen, kapstokken; allemaal ongebruikt. ‘Mijn team vond me obsessief,’ zegt Basili, ‘maar ik wil gewoon genoeg keus hebben. De achtergrond van de meisjes moet spreken uit de aankleding. Dat luistert heel nauw.’

We lopen door de donkere kamers die we ons herinneren uit het eerste seizoen. De vitrage is grijsgrauw geverfd. Armoedige gehaakte kleedjes, een streng knoflook, een stoel met franje, een heiligenbeeldje op het buffet.

Een deur verder staan we ineens in het huis van de pasgetrouwde Lila en Stefano Carracci. De opwinding stijgt, want nu stappen we het tweede seizoen binnen. Dit heeft nog niemand gezien. Wie de boeken kent, is in het bijzonder geïnteresseerd in de badkamer. Als Lenù voor het eerst bij haar getrouwde vriendin op bezoek gaat, is ze diep onder de indruk van die badkamer. In de oude wijk waren nog gedeelde wc’s op de gang. In deze nieuwe flat zie je hoe de jaren vijftig hebben plaatsgemaakt voor de welvaart en vooruitgang van de jaren zestig. Het is ruimer en lichter, minder somber.

Puppyogen

Dat het nieuwe decennium visueel een stuk vrolijker is, is eveneens zichtbaar op de kostuumafdeling. Terwijl we ons in de gang staan te vergapen aan een rij plastic kratten vol schoenen voor de figuranten (bambini, donne, maschi, in alle maten) wordt in het naaiatelier gewerkt aan de vele honderden jurken en pakken die nodig zijn om alle acteurs aan te kleden. Ze hangen op rekken, met geplastificeerde foto’s erbij van de scènes waarin ze zijn gedragen.

Kleren en schoenen komen uit heel Europa, van Bulgarije tot Spanje. In een oud stoffenwinkeltje in Puglia lagen nog rollen uit begin jaren zestig op de planken. De groeiende welvaart spreekt uit de kleren die er in seizoen twee gedragen worden. Bij Elena gebeurt dat heel voorzichtig, bij Lila is sprake van een regelrechte metamorfose. Zij ontpopt zich tot een stijlicoon. Het rek met haar naam erop is veruit het grootst.

Terwijl wij ons vergapen aan het lavendelblauwe mantelpakje dat Lila na haar bruiloft droeg, stapt er een vrolijke jongeman binnen. Met zijn bruine puppyogen en korte broek ziet hij eruit als een schooljongen, maar het blijkt Giovanni Amura te zijn, bij ons beter bekend als Stefano Carracci. Hij verdwijnt in een van de kamertjes om een pak te passen en wij buigen ons weer over de badpakken die Lenù en Lila op Ischia zullen dragen.

Een deel van het tweede seizoen speelt zich af op dit eiland voor de kust van Napels, en authentieke badpakken vormden niet het enige kledingtechnische probleem. Op Ischia worden sandalen gedragen die alleen daar worden gemaakt. Ze zijn uniek voor het eiland. Vind die maar eens in de juiste maat en uit het juiste bouwjaar. Sowieso vormen schoenen een probleem apart. Vintage kleding kun je nog vermaken, maar schoenen moeten passen. Ons oog valt op een paar gouden pumps met puntige neuzen. Die blijken uit Berlijn te komen. De inkopers kochten alles op wat ze konden vinden. ‘We zien wel of we het gaan gebruiken.’

De naaisters moeten weer aan de slag, dus worden we met zachte dwang uit het atelier gewerkt. De heren in het gezelschap waren tijdens de toelichting op de trouwjurk van Pinuccia Carracci al afgehaakt en staan buiten te roken in afwachting van de lunch.

Terug op het Piazza dei Martiri zien we hoe alles in gereedheid is gebracht voor de opnames van vanmiddag. Voorbijgangers vergapen zich aan de fraaie klassieke Lancia’s, Alfa’s en Fiats die quasiachteloos op het plein geparkeerd staan.

Terwijl regisseur Costanzo Margherita nog wat aanwijzingen geeft, loopt een stel argeloze Japanners met rolkoffers dwars over de set. Zodra ze weg zijn, schalt de stem van Costanzo over het plein: ‘Motori actione!’ De Vespa’s worden gestart. Margherita zet haar bril op.

KATJA DE BRUIN

Matthieu Venot

fotograaf

De Franse fotograaf Matthieu Venot maakt zachte foto’s van pastelkleurige gebouwen.

Toen Matthieu Venot 35 was, liet hij zijn carrière als sound engineer in de muziekwereld achter zich en begon te fotograferen. En dat is hem behoorlijk goed afgegaan. (...)

'Je vergeet bijna dat het echte bouwwerken zijn'

In slechts vijf jaar heeft hij een behoorlijke following opgebouwd, met meer dan honderdduizend Instagramvolgers en klussen voor onder andere rapper Tyler, the Creator.

In zijn werk laat hij gebouwen – niet altijd de meest inspirerende onderwerpen – eruitzien als abstracte kunstwerken. Hij heeft een heel karakteristiek kleurgebruik: zijn foto’s zijn zomers, vrolijk en heerlijk rustig om naar te kijken. Hij maakt slim gebruik van hoekjes en schaduwen, waardoor je bijna vergeet dat het echte bouwwerken zijn.

Voor wie er nog een quarantainehobby bij zoekt: Matthieu heeft ook een kleurplaat gemaakt van een van zijn foto's.

Bekijk het werk van Matthieu Venot op zijn Instagrampagina of op zijn website.

IRIS BOUMAN

Dit was een Koostip. Meer Koostips? Download de app!

2Doc: Snelwegkerk

documentaire

Naast benzine, condooms of een broodje bal, vind je langs de Duitse snelwegen ook balsem voor de ziel: in de snelwegkerk.

In een godverlaten landschap vol zoevende auto’s, fastfoodrestaurants, truckerscafés, reclameborden, homo-ontmoetingsplaatsen en snelwegtoiletten doemt een kerk op. De buitenkant van het gebouw doet in eerste instantie niet aan een kerk denken: grijze vlakken, een armetierig tuintje, een bescheiden kruis op de nok van het dak. (...)

'De een plast tegen de gevel, de ander dumpt z’n afval voor de voordeur'

Er zijn er meer die het godshuis niet als zodanig herkennen. De een plast (of sekst) tegen de gevel, de ander dumpt z’n afval voor de voordeur. De twee oude dametjes uit de documentaire Snelwegkerk – in 2017 bekroond met een Gouden Kalf op het Nederlandse Filmfestival – zijn er maar druk mee. ‘Tjongejongejonge,’ luidt het vaste commentaar als de twee vrijwilligsters voor de zoveelste keer het vuil van de kerk wegpoetsen.

Duitsland, een van de meest geseculariseerde landen van Europa, kent minimaal veertig van dit soort Aufbahnkirche: kleine toevluchtsoorden die zeven dagen per week voor iedereen toegankelijk zijn en waar je tot jezelf kunt komen, je gedachten kunt achterlaten of gewoon even heel diep kunt ademhalen. De eerste snelwegkerk werd in 1958 in Adelsried, aan de A8 bij Augsburg, ingehuldigd.

De kerken langs de snelweg werden – veelal door particulieren – opgezet om reizigers onderweg een moment van rust en bezinning te bieden. In de aanwezige ‘wensboeken’ schrijven zij over wat hen bezighoudt. De een bedankt voor een mooie voetbaluitslag, de ander voor haar fantastische minnaar. Anderen leggen er hun ziel bloot en schrijven openhartig over bijvoorbeeld mantelzorg, de dood of een onmogelijke liefde.

Vandaag wordt deze documentaire uit 2017 herhaald, en die is meer dan de moeite waard om te (her)bekijken. Het zijn de contrasten – de waan van de dag versus de verstilling, een rauwe buitenkant die kwetsbaarheid verbergt – die deze mozaïekvertelling van regisseur Elsbeth Fraanje zo geestig én ontroerend maken.

De auto’s sjezen door, maar de snelwegkapel blijkt een tijdloze haven: vol menselijke verhalen die verdergaan dan de buitenkant.

MEREL VAN OMMEN