In 'Cow' volgt regisseur Andrea Arnold het ondankbare leven van een melkkoe. Het is een intiem portret van een individu dat gevangenzit in een kil systeem.

2021 is het jaar van de filmkoe. Eerder dit jaar hadden we al dramafilm First Cow en de poëtische Noorse documentaire Gunda, en op IDFA 2021 komen daar nog eens twee ‘koeiendocu’s’ bij. Een van die titels is het Franse Vedette – over een koe op leeftijd in de Zwitserse Alpen – maar de ogen zijn vooral gericht op de nieuwe film van gevierd regisseur Andrea Arnold (Fish Tank, American Honey), met als doodsimpele titel – inderdaad – Cow. 

Het uitgangspunt van de film is mogelijk nog simpeler. Zó simpel zelfs dat de plotpagina op Wikipedia slechts één zin beslaat: ‘De film draait om het leven van een koe.’ Het klinkt zo eenvoudig als het maar zijn kan, en dat is het in zekere zin ook. Toch gaf regisseur Arnold voorafgaand aan Cow aan dat ze ‘de hele wereld kan zien’ in haar protagonist: melkkoe Luma, ‘woonachtig’ op een boerderij net buiten Londen. 

‘Melkkoeien werken zó hard, en hebben zó’n druk leven. Ik  was uiteindelijk vol bewondering voor ze.’

Andrea Arnold

Werknemer

Geen gekke gedachte, want achter die ogenschijnlijke eenvoud van één koe schuilt natuurlijk een reusachtige, kille industrie. De koe is in het dagelijks leven immers niets meer dan een ‘dienstverlener’, wier bestaansrecht vooral bestaat uit ‘leveren’. Vlees, melk en voortplanting: alleen daar zijn de koeien goed voor. Hun ruimte om te leven wordt meestal letterlijk tot op de vierkante meter afgebakend. Zelfs een bevalling betekent in die wereld niets meer dan de komst van een nieuwe werknemer. We zien Luma twee keer een kalfje op de wereld zetten, maar ze krijgt amper gelegenheid om tijd door te brengen met haar kinderen. Er moet immers vooral zo snel mogelijk weer 'geleverd’ worden.

Ondanks al die beperkingen slaagt Arnold er glansrijk in om ons door de ogen van Luma een hele wereld te tonen, waarbij naturalistische observaties het winnen van plot. Kijk bijvoorbeeld naar de scène waarin Luma een minuut lang in de camera staart en tussendoor een  paar keer hard loeit. Wat uit zo’n scène bijblijft, is het grote mysterie dat schuilgaat achter die grote koeienogen. Probeert Luma ons (lees: de camera) iets te vertellen? Spoken er überhaupt nog gedachten door haar hoofd? Of heeft de kille systematiek haar allang murw gebeukt?

Hoewel we de betekenis van haar geloei nooit zullen begrijpen, wordt Luma zo tóch een protagonist van vlees en bloed. Door de camera heel dicht op één specifieke koe te richten, toont Arnold ons hoe zelfbeschikking voor Luma en haar ‘collega’s’ van geboorte tot dood niets meer dan een illusie is. Daarmee wordt Cow vooral een intieme én tragische vertelling van de levenscyclus van een dienstverlener. Arnold wilde naar eigen zeggen al jaren een documentaire maken over een dier, zo vertelde ze eerder dit jaar in een interview met The New York Times. Ze dacht heel lang aan kippen (die volgens de regisseur ‘geweldige persoonlijkheden’ hebben), maar kreeg de koe maar niet uit haar hoofd: ‘Melkkoeien werken zó hard, en hebben zó’n druk leven. Ik zou volkomen uitgeput zijn, en was uiteindelijk vol bewondering voor ze.

De koe is niets meer dan een ‘dienstverlener' wier bestaansrecht vooral bestaat uit ‘leveren’

Bevrijding

Die bewondering heeft Arnold knap vertaald in Cow, dat ondanks de minimale plot en dialogen – er wordt alleen een paar keer op de achtergrond gesproken door melkveehouders – boeit en ontroert. De documentaire is een liefdevol portret geworden van een individu dat gevangen zit in een kil systeem, waarin  nauwelijks ruimte is om te ‘zijn’ of te leven. 

Arnold had makkelijk kunnen kiezen voor een prekerige voice-over, of voor kritische interviews met de melkveehouders, maar ook zij zijn uiteindelijk vooral symptomen van een  verwrongen systeem; uitvoerders die vooral akelig alledaagse routines volgen. Als Luma en haar huisgenoten uiteindelijk heel even de wei in mogen, voelt dat voor haar én voor ons kijkers bijna als een bevrijding. Tussen al die verplichte routines – melken, fokken, baren – is zo’n scène bijna een openbaring. Maar Arnold en Luma leren ons vooral om opnieuw te kijken naar het individu. Kijk naar twintig koeien in de wei, en een emotionele klik zal ver weg zijn. Richt de blik op één specifieke koe, en de tranen zullen na anderhalf uur rijkelijk vloeien.