The Sheep Song is een moderne fabel over een schaap dat meer van het leven wil: mens worden. Voor de enscenering liet FC Bergman zich inspireren door middeleeuwse kunst. Schilderachtige toneelbeelden begeleiden de tekstloze transformatie.

Waaraan moet je voldoen om een goed mens te zijn? En kun je überhaupt in tijden van fake news, alternative facts en politieke correctheid een eenduidig moreel standpunt innemen? Deze vragen drongen zich op, toen FC Bergman besloot opnieuw een fabel als uitgangspunt te nemen voor een voorstelling. De Vlaamse theatergroep, die drie jaar geleden veel in- druk maakte op het Holland Festival met JR, een kolossaal opgezette satire over hyperkapitalisme, hakte al eerder met het bijltje. In 2014 diende Van den vos Reynaerde als basismateriaal voor de voorstelling Van den vos. Anders dan toen is The Sheep Song geen bewerking, maar een nieuwe fabel, overigens zonder tekst. Waarmee meteen ook de aloude literaire vorm ter discussie staat. Is zo’n wegwijzer voor de moraal intussen niet gedateerd? Zijn goed en kwaad in het huidige tijdsgewricht minder zwart-wit dan in de Middeleeuwen? Of kan zo’n nieuwe fabel – met Goethes Faust en Ovidius’ Metamorfosen als inspiratiebronnen – ons juist leren hoe meer mens te worden?

Hebbelijkheden

The Sheep Song is een fabel met een twist. Waar de dieren in de oude fabels onmiskenbaar dieren blijven, ondanks al hun herkenbare hebbelijkheden, doet dit dier er alles aan om daadwerkelijk te transformeren. Menselijke trekken? Het wil all the way. Het schaap – van oudsher een toonbeeld van onschuld – streeft er met heel zijn hart naar om mens te worden. Een wollige protagonist, op zoek naar zelfverwezenlijking, wordt een Elckerlyc voor eenieder met de ambitie boven zichzelf uit te stijgen. De cirkel is rond: van mens naar dier in de klassieke fabel, en weer terug naar mens in The Sheep Song.

De voorstelling is een manier om te onderzoeken hoe we naar onszelf en onze ambities kijken, zegt kernlid Stef Aerts. ‘Want een goed mens zijn of worden is tegenwoordig niet meer voldoende. We willen de best moge- lijke versie van onszelf zijn. Maar wat is dat dan, dat ultieme menselijke? En welke maatstaven gebruik je om dat beoordelen? Het zijn die maatstaven die ten grondslag liggen aan het existentiële lijden van de mens.’

Niet dat de Vlamingen met een antwoord komen, laat staan dat ze dat hebben. Ze beogen sowieso geen boodschap mee te geven aan het publiek. Aerts noemt The Sheep Song ‘een geleide meditatie’ over ‘transformatie als fundamenteel mechanisme van het leven’.

‘Onze voorstellingen zijn steeds een uitgestoken hand naar het publiek om zelf te projecteren en te interpreteren.’ En daar helpt het ontbreken van tekst heel goed bij. ‘Het maakt het narratief veel minder rigide, opener voor interpretatie.’ Het zit in de aard van hun werk. De twee laatste voorstellingen – JR en de bewerking van Bizets opera De Parelvissers – vormden een uitzondering, maar doorgaans wordt er in het repertoire van FC Bergman geen woord gerept.

We willen de best mogelijke versie van onszelf zijn. Maar wat is dat dan: dat ultieme menselijke?

Stef Aerts

Dimensie

Het is niet de enige theatrale beperking in The Sheep Song. Er wordt nog een dimensie geschrapt: diepte. De voorstelling speelt zich af in een rechtopstaand plat vlak op het podium. Schilderachtige decors geven de scènes gelaagdheid. Onderweg komt onze onschuldige held allerlei mythische figuren tegen die hem ofwel verder helpen ofwel tegenwerken. Maar in zijn sterk gecondenseerde levensweg beweegt het arme schaap zich altijd tussen de polen links en rechts.

Aerts: ‘In onze contreien kwam de in volkstaal geschreven fabel op in de late Middeleeuwen, niet toevallig een periode waarin het christendom streng dogmatisch was. Die bediende zich van een rigide moraal om gelovi- gen te onderwijzen – aan de hand van zwart-witverhalen dus. Die strenge dichotomie hebben we in het platte toneelbeeld vertaald.’

Het platte beeld valt bovendien mooi samen met de beeldende kunst uit die tijd. Een (correct) perspectief ontbreekt veelal op middeleeuwse schilderijen; volgens Aerts ‘supertweedimensionaal’. Zo is er ook een afbeelding van een groots theaterspektakel, Het mysterie van Valenciennes, ‘een van de vroegste afbeeldingen van scenografie in het middeleeuwse theater uit onze contreien’. Daarop is te zien dat er eerder sprake was van een ruimtelijke opstelling naast elkaar dan van een lineaire opeenvolging in tijd en ruimte zoals in het moderne theater. ‘Het is haast een religieus stripverhaal, dat je dus ook van links naar rechts leest.’

Kantelpunt

Aerts zegt dat de voorstelling zich als het ware op het historische kantelpunt van plat naar perspectief bevindt. Hij ziet bovendien een parallel tussen de historische ontwikkeling van Middeleeuwen naar Renaissance en de menselijke groei tot volwassenheid. ‘Er komt meer ruimte voor verdieping.’

Of ons arm schaap die verdieping zal weten te vinden en de wereld zich voor hem opent? Het is de vraag. Op twee benen lopen? Dat kunstje heeft het Faustiaanse kuddedier vrij snel onder de knie. Aerts: ‘Maar dan begint de tocht pas echt. Want hoe weet je dat je aan het eind van je zoektocht bent gekomen? Wanneer kom je aan? Wanneer ben je nu een echt en compleet mens geworden?’

INTERNATIONAAL THEATER AMSTERDAM GROTE ZAAL
The Sheep Song
Maandag 14 juni t/m donderdag
17 juni, 20.30 uur. Live Stream 17 juni